De Marauders

1.8K 86 11
                                    

Ik word wakker van een harde lach. Ik ga overeind zitten en zie dat Lily ook overeind zit. We kijken elkaar vragend aan en gaan richting de leerlingen kamer. Als we de deur openen zien we de Marauders heel hard lachen. Lily zucht hoorbaar. De jongens stoppen met lachen en kijken ons aan. "Evers!" roept James. Ik begin te grinniken om James roeping en de reactie van Lily. 
"Noem me niet elke keer 'Evers!'" zucht Lily. Ik begin nu hardop te lachen. "Wat is er zo grappig, Fontaine?" vraagt Sirius. "Zeg maar gewoon Nina. En wat James en Lily doen," grinnik ik. Sirius begint het door te krijgen en begint te lachen. Ik zie dat er meer leerlingen naar beneden komen. "Wat is er aan de hand?" vraagt een ouder meisje met rood haar. "Lachende jongens," wijs ik naar de jongens. Haar mond vormt een 'O'. Daarna loopt ze met een paar andere meiden weer naar haar slaapzaal. Lily en ik gaan ook naar onze slaapzaal en kleden ons aan. Ik bekijk me in mijn nieuwe gewaad. Lily grijnst bij het zien van mijn gezicht. "Nog nooit een zwart gewaad gedragen?" Ik schud mijn hoofd. "Alleen maar blauw." Lily grinnikt en ik doe mijn lange zwarte haar in een staart. Samen lopen we naar de eetzaal. Of zoals dat hier heet; De Grote Zaal. We gaan aan de lange Griffoendor zitten met veel andere leerlingen. Ik en Lily gaan na het ontbijt naar toverdranken in de kerkers. Samen met Zwadderich, maar dat leek Lily helemaal niet leuk te vinden. Wij gingen ergens in het midden zitten toen de professor er was. De Marauders zaten achter ons en die zaten allemaal irritant te fluisteren en professor Slakhoorn had niks door. Ik zag uit mijn ooghoek dat een jongen met vettig haar, die telkens Lily's aandacht aan het trekken was. "Wat moet hij van jou?" fluister ik Lily toe. Ze haalt haar schouders op. "Is James niet al te veel?" fluistert ze terug. Ik lach geluidloos. "Lukt het met de Flegmaflip?" vraagt professor Slakhoorn. "Eh... ja, hoor," antwoord ik. Eigenlijk gewoon niet, maar ja. Lily lukt het, mij niet. Ze roert er nog een keer in en we zijn klaar. We vullen een flesje en zetten het op Slakhoorns bureau neer. De bel gaat en samen lopen we naar de volgende les, geschiedenis van Toverkunst. Ik ga achteraan zitten. 'Zullen we voor aan zitten? Vraagt Lily. 'Nee, achteraan is veel leuker!' Zeg ik. Ik klop op de stoel naast mij. 'Nee, sorry, maar ik wil vooraan, dan hoor ik Kist beter,' zegt ze en gaat vooraan zitten. De andere mensen komen ook binnen. 'Mag ik hier zitten?' Vraagt een stem. Ik kijk op en zie Remus staan. 'Ja, tuurlijk,' zeg ik. James en Sirius gaan voor ons zitten en Peter voor hun. Een meisje van Griffoendor gaat naast Lily zitten en begint hard tegen haar te praten. Ik grinnik en zucht opgelucht, omdat ik dat geklets niet aan hoef te horen. 'Ey Fontaine,' zegt James. 'Hoi James en mijn naam is nog steeds Nina,' zeg ik. Sirius grijnst naar me. 'Tisser?' 'Nee gewoon hoe je dat zei,' zegt hij. 'Wat is er daar zo grappig aan?' Vraag ik halflachend. 'Nee, laat maar,' zegt Sirius en draait zich weer om. Ik kijk vragend naar Remus. Hij haalt alleen zijn schouders op en maakt aantekeningen van de les. Ik vind het maar saai en bedenk pranks die ik ooit zal uithalen. Ik teken hoe ik een spreuk uitspreek over iemand, die daardoor niet meer kan praten. Ik lach in me zelf, bij wie zal ik dat eens gaan uithalen? Misschien bij een van de jongens of een Zwadderaar. Nu grinnik ik hardop. James draait zich om. 'Wat is er?' Vraagt hij zacht. 'Nee, er is niks hoor,' grinnik ik. Hij pakt mijn perkament en bekijkt het. Ik probeerde het terug te pakken maar was te laat. James begon te lachen en liet het aan Sirius, Peter en Remus zien. 'Wil jij dat doen? Jij?' Vraagt Sirius ongelovig. 'Ja, dus...?' Zeg ik terwijl ik het perkament terug pak. 'Nee, het is gewoon... jij bent... jij en we zien jou dat eigenlijk niet echt doen,' zegt hij. 'Ja, zou je denken, hè. Dat onschuldige meisje dat het blijkbaar leuk vindt om grappen uit tehalen.' De jongens knikken. Ik begin te lachen. 'Nou het is dus zo,' zeg ik beslissend. Ik pak mijn veer en schrijf de spreuk van mijn grap op. (silencio) 'We kunnen dat ook doen bij secreetje,' stelt James voor. 'Wie is dat?' vraag ik. 'Zo noemen we de vriend van Lily en die zit bij Zwadderich,' antwoord Remus. Ik knik begrijpend. 'En dat willen jullie bij hem doen?' zeg ik een beetje meelevend. Het was wel de vriend van Lily en ik heb wel respect voor Lily's vrienden. 'Wacht is dat die jongen met dat vettige zwarte haar, die elke keer de aandacht van Lily probeerde te trekken?' schiet me in eens te binnen. Remus knikt. 'Ja, die. Help je ons?' vraagt Sirius. 'Nee, jullie helpen mij, want het was mijn idee,' zeg ik en ik zwaai met het blaadje voor Sirius' neus. 'Goed, maar wij regelen alles wel,' zegt James. 'Maar ik spreek de vloek uit,' zeg ik wijzend op mijzelf. 'Oké dan, maar wel goed doen,' zegt Remus. ''tuurlijk,' wuif ik die opmerking weg. Ondertussen gaat de bel en ik ruim mijn spullen op. Ik wacht op Lily bij de uitgang maar ik zie dat de jongens ook wachten. 'Was het gezellig?' vraag ik denkend aan dat ik naast 'kwebbel' moest gaan zitten. 'Haha, ja, het was super,' zegt Lily sarcastisch. 'Hey Evers,' zegt James, wanneer we langs lopen. Snel loopt Lily door naar de Grote Zaal voor lunch. Ik ga naast de jongens lopen. Ik grinnik weer, net als vanmorgen. Sirius slaat een arm om mijn schouders. 'Wanneer ga je het plannetje uitvoeren?' vraagt hij. Ik wijs met mijn stok op hem. Silencio zeg ik in mijn hoofd.(Ben goed in nonverbale spreuken.) Sirius snapt het niet en wil de vraag op nieuw stellen, maar er komt geen geluid uit zijn mond. 'Ja, Sirius, Ik heb het net gedaan, bij jou,' grijns ik gemeentjes. James ligt helemaal in een deuk. Ik hoor Peter ook grijnzen en Remus ook lachen. Sirius probeert te schreeuwen, maar dat lukt hem niet. 'Nee, jammer voor je, want mijn planning was dat diegene die ik heb vervloekt het de hele dag moet volhouden,' lach ik. Hij stompt me boos tegen we schouder. Dit gaat nog zo leuk worden met hen. 

Het was gelukkig weer avond. Nou ja, gelukkig? Voor Sirius dan. Ik ging eindelijk de vloek weer opheffen. We zitten nu voor de haard op de bank. Dag 1 en heb al goede vrienden gemaakt, dat is een record! Meestal doe ik daar een paar dagen over, maar nu niet. Ik lees in een van mijn boeken die ik heb meegenomen van thuis. Het is eigenlijk een best saai boek, maar ik kan niet anders. Misschien hebben ze hier wel een dorpje waar je als uitje naartoe mag. Net als in Frankrijk mochten we naar Parijs met Beauxbatons. Sirius tikt me aan. 'Wat is er nu weer?' zucht ik. Hij wijst op zijn keel en zijn mond. 'Oh juist, wacht even,' ik pak mijn toverstok en leg mijn boek even neer. Ik hef de vloek op en Sirius kan weer praten (zucht). 'Doe dat nooit meer, Fontaine!' zegt hij. 'Oké, één: mijn naam is en blijft Nina en twee: dat zal echt wel vaker gebeuren,' zeg ik lachend. James grinnikt. 'Volgens mij hebben we een bijdehandje in ons midden,' zegt hij. 'Ik zit niet eens in het midden,' zeg ik eigenwijs. 'Ze is zeker bijdehand,' zegt Remus. 'Pfff,' zucht ik. Ik pak mijn boek en ga verder lezen. Langzamer hand wordt ik steeds duffer. Ik word moe en mijn ogen zakken heel langzaam dicht. Ze schieten weer open en dan ga ik met mijn hoofd tegen de bankleuning aanliggen. 'Ben je moe, ukkie?' vraagt James. 'Nee, hoor. Ik ga alleen wat lekkerder zitten,' geeuw ik. We vallen mijn ogen dicht en val ik in slaap.

Me and the MaraudersWhere stories live. Discover now