Hoofdstuk 3

1.8K 178 105
                                    

De rest van de dag hoorden ze niets meer van Aerendyl en de vluchtelingen. Al snel raakte Pax geërgerd en snauwde hij iedereen die te dicht in zijn buurt kwam af. De blik in zijn groene ogen, nu donker en overschaduwd door zorgen, maakte Genesis onzeker. Nu hij het had bijgelegd met Lunar leek hij zich nog drukker te maken om het welzijn van Silvan en ze vroeg zich af of hij het aan zou kunnen, moest zijn vriend gesneuveld zijn.

Misschien was die gedachte op haar gezicht af te lezen geweest, want plots raakte Duvalls hand heel kort haar schouder aan, als om haar gerust te stellen. Ze keek meteen naar hem op, maar was bang voor zijn nieuwe gezicht; voor de kille blik in zijn ogen en zijn hoog geheven kin – de houding van een prins.

Tot haar opluchting herkende ze hem zoals hij hoorde te zijn, zijn wenkbrauwen bezorgd gefronst en een zachte blik in zijn smaragden kijkers. 'Hé, gaat het wel met je?'

Ze werd verscheurd van binnen door zijn gemeende woorden. Hij had al het recht om haar te negeren, om zich van haar weg te draaien en haar verdriet te vergeten. Zij had hem pijn gedaan, niet andersom.

Maar ze was zwak, altijd geweest, en ze gaf geen antwoord. In plaats daarvan drukte ze haar gezicht tegen zijn borst en snoof zijn vertrouwde geur op, sloot haar ogen en zuchtte: 'Ja.'

'Zo ziet het er niet naar uit,' mompelde hij. Zijn lippen streken langs de bovenkant van haar hoofd en zijn vingers streelden haar schouders. Zijn aanraking was verrassend koel, ondanks de hitte in het woud. 'Wees eens eerlijk.'

Langzaam keek ze op en ontweek zijn blik. Haar ogen focusten zich op zijn kin. 'Ik ben egoïstisch, weet je? Ik denk alleen aan mezelf. Mijn – Mijn moeder is voor mij gestorven en toch kan ik nauwelijks om haar huilen of treuren... omdat ik altijd heb gedacht dat ze allang dood was. Het voelt niet alsof ze er is geweest, tijdens mijn verblijf bij hém.'

'Genesis...'

'En Solène!' ging ze verder. 'Ze is al een halfjaar dood en soms – soms denk ik gewoon niet meer aan haar. Ik wil niet zo zijn, Duvall!' Snikkend keek ze naar hem op en schudde wild haar hoofd. 'Ik wíl hen niet vergeten, maar toch lijkt het alsof dat is wat ik altijd doe. Misschien laat ik te gemakkelijk los, of net te moeilijk. Ik weet het niet. Ik weet het niet en het maakt me gek!'

'Rustig maar.' Hij vouwde zijn vingers rond haar kin en tilde haar hoofd op, en nu pas begreep ze waarom hij niet meer boos op haar was. Hij had de actie van zijn vader gevoeld en hij had haar angst erdoor waargenomen. 'Ik wil dat je kalmeert en me eerst vertelt wat mijn vader tegen je heeft gezegd. Daarna praten we over jouw problemen. Je bent verward door hem, Genesis. Hij is goed in het breken van de geest.'

Ze slikte. 'Goed.' Haar stem klonk hees.

Duvall draaide zijn hoofd en keek naar kapitein Lunar, die alles zwijgend had gevolgd. Zijn zwarte ogen stonden bedachtzaam en berekend, zoals het een ervaren kaperkapitein betaamde. Zwakte was zijn sterkte. 'Kan ik ergens mee helpen?' vroeg hij beleefd.

Gelukkig schudde Duvall glimlachend zijn hoofd en hij legde een hand op de schouder van de man. 'Alles gaat goed, kapitein. Genesis en ik hebben wat zaken te bespreken, maar ik zou het erg waarderen als u ons waarschuwt bij het zien van de elfenkoning. Hij kan beter niets horen van wat we te zeggen hebben. O, en...' Hij blikte naar de ijsberende Pax, die met zijn handen in zijn haar nog bezorgder en vermoeider oogde. 'Houdt een oogje in het zeil. Hij ziet er niet al te best uit.'

'Dat komt voor elkaar, mijnheer.' Lunar boog diep voor Duvall en Genesis begreep dat de twee mannen elkaar respecteerden omwille van hun functies en status. Beide waren ze geboren strategen en ze apprecieerden elkaars belangen. 'Ik zorg ervoor dat niemand in jullie buurt komt.'

PAX - De BegaafdenWhere stories live. Discover now