De begrafenis

46 3 3
                                    

"Ben je er klaar voor?"

Sabrine bekeek zichzelf in de spiegel. Ze zag bleek, zeker in het zwarte pak dat ze droeg, haar ogen opgezet van de vele tranen die haar ogen hadden verlaten deze dagen, die als een roes voorbij waren gegaan, elke dag werd ze wakker hoopte ze dat het slechts een nare droom was geweest en dat Nanna beneden op haar zou wachten met de bittere thee waar ze zo'n hekel aan had. Elke ochtend opnieuw kwam de waarheid hard bij haar binnen toen de keuken leeg bleek te zijn en er geen kop warme bittere thee op haar stond te wachten. Elke dag kwamen er mensen over de vloer, de meesten kwamen om hun medeleven te betuigen en haar een hart onder de riem te steken middels een schaal eten of een praatje. Helaas kwamen er ook mensen binnen die iets van haar moesten, dingen die geregeld moesten worden, waarvan de begrafenisondernemer elke dag door de deur kwam om bepaalde momenten en afspraken met haar door te nemen, welke kleding moest Nanna aan, of ze al een kist had uitgezocht uit de brochure. Nee! Had ze willen gillen toen hij er voor de derde keer op een rij naar vroeg. Ze had geen kist uitgezocht, dat wilde ze niet, ze wilde niet dat het definitief werd, waarna ze in plaats daarvan mompelde dat ze het zou doen en vervolgens haar tranen probeerde in te slikken. De man deed immers ook maar zijn werk. Nanna wilde begraven worden op een begraafplaats midden in het bos, een oude plek vertelde de man, Gerard, slechts een enkeling kreeg toestemming om daar begraven te worden. Typisch Nanna, had ze op dat moment gedacht, wilde weer ergens liggen waar slechts een paar mochten komen. De rouwkaarten moesten geregeld worden net als een lijst met adressen van genodigden, wilde ze wel of geen rouwboeketten? Nanna had dat niet op haar wensenlijst staan, maar deed ze er goed aan om toch een rouwboeket mee te nemen? En dan de steen, Nanna wilde natuursteen, maar de kleur en de tekst mochten haar nabestaanden bepalen. Ze had gekozen voor een groen graniet met niets meer dan de volledige naam van Nanna en de geboorte en overlijdensdatum, de steen zou pas over zes weken geleverd kunnen worden.

Katharina stond achter haar met haar winterjas en legde deze over haar schouders, via de spiegel keek ze haar even bemoedigend aan, haar blauwe ogen toonden verdriet, voordat ze wegliep. Ineens drong het tot Sabrina door dat zij niet de enige was die verdriet had om de dood van Nanna, vele mensen die haar hadden gekend hadden verdriet. Voor Katharina was Nanna net zo goed een vriendin geweest.

Sabrina ademde een paar keer diep in en uit, scheurde zichzelf los van haar vermoeide spiegelbeeld. Langzaam daalde ze de trap af, haar hand gleed over de leuning, misschien was dit wel het laatste van Nanna had aangeraakt. Iemand had de voordeur opengelaten zodat de koude februari lucht naar binnen kon komen, de cv-ketel op zolder sloeg aan en bromde zijn bekende geluid dat nu harder klonk dan het ooit eerder had gedaan, alsof het huis ook afscheid wilde nemen van de laatste bewoner. Een paar seconden stond ze in de deuropening te kijken naar de lijkenauto die voor de ingang stond, de kleur was zoals gebruikelijk zwart, de witte kruizen op de zwarte vlaggetjes die voor op de motorkap geplaatst waren gaven aan dat er een lichaam vervoerd werd. Achter de rouwauto stond een zwarte mercedes E klasse, Leanne liep naar haar toe en sloeg haar arm om haar heen, samen liepen ze naar de tweede auto. Sabrina gaf de chauffeur een hand omdat de regels van beleefdheid dat vereisten, maar ze was zijn naam al vergeten voordat ze zijn hand had losgelaten. Ze stapte in en liet zich in de zachte kussen achterover vallen, de auto kwam in beweging, het begin van een definitief afscheid van Nanna.

De bomen omringden de plek die oud aanvoelde alsof hier al eeuwen lang mensen ten ruste werden gelegd. Stoomwolkjes van uitgeademde lucht versterkten het mystieke gevoel toen ze langzaam tussen de bomen door zweefden. Nog niet eerder had ze van deze begraafplaats gehoord, maar de nieuw was hij zeker niet. Er stonden grafzerken op waarvan de tekst bijna niet meer leesbaar was en op elk ander moment was ze stil blijven staan om de tekst te proberen te ontcijferen, nu had ze er geen oog voor. Haar aandacht ging volledig naar de groep van zes mensen voor haar die op hun schouder, drie aan elke kant, de kist droegen. Ze kwamen aan op de plek waar de kist in de grond zou zakken. Terwijl ze naar het diepe gat keek waarin ze straks de kist met daarin het lichaam van haar laatste familielid zou achterlaten vroeg ze zich af of de kist de druk van het zand zou kunnen weerstaan of dat het gewicht de kist zou verpletteren en daarmee Nanna. Rare gedachten kwamen bij haar op als dat Nanna leefde en dat ze zou voelen hoe de druk steeds zwaarder werd, waardoor ze alsnog stierf. Ze schudde dergelijke rare gedachten van zich af en focuste zich op de voorganger die had gewacht tot de dragers de kist op de lift boven het gat hadden geplaatst en daarna een stap achteruit namen.

"We zijn hier bijeengekomen om afscheid te nemen van Elisabeth Maria Salek.."

De voorganger vertelde dat hij niet veel kon vertellen over de jeugd van Nanna of over de tijd dat ze Sabrina's moeder moest opvoeden. Sabrina had er nooit veel bij nagedacht maar nu leek het vreemd dat ze niets wist van het verleden van Nanna, ze was er altijd geweest, zolang zij zich kon herinneren en nog niet eerder had ze Nanna naar haar verleden gevraagd of had Nanna de behoefte gevoeld erover te praten. Het verleden lieten ze liever rusten, niet omkijken maar vooruit kijken was een van Nanna's uitspraken na de begrafenis van haar ouders en broertje. Het duurde dan ook slechts tien minuten voordat de man zijn toespraak afrondde en de kist langzaam in de grond verdween.

Sabrina had geweigerd om de eerste schep aarde bovenop de kist te gooien, ze vond dat een rare gewoonte, alsof de overledene het je kwalijk zou nemen dat je geen zand boven op de kist hebt gegooid. Dood was dood, volgens Sabrina bestond er geen hiernamaals of een reïncarnatie.

Langzaam zag ze het zand steeds meer van de kist opslokken voordat het volledig was verdwenen, Sabrina was in de tussentijd allang alleen gelaten. Nog steeds staarde ze naar het nog kleiner wordende gat, zich afvragend wie een oude vrouw zo zou toe takelen voor niets. Ze had gezocht maar kon niet ontdekken dat er ook maar iets uit het huis verdwenen was. De grote vraag voor iedereen was dan ook wie en waarom Nanna vermoord was, wat had iemand ertoe gedreven om dit te doen? Was het een noodlottig ongeluk en wilde ze zeker wat stelen, maar werden ze gestoord door Nanna? Waarna ze besloten dat ze vermoord moest worden? of was het in een opwelling gebeurd uit angst? Of was het gepland? Was het de bedoeling dat Nanna vermoord werd? En waarom dan? Voorzover zij kon bedenken had Nanna geen vijanden gehad.

De grafdelvers waren klaar en lieten haar alleen achter, ze bleef nog een paar minuten staan voordat ze haar ogen los maakte van de bult, ze draaide zich om en zag links van haar een lichtstraal van de zon dat precies boven op een graf scheen. Sabrina werd erdoor aangetrokken en als vanzelf liepen haar voeten naar de steen, ze ging ervoor staan. Zo op het eerste oog was er niets bijzonders aan de steen, de voornaam was nog half leesbaar, waar de achternaam geheel versleten was en ook de sterfdatum was duidelijk te lezen, waar de geboortedatum moeilijk te ontcijferen was.

"Elena"

Mooi naam vond Sabrina, misschien als ze ooit een dochter had dat ze haar dan eenzelfde naam zou geven. Ze probeerde de geboortedatum te ontcijferen en schrok toen haar dat lukte, de vrouw die hier lag was geboren op dezelfde dag als Sabrina en ze was slechts zeventien jaar geworden. Jonger dan Sabrina nu was. Een gevoel van medelijden overviel haar, het maakte haar neerslachtig.

"Wees niet verdrietig, dat is lang geleden"

Wat? Wie? Waar? Ze draaide om en keek rond om zich heen, ze zag een meisje achter de steen vandaan komen. Het leek alsof ze in de spiegel keek, zo leek de jonge vrouw op haar. Behalve haar kleding die leek te komen vanaf een flimset over lang vervlogen tijden. Ze liep om de steen heen en ging naast Sabrina staan, ze keek even naar de inscriptie voordat ze zuchtte.

"Wie ben je?"

Een zachte glimlach sierde haar mond terwijl de grijzen ogen die de hare evenaarde naar haar keken. "We lijken op elkaar, jij en ik, hij zal je gelijk herkennen als hij je ziet"

"Wie? Wie zal me herkennen?"

"Hij zal je doden als hij weet wie je bent. Jij bent de enige overlevende, jij bezit het bloed"

"Sabrina?"

Leanne riep haar, ze antwoorde dat ze er zo aan kwam, maar toen ze zich omdraaide was haar evenbeeld verdwenen. Ze draaide om haar as, kijkend of ze haar nog kon vinden. Een schim kwam door de bomen haar kant oplopen, verachtingsvol hield ze haar adem in en liet deze los toen Leanne uit de schaduwen stapte.

"Daar ben je, kom laten we gaan het wordt donker"

Sabrina knikte en liep met haar mee naar de auto, haar gedachten nog bij de jonge vrouw en de waarschuwing die in haar zachte stem had geklonken.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Oct 07, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Hidden city of vampiresWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu