Hoofdstuk 8

236 10 1
                                    

We lopen door het donkere & koude bos. Sanne en ik zijn nu al 3 dagen vrij maar ik heb het gevoel alsof we al maanden door het bos lopen. Inees ziet Sanne wat.
"Sara, ik zie verderop een huis! Daar zouden we in kunnen slapen. Alleen als er niemand in zit natuurlijk." zegt Sanne ineens heel happy.
"Goed idee! Laten we er meteen een kijkje nemen." zeg ik. En we lopen naar het huis toe. Het huis ziet er niet heel mooi uit. Maar het is toch een huis waar we onderdak hebben. Zo moet je maar denken. "Het is zo stil. Het huis lijkt wel onbewoond. Ik zie ook nergens gordijnen hangen. We gaan wel even vragen of we 1 nacht hier mogen overnachten en dat we morgen weer verder gaan lopen. Dat vinden ze vast niet erg. Tenminste áls er nog mensen in dit huis wonen!"
Samen lopen we naar de voordeur. De deurbel klinkt hard door het huis. Ze wachtten, belden nog eens en nog eens. Er komt niemand!
Het huis staat blijkbaar leeg, of iemand doet gewoon niet open.
'Misschien is de achterdeur open.'
'Weinig kans. Het huis is denk ik niet bewoond.'
'Misschien is ergens een raam niet goed dicht.'
'Zullen we kijken?'
We knikken. Zonder nog iets te zeggen draaien ze zich weer om en liepen samen naar het huis.


You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Sep 02, 2017 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

SlaafWhere stories live. Discover now