Inleiding

21 0 1
                                    

'Ren, nu! Neem zo veel mogelijk mee en ren!' 'Nee, mam! Ik kan je zo niet achterlaten! Niet zo!' ' Ik hou van je, dat je dat nooit vergeet.'

Dat was het laatste wat mijn moeder ooit tegen me heeft gezegd. Toen heb ik al mijn spullen gepakt en samen met mijn zusje weggerend. We zijn de bossen in gerend, zo hard als we konden. Toen ze niet meer kon, heb ik haar op mijn schouders gedragen en ben ik verder gaan rennen. Ik wist toen niet waar ik heen rende. Ik was nog nooit buiten De Stad geweest. Maar ik kon ook niet naar buiten, want er was een koepel overheen. Die koepel beschermde ons, dachten we. Totdat hij gebroken werd. Toen stortte alles in en overal was paniek. Waar moesten we nou heen? Hier blijven of wegrennen? Niemand wist het. Want niemand was ooit buiten de koepel geweest.

De KoepelWhere stories live. Discover now