Hoofdstuk 19 - Ombers straf

3.5K 82 16
                                    

Na een lange, slapeloze nacht sta ik op met een doffe hoofdpijn. Het is nog geen half zeven, maar ik houd het niet meer langer uit in bed. Mijn ogen zijn dik van het huilen en ik voel me radeloos. Elke vezel in mijn lichaam verlangt naar hem, maar dan hoor ik in gedachten weer de woorden van Omber, dat niet alleen ik in gevaar kom als ik mijn relatie met Draco voortzet, maar hij ook en misschien zelfs zijn familie. Omdat ik het binnen niet meer uit kan houden, trek ik mijn sportkleding aan, glip ongezien naar buiten en ren langs het meer tot ik niet meer kan, me niet bewust van de zwarte roofvogel die me heel hoog in de lucht volgt. Na een uurtje kom ik hijgend binnen en ga onder de douche staan waar ik met koud water mijn nog steeds gezwollen ogen probeer te kalmeren. Vervolgens doe ik mijn haren in een strakke knot, ik maak me zwaar op, zodat niemand kan zien dat ik gehuild heb en trek mijn gewaad aan. Geen sieraden vandaag. Met Lucy om mijn hals loop ik naar beneden. Ik ben van plan hem vanaf daar terug te laten glijden naar Draco, maar ik sta nog niet in de leerlingenkamer als hij voor me staat, hand in hand met Patty. Een ogenblik zie ik sterretjes voor mijn ogen, dan, met uiterste zelfbeheersing zeg ik: 'Goedemorgen Patty, ik zou er graag langs willen.' Ik durf Daco niet aan te kijken, bang om mijn zelfbeheersing te verliezen, maar ik zie vanuit mijn ooghoeken dat zijn huid er grauw uitziet in het ochtendlicht. Ook hij heeft weinig geslapen.
In plaats van opzij te gaan, komt ze dichterbij me staan. 'Draco kwam gisteren naar me toe om te vertellen dat jij de grootste vergissing in zijn leven was. Dat hij het op aanraden van professor Omber en zijn ouders heeft uitgemaakt. En daarna kwam ik professor Omber tegen die zei dat het vanaf nu verboden is om vriendschappelijk met niet bloedzuivere tovenaars en heksen te praten. Dat wordt een nieuw decreet.'
Ik voel mijn wangen rood worden en opnieuw moet ik al mijn zelfbeheersing toepassen om haar geen klap in haar zegenvierende gezicht te geven. 'Houd je mond, Patty' zeg ik alleen.
'Oh ja,' gaat Patty verrukt verder, 'en ik heb professor Omber verteld dat je mij geslagen hebt. En dat je geklikt hebt bij Sneep. Hij heeft ons gisteren de hele ochtend jouw kamer laten schoonmaken en we moesten nog geld inzamelen ook voor nieuwe parfum en make-up. Professor Omber zei dat dat een schande is. Sneep wordt aangesproken, jij moet nakomen voor je leugens en je moet ons het geld terugbetalen wat wij hebben ingelegd.'
Vanuit mijn ooghoeken zie ik een spiertje in Draco's kaak trekken. 'Kom Patty, we gaan eten' zegt hij dof.
'Nee, ik ben nog niet klaar. Ik heb nog meer nieuws voor het modderbloedje. Daarnaast moet je nakomen, omdat Omber er zeker van is dat jij me toen behekst hebt met Korzel. Omber zei dat je zeker tot Kerst moet nablijven, om de boodschap goed te laten doordringen.'
Op dat moment knapt er iets. Als ik tot Kerst moest nablijven, kon dat net zo goed met een goede reden. In sisseltong spreek ik Lucy toe die, glad en soepel uit mijn gewaad glijdt en op Patty afkomt.
'Stop!' hoor ik Draco, eveneens in sisseltong, zeggen.
Ik kijk hem een ogenblik verbijsterd aan. Hoe kon hij toelaten dat Patty dit allemaal zei? Een ogenblik hebben we oogcontact, dan kijkt hij meteen weer weg.
'Wat was jij van plan? Wat deed je? Hoe durf je?' krijst Patty die geschrokken naar achteren gedeinsd was. 'Draco, wat deed zij met jouw slang?'
'Ik denk dat Lucy nog gewend was om naar haar toe te gaan,' antwoordt Draco emotieloos terwijl Lucy zich om zijn nek krult, 'het zal niet meer gebeuren.'
Ik voel mijn maag pijnlijk samentrekken. 'Laat me erlangs' herhaal ik met een trillende stem die ik haat, hij klinkt smekend. Patty stapt eindelijk opzij. Ze haalt haar gewaad overdreven naar zich toe zodat ik haar niet aan kan raken. 'Het is oorlog, modderbloedje' sist ze.
In plaats van naar de grote zaal loop ik naar de kerkers van Sneep. Ik hoop dat hij daar is en niet naar de grote zaal voor het ontbijt. De kerkers zitten nog op slot, maar ik vind hem gelukkig op zijn kantoortje. Hij lijkt niet verbaasd om mij te zien.
'Kom snel binnen,' zegt hij, 'over tien minuten moet ik bij het ontbijt zijn.'
'Professor, wat moet ik doen?' vraag ik wanhopig.
Sneep draait zich naar het raam en haalt een hand door zijn haar. 'Je moet sterk zijn, je zal veel moeten slikken en je moet je tijd afwachten. Het is misschien niet de raad die je wilt horen, maar het is de beste raad die ik voor je heb. Ik heb Omber nu achter me aan omdat ik het gister voor je heb opgenomen. Ze noemde me – Sneeps mond vertrekt bitter – een bloedverrader. Ik kan je niet helpen zonder dat het verdacht is.'
'Patty heeft de oorlog aan me verklaard' zeg ik met trillende stem. 'Ze kan alles bij me doen als Omber erachter staat.'
Sneep ijsbeert een ogenblik heen en weer. 'Ik heb misschien een idee. Vraag bij professor Perkamentus om een overplaatsing van afdeling. Leg hem de situatie uit. Als ik je een tip mag geven, kies voor Huffelpuf of Ravenklauw. Omber zal Griffoendor als een oorlogsverklaring zien.'
'Dan zal ik Draco nooit meer zien' snik ik opeens. Op hetzelfde ogenblik pakt Sneep mij ruw bij mijn schouders. 'Niet huilen,' grauwt hij, 'ik wil je niet meer zien huilen. Je bent mijn... je bent een dochter van Zwadderich. Wij huilen niet. Wij trekken ons terug en berekenen onze volgende stap. Heb je dat goed begrepen?'
'U weet niet wat het is om...' werp ik tegen.
Sneep brengt zijn gezicht vlak bij het mijne. 'Ik weet beter dan wie dan ook hoe het is om iemand te verliezen,' schreeuwt hij bijna, 'en jij hebt nog hoop. Omber is niet voor eeuwig aan de macht.'
Met trillende handen veeg ik mijn tranen en zijn speeksel weg en ik knik.
'Zeg het' commandeert Sneep.
'Ik heb het begrepen' antwoord ik fluisterend.
Sneep kijkt me dreigend aan.
'Ik heb het begrepen, professor' zeg ik hardop terwijl ik mijn rug recht.
'Mooi! Dan gaan we nu eten.'
Als ik me omdraai legt Sneep een hand op mijn schouder. Verbaasd draai ik me om.
'Hier, het geld dat je Patty terug moet geven' zegt Sneep en hij drukt twintig galjoenen in mijn handen. Ik staar hem verbijsterd aan.
'Zie het maar als verlate verjaardagscadeautjes' zegt hij een beetje bruuks voor hij me de deur uit duwt.

In de grote zaal ga ik naar ik hoop voor het laatst aan de afdelingstafel van Zwadderich zitten, zo ver mogelijk bij Draco en Patty vandaan. Ongewild worden mijn blikken toch steeds hun kant opgetrokken en ik zie met groeiende woede en machteloosheid dat ze hem stukjes brood voert, overdreven hard om zijn grapjes lacht en hem steeds aanraakt.
Van mij raast het door mijn hoofd. Ze zal er spijt van krijgen zweer ik mezelf.

Na het eten komt Omber naar me toe. 'Juffrouw DeWinter, kan ik u nog even spreken voor de lessen beginnen?' Ik moet mezelfdwingen om mijn blik neutraal te houden, want de haat die ik van binnen voel,moet wel naar buiten stralen. Ik knik stijfjes en loop achter haar aan. Als zehaar kantoortje opendoet, verstijf ik. Al mijn jaargenoten plus Patty enMargriet staan binnen.
'Doorlopen juffrouw De Winter' zingt Omber bijna. Ze loopt achter mij langs engaat weer achter haar bureau zitten. 'Laten we beginnen,' giechelt zeopgewonden, ja, laten we beginnen met het misverstand van gisteren. Jij hebtleerlingen ervan beschuldigd dat ze jouw kleding, make-up en parfum vernieldhebben he? Het is ongelofelijk wat modderbloedjes doen om aandacht te krijgen.'
Ik voel een rode waas voor mijn ogen komen, maar ik probeer me uit alle machtte beheersen. Ik probeer aan Draco te denken. De eerste keer dat hij me kuste,gisterochtend, toen hij per ongeluk zei dat hij van me hield.
Een klop op de deur onderbreekt mijn gedachten en Ombers verhaal. Sneep komtbinnen. Een ogenblik gaat mijn hart sneller kloppen. Zal hij me redden?
'Ah professor. U heeft mijn briefje gehad.'
'Natuurlijk,' antwoordt Sneep nors, 'anders zou ik hier niet zijn.'
'We zijn hier bij elkaar om het misverstand van gisteren recht te zetten,' gaatOmber onverstoord verder, 'u heeft gisteren deze leerlingen beschuldigd van hetvernielen van de spullen van juffrouw De Winter, terwijl het overduidelijk isdat zij dit zelf in scene heeft gezet om haar medeleerlingen in een kwaaddaglicht te stellen.'
Ik zie Sneeps kaak straktrekken en zijn zwarte ogen smeulen. 'Jongedames,' zegthij emotieloos, 'mijn oprechte excuses voor het misverstand. Ik was in deveronderstelling dat er iemand gepest werd. Zoals jullie kunnen begrijpen, kanik pesten niet toestaan op mijn afdeling. Ik ben echter te snel in mijn oordeelgeweest, ik geloofde het modderbloedje. Ik hoop dat ik het goed kan maken doorjullie allen vijf punten voor Zwadderich te geven.'
Omber knikt goedkeurend. 'Mijn beste professor Sneep,' kweelt ze, 'gelukkigbent u toch de man die ik dacht die u was. Ik moet eerlijk toegeven dat ikgisteren twijfelde aan uw beoordelingsvermogen toen u het opnam voor hetmodderbloedje, tegen een groep bloedzuivere heksen en tovenaars in, maariedereen maakt weleens een fout. Kinderen, accepteren jullie de excuses vanprofessor Sneep?'
'Excuses aanvaard' dreunt de groep in koor.
'Prachtig, prachtig!' roept Omber geëmotioneerd uit. 'Dan moeten we nu helaasverder met een minder prettig gedeelte. De straf. Ja, ja juffrouw De Winter, udacht toch niet dat u hier ongestraft mee weg zou komen? Zoveel achterbaksgedrag, vanaf het begin van uw schoolcarrière al. U mag van geluk spreken datik u niet op de trein naar huis zet.'
Denk aan Draco, denk aan Draco herhaalik als een mantra in mijn hoofd. Denk aan de eerste keer dat je naast hemsliep. Toen hij je eigenlijk al leuk vond, maar het nog niet wilde toegeven.Hoe lief hij je mijn modderbloedje noemde.
'LUISTERT U WEL, juffrouw De Winter?' roept Omber plotseling.
Ik kijk haar onwillig aan. 'Jawel, professor' antwoord ik dof.
'Mooi! Laten we om te beginnen het financiële gedeelte regelen. ProfessorSneep, hoe veel geld heeft u de meisjes laten inzamelen?'
'Twee galjoenen per persoon, professor Omber' antwoordt Sneep vlak.
'Is dat niet een overdreven hoog bedrag, professor Sneep?' vraagt Omberkirrend.
'Juffrouw De Winter beweerde dat dat de schade aan haar spullen was. Ik geloofdehaar op haar woord.'
'Dat was dom van u' giechelt Omber.
'Daar heb ik mijn excuses al voor aangeboden' zegt Sneep koeltjes. Toch meen ikeen ondertoon van woede in zijn stem te bespeuren. Ik vraag me af hoe lang hetgeleden is dat hij zijn excuses onder dwang heeft moeten aanbieden. Vast nietmeer sinds zijn kindertijd. Waarschijnlijk voelt hij zich even vernederd alsik, met alle leerlingen om hem heen die hem minachten. Die gedachte geeft mewat troost. Ik recht mijn rug en probeer niet meer aan Draco te denken, maaraan de volgende stap. Wraak.
'Juffrouw De Winter. U betaalt uw medeleerlingen nu terug,' beveelt Omber metglimmende ogen.
Ik haal diep adem, steek mijn kin in de lucht en loop als eerste naar Pattytoe. Ik haal twee galjoenen uit mijn zak en laat ze in haar handen vallen,zonder haar aan te raken.
'Wat zeg je dan, modderbloedje?' snauwt Patty.
'Alstublieft, juffrouw Park' antwoord ik overdreven beleefd.
Een voor een ga ik de leerlingen langs. De meesten kijken triomfantelijk, eenenkeling voegt er nog een gemene opmerking bij.
'Zo juffrouw De Winter, dan komen we bij het laatste onderdeel. Nakomen.Jazeker, tot en met de Kerst. U gaat deze vakantie niet naar huis. U blijfthier, op Zweinstein en u maakt elke dag uw strafwerk, van acht uur 's ochtendstot tien uur 's avonds. Voordat de vakantie begint, komt u elke avond bij mij,van acht uur 's avonds tot tien uur 's avonds.'
Met alle zelfdiscipline die ik heb, antwoord ik 'ja, professor Omber.'
Tot slot ben ik genoodzaakt uw huisdier in te nemen. De leerlingen vanZwadderich ervaren het als zeer dreigend, zeker aangezien je huisdieren tegenmevrouw Park hebt opgehitst.'
'Nee' hijg ik zacht. Ik heb het gevoel dat ik niet nog meer kan verdragen.
Omber lacht verheerlijkt. 'O jawel, bedenk wie je ermee raakt als jetegenstribbelt.'
Dan trek ik het niet meer. Met mijn kaken zo strak opeengeklemd dat mijn tandenknarsen, en in een waas loop ik het kantoor uit, pardoes tegen Harry aan.

Bijles van DracoOnde histórias criam vida. Descubra agora