Hoofdstuk 3: Mijn leven en andere leugens

112 13 1
                                    

Ginny

Eindelijk stopt de metro bij mijn halte na een rit die wel eeuwen leek te duren. Ik loop snel naar de deur en zie dat de vrouw die me aanstaarde ook opstaat. Ik moet haar zien af te schudden. Op het moment dat de deuren open gaan, snel ik naar buiten en probeer zo goed mogelijk op te gaan in de menigte. Het is druk op het perron dus dat komt goed uit. Ik kijk of de vrouw me achtervolgt, maar ik zie haar niet meer. Maar dat ik haar niet kan zien, betekent niet dat ze mij uit het oog in verloren. BOF!! Ugh, wat ik ben toch een ei af en toe. Ik was zo druk bezig met kijken of ik niet achtervolgd werd dat ik tegen iemand aan ben gelopen. Daar gaat het hele plan van niet opvallen. Waarom ben in toch altijd zo paranoïde?! Ik kijk op en zie dat ik tegen een jongen ben aangelopen. Hij lijkt ongeveer van mijn leeftijd. Zijn haar heeft een kleur rood die je tegenwoordig nog maar weinig ziet. De meeste mensen met rood haar hebben van dat onnatuurlijke rode haar, dat van hem ziet er wat meer natuurlijk uit. Ik mompel 'Sorry!' en loop snel verder in de hoop dat hij het erbij laat en verder gaat met zijn leven. En hopelijk ook snel vergeet dat er iemand tegen hem is aangelopen. Bij de uitgang kijk ik of ik hem nog zie, maar net zoals de vrouw die me aanstaarde, is hij alweer verdwenen in de menigte op het perron.

Het appartement waar ik momenteel woon ligt in een buitenwijk van Monagar, de hoofdstad van Het Koninkrijk der Verenigde Europese Naties, het land waar ik woon en opgroeit ben. Het is één van de rustigere en mooiere buitenwijken. Rustig betekent voor mij weinig controles en weinig politie, want bij iedere controle en met elke agent die ik tegen kom, is er kans dat ze me ontdekken groter en me afvoeren naar ik weet niet waar. Het appartement ligt op de vierde verdieping van een klein appartementencomplex. De mensen van wie het appartement is, zijn voor drie maanden naar het buitenland en ik woon er nu samen met hun schoonmaakster, die er altijd haar intrek neemt als haar bazen op vakantie zijn. Ze was helemaal niet verbaasd om me er op een avond aan te treffen en vond het prima als ik er bleef. Volgens mij vond ze het wel gezellig om een huisgenoot te hebben. Het was wel even schrikken voor mij. Ik had ingebroken in het appartement en lag te slapen op de bank, toen de voordeur opeens opengingen en een vrouw binnenkwam. Ze keek me bang en geschrokken aan. Even dacht ik dat ze de politie ging bellen, maar al vrij snel bleek dat zij ook niet de eigenaar van het appartement was. Haar naam is Senna en ze komt uit de Franse provincie. Zoals velen is ze naar de hoofdstad gekomen voor werk, maar heeft niets beters kunnen vinden dan schoonmaker of huishoudster. Ik heb niet veel last van haar. Overdag is ze aan het werk en komt 's avonds laat terug en gaat 's morgens vroeg weer weg. En dan de kans dat ze me aan iemand verraad is vrij klein, want zelf woont ze ook in een huis wat niet van haar is.

Zoals ik al verwachtte, is ze er niet als ik terugkom in het appartement. Bij gebrek aan iets beters, begin ik maar al vast aan het avondeten. Ik ben absoluut geen kooktalent, dus het is een snelle en simpele maaltijd. Ik heb koken een soort van opgegeven toen ik een keer bijna iemands keuken in brand heb gestoken. En als ik iets ingewikkelds probeer, vat het of vlam of het eind resultaat is een soort van viezig prutje. Ik ben aan het eten als de deurbel gaat. Mijn eten is absoluut geen hoogstaande de maaltijd, dus ik knikker het in de prullenbak onderweg naar de deur. Het is niet de eerste keer dat er iemand aanbelt, maar meestal was Senna thuis om open te doen. Het licht brandt en dat is over duidelijk te zien door de deur, dus ik kan niet doen alsof er niemand thuis is. Voorzichtig open ik de deur op een hele kleine kier en ik wens onmiddellijk dat ik dat niet gedaan had. Aan de andere kant staan twee mannen in pak. In Monagar betekent dat dat ze voor de regering werken. Mannen in pak zijn nooit goed nieuws. 'Goede avond, wat kan ik voor u doen?' Ik probeer mijn zenuwen niet te laten horen in mijn stem, maar ik weet zeker dat de mannen me doorhebben. De rechter man spreekt. Zijn stem is zwaar en hij heeft een westelijk accent. 'Goede avond, jongedame. We hebben van de buurtbewoners een melding gekregen over het feit dat een jongedame van een leeftijd waarop zij nog naar school zou moeten gaan, erg vaak thuis is. Natuurlijk moeten we zo'n melding controleren vanwege het strengere schoolbeleid wat een aantal maanden is ingevoerd. En ik heb het vermoeden dat we aan het juiste adres zijn. Mogen we binnenkomen zodat we dit verder kunnen afhandelen?' Er valt geen nee te zeggen tegen dit soort mensen, dat levert alleen nog meer problemen op. Dus met tegenzin open ik de deur verder zodat ze binnen kunnen komen. De linker spreekt voor het eerst. 'Zouden we je identificatie mogen zien?' Ik pak de pas met het alias dat ik momenteel gebruik uit mijn zak. 'Fiona Snow' leest de man hardop. 'Wat vreemd. Dit huis staat namelijk op naam van meneer Burgers. Kunt u dit uitleggen?' Hij kijkt me strak aan. Ik raak in paniek, maar ik probeer mijn pokerface intact te houden. Ik heb dit al vaker meegemaakt, waarom ben ik dan nu zo onrustig? Als ik straks een hartaanval krijg van de stress hebben ze me helemaal door. 'Meneer Burgers is mijn peetvader. Hij en zijn vrouw zijn een aantal maanden in het buitenland en ze hebben aan mij gevraagd of ik op het huis wilde passen. Ze vinden het een veiliger idee met de inbraakgolf van de laatste tijd.' Voor de overtuiging weet ik een glimlachje op mijn gezicht te toveren. Hij lijkt tevreden met mijn antwoord, maar hij kijkt nog wel een beetje achterdochtig. Ik heb het verhaal van de peetvader verzonnen, omdat dat soort dingen niet opgenomen worden in de officiële systemen, dus onmogelijk gecheckt kunnen worden. De meeste mensen geloven tegenwoordig niet meer en daarom hebben dit soort gegevens verwijderd uit de databanken. Het was zo'n onbelangrijk detail dat het allemaal onnodige ruimte innam. Ik weet zeker dat ik nog niet van deze mannen af ben. Dan begint de rechter weer te spreken. 'Maar dat lost ons probleem nog niet op. Naar school gaan tot de leeftijd van 18 jaar is wettelijk verplicht en door het nieuwe beleid van de Koningin wordt dat steeds makkelijker en goedkoper. Maar er is geen Fiona Snow te zien in ons systeem. Het lijkt erop alsof je nooit op school hebt gezeten, maar daar gaat verandering in komen. Je wordt maandagochtend om acht uur verwacht bij het Koninklijk Lyceum van Monagar. Zo te zien ben je niet Bevoorrecht, dus kan je gewoon gebruik maken van de normale schoolvoorzieningen.' Ik probeer te protesteren, maar de man kapt me af. 'Jongedame, als je dit doet, ben je van ons af.' Ik laat mijn opluchting niet merken. 'Ik zal maar zorgen dat je er maandag bent, jongedame. Anders volgen er zware consequenties. De school zal verder voor alle benodigdheden zorgen.' Met die woorden staan de mannen op en ik laat hen naar buiten. Ik slaak een zucht van opluchting als ik de deur sluit. Ze hadden niets in de gaten. Mijn vermomming is kennelijk nog overtuigend genoeg. Het enige wat ik moet doen is mijn hoofd morgen op school laten zien. Ik zal maandag naar school gaan, maar zo gauw school is afgelopen, zal ik weggaan. De stad is niet langer veilig. Als ze me niet aanhouden om te kijken of ik Bevoorrecht ben, houden ze me op zoiets stoms als school aan. Waarom moest Koningin Ella ook besluiten dat de leerplicht strenger nageleefd moest worden? Volgens mij ging iedereen netjes naar school, waar was een strenger beleid dan voor nodig? Vast om de regeringspropaganda er bij meer mensen in te stampen. Ik denk dat ik naar het platteland ga, daar leven ze die stomme regeltjes niet zo streng na. Mijn ouders zeiden altijd dat het platteland een toevluchtsoord was voor hen en allen die de regering wilde vermijden. Misschien kan het ook mijn toevluchtsoord worden. Misschien kan ik daar voor het eerst in tijden zonder me zorgen te maken leven en misschien kan ik in het toevluchtsoord van mijn ouders wel nog een aanwijzing over hun vinden. Ik zie het wel, maar in ieder geval ga ik weg uit Monagar.

BevoorrechtWhere stories live. Discover now