14.

3.1K 191 182
                                    

Dave

Carlos duwde me.

Ik zit op de grond. Mijn ogen zijn gericht op die van Carlos. Hij zei niks, sterker nog, hij keek me niet meer aan na zijn actie. Aan zijn lichaamstaal te zien en de manier hoe hij naar de grond kijkt, onrustig en angstig, vertelde me dat Carlos in shock was.

En niet alleen Carlos.

Ik voel me misselijk en tegelijkertijd woede in me rijzen.

Wie heeft Carlos zo toegetakeld?

Zijn gezicht zag er niet meer uit. Zijn linker gedeelte lijkt weggevaagd, het is rood. Overrompeld en enkele stukken huid is volledig weg. Zijn oog lijkt kleiner en ik zie dat zijn lip is gescheurd. Zijn nek en haar lijken geen wonden te hebben, maar wanneer ik naar zijn schouders kijk schiet er een rilling door me heen. Zijn tshirt zit tegen zijn schouders geplakt, beloven onder bloed en huid.
De rest van zijn kleren is ook rood, gemengd met enkele blauwe en zwarte vlekken van het stof zelf.

"Carlos," ik duw mezelf van de grond af en stap naar hem toe. Ik laat me door mijn knieën zakken en probeer oogcontact te maken met de gewonde jongen.

Carlos reageert niet. Niet op mijn stem en niet op mijn beweging. Zijn ogen zijn nog altijd op de grond geslagen en zijn ademhaling lijkt versneld. Ik heb het fout. Carlos reageert onbewust. Hij lijkt een angstaanval te hebben maar gelijkertijd volledig geblokkeerd te zijn.

Ik besef dat contact leggen niet gaat werken en Carlos hulp nodig heeft.

Shit man.. Wat doe je in dit soort situaties.

Normaal gesproken zou ik naar beneden lopen en om hulp roepen.. Maar waarom zou ik? Het geeft me een slecht gevoel. Alsof deze mensen totaal niet te vertrouwen zijn. Anders hadden ze toch wel iets opgemerkt. Wie ziet nou niet dat zijn of haar kind volledig verbrand is?

Iemand die zijn kind verwaarloosd. En dat valt niet te zien om hoe Carlos overal behandeld wordt maar ook waar hij nu is. Liggend in een vochtige kamer op een vieze vloer.

"Carlos kun je staan?" Ik sta op en richt me ogen op hem. Opnieuw geen reactie.

"Kom," ik ga achter hem staan en hijs hem voorzichtig overeind. Carlos voelt warm en tegelijkertijd door zijn lichaamsbreedte heel sterk. Maar hoe sterk kan je hiervoor zijn.

Ik pak zijn hand beet die op zijn beurt weer koud aanvoelt. Ik leid hem naar beneden de voordeur uit. Het maakt me opgelucht dat ik niemand Ben tegengekomen. Met Carlos aan mijn zijde ga ik naar mijn auto.

...

"Je kunt niet naar binnen," een man met een witte labjas staat voor me. Ik mag hem nu al niet meer.

"Waarom niet?"

"Hij is nog niet bij. Je bent geen familie. We adviseren eerst om zijn fa-"

"Ik wil naar Carlos toe." Onderbreek ik hem. Mijn stem is duidelijk wat harder geworden want een aantal mensen binnen wachtkamer kijken op. "Het kan me niet schelen of ik wel of geen familie ben. Ik geloof ook niet of je die erbij wilt hebben."

"Pardon?"

"Welke kamer ligt hij." Ik kijk de man aan. "Ik heb hem hier gebracht en ik wil hem nu zien. Ik heb zes uur gewacht." Het is inmiddels avond en de hele dag heb ik rondgebracht in dit stinkgebouw. Ik ben moe en ik wil naar Carlos. Ze vertelde me dat het goed gaat, hij in shock leek te zijn en op bepaalde plekken derde graat verbrandingen had. Ze hadden hem meteen onder handen genomen naar de operatiekamer. Ze blijven me verzekeren dat alles goed is gegaan, maar ik wil Carlos zien. Ik wil met mijn blote ogen zien dat Carlos niet in angst is.

I kissed a boy (nl boyxboy) Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu