* 6 *

270 23 8
                                    

p.o.v Selena

Ik word wakker in een donkere stenen cel. Ik ga rechtop zitten. Waar de hell ben ik?! 'Oh gelukkig ben je wakker' hoor ik opeens iemand zeggen.

Ik kijk haar het geluid. Er zit een jongen in de hoek. Hij heeft vieze vegen op zijn gezicht. Zijn haar is vet en zwart. Zijn ogen zijn grijs. Hij staat op. Zijn kleding is gescheurd en vies. 'Gaat het' vraagt hij terwijl hij op de grond bij me komt zitten.

Ik knik. 'Waar ben ik?'

'Laten we maar zeggen de onderwereld.'

Ik slik. 'Oh niet bang zijn hoor' zegt hij, 'de baas hier heet Hades en hij is de baas van de onderwereld.'

Ik knik. 'Hoe heet je?'

'Selena.'

'Als in...' vraagt hij fronsend.

Daarna vraagt: 'Heb je een ketting?'

Ik wil de ketting pakken maar die hangt niet meer om mijn nek. 'Die heeft ze wel' horen we, 'alleen heb ik hem nu even, dat weet je toch neefje?'

We kijken naar de tralies. De Duistere heerser staat voor de cel. De jongen staat op en roept: 'U heeft mij! Waarom wil u haar ook!'

'Ik heb haar krachten nodig neefje. Dat weet je.'

'Mijn krachten' vraag ik.

'Ja' zegt de Duistere heerser terwijl hij naar me kijkt, 'jouw gave nichtje.'

'Wacht wat, neefje? Nichtje?' Ik kijk naar de jongen, 'Ben jij mijn...'

'Broer ja' zegt de Duistere heerser.

Opeens is hij verdwenen. Mijn broer loopt naar me toe en kijkt om zich heen. 'Waar is hij' vraag ik fluisterend.

Ik hoor weer die weerzinwekkende lach en opeens hoor ik achter me. 'Achter je nichtje.'

Ik draai me om en kijk in zijn felblauwe ogen. Hij grijnst een beetje en zegt: 'Je lijkt precies op je moeder.'

Ik doe een stapje achteruit maar hij pakt mijn arm beet. 'Je hoeft niet bang te zijn' zegt hij, 'zolang je meewerkt doe ik niets.'

'Meewerkt? Hoe bedoelt u?'

'Laat haar met rust' roept de jongen.

'Stil neef' zegt de Duistere heerser geërgerd.

Hij tilt zijn hand op waardoor de jongen tegen de muur word gegooid. En hij blijft een paar meter boven de grond hangen tegen de muur. De Duistere heerser kijkt mij weer aan. 'Hem ben ik ondertussen al zat' zegt hij, 'jij kan maar beter luisteren.'

'Wat wilt u van me?'

'Ik heb jouw gave nodig. Ik kan die van je afpakken of je helpt me.'

'Mag ik daar over nadenken?'

'Neem zolang je nodig heb, als je het weet blaas hierop.'

Hij steekt een fluitje naar me toe. Die pak ik aan. Hij grijnst en zegt: 'Tot later dan.'

Hij verdwijnt weer. Ik kijk om naar de jongen. Hij valt op de grond. 'Gaat het' vraag ik.

'Meende je het' vraagt hij terwijl hij opstaat, 'meen je het?!'

'Wat? Over... misschien...'

Maar ik schud mijn hoofd terwijl ik dat zeg. 'Je rekt tijd' zegt hij, 'toch?'

Ik knik. 'Goed, fijn. Waar is Helia?'

'Op dit moment weet ik het niet, ik denk bij hogepriester Abdias.'

'Heeft Abdias goed voor jullie gezorgd? Weet je je krachten al?'

'Eerlijk gezegd nog niet, volgens Abdias kan dat ieder moment gebeuren. Bij mij bij volle maan denkt hij.'

'Hier is geen volle maan dus kan hij je gave ook niet afpakken.'

'Heeft hij jouw gave afgepakt?'

'Ja. En ik wil niet dat hij dat bij jou doet want het doet best veel pijn. En hij doet niet zachtzinnig daarna met je.'

Ik knik en kijk hem daarna weer aan. 'Jason was het toch' vraag ik.

Hij glimlacht, 'ja Selena.'

'Hoe lang zit je hier al?'

'Sinds hij onze ouders vermoorde. Ik probeerde hem aan te vallen maar hij verlamde me en bracht me hier.'

'Dus dat is al zestien jaar?'

Hij knikt, 'en hoe was jouw leven in de mensenwereld?'

'Het was goed, ik heb er twee broertjes en een zusje. Ik woonde bij een vriendelijke jonge vrouw, Maria heet ze. Ze heeft me veel geleerd.'

Hij glimlacht en slaat voorzichtig een arm om me heen, 'geen zorgen zusje. Ik zal je beschermen tegen Hades-'

'Hades' vraag ik.

'Onze oom' zegt hij, 'oftewel de Duistere heerser.'

Ik knik, 'en verder? Je zei dat je me zou beschermen tegen Hades...'

'Tot Abdias en Helia ons komen bevrijden.'



twin GirlsWhere stories live. Discover now