Mist - Linda van der Heide

51 3 2
                                    


Een snerpend geluid wekt me uit een droomloze slaap. Het geluid wordt harder, net zoals de pijn die steeds dringender wordt. Ik heb pijn in mijn buik en hoofd. Het is alsof die pijn me iets wil vertellen. Waarom heb ik mijn wekker gezet? Mijn mobiel geeft aan dat het maandag is maar hoe kan dat als ik niet eens weet wat er zondag is gebeurd. Ik wacht af op het moment dat alle herinneringen van gisteren bij me terug gaan komen. De minuten slepen voorbij terwijl de wekker door blijft piepen. De deur tot mijn geheugen blijft dicht. Het maakt niet uit hoe hard ik eraan trek. Gefrustreerd gooi ik de dekens van me af. Zwarte vlekken verspreiden zich als inktvlekken in mijn blikveld zodra ik opsta. Een golf van misselijkheid overvalt me.

Met een kloppend hoofd maak ik me klaar voor school. De felle kleuren en vrolijke printjes in mijn kast komen niet overeen met mijn donkere stemming. Ze vertellen me dat ik blij moet zijn. Blij omdat de mensen om mij heen dan blij worden. Blij omdat vrolijkheid de leegte opvult. Blij omdat als ik me blij gedraag, ik me ook blij begin te voelen.

Zwarte mist loopt uit de kier van de zwarte deur. Het sluit zich om mij heen als een deken. Zeggend dat ik verdrietig kan zijn, zeggend dat ik mezelf moet zijn. Ik wil de mist omarmen als een vertrouwde vriend maar mezelf zijn is geen optie. Mezelf zijn betekent dat ik voor anderen een leegte creëer. Waarom zou ik mezelf zijn als ik de deur naar mijn eigen leegte al bijna niet dicht kan houden?

Met alle kracht die ik in me heb duw ik de mist terug achter de deur. Ik voel me uitgeput. Al de kracht die ik uit mijn slaap gekregen heb verdwijnt in de mist.

Op school gaat het niet veel beter. Mijn vrienden vertellen elkaar over hun weekenden. Het is allemaal zo zorgeloos en zo normaal. Alleen Emma is verdrietig omdat haar vriendje alweer een date afgezegd heeft. Ik sla mijn armen om haar heen. Mijn vrienden zorgen voor een goede afleiding van de stekende buikpijn en de mist die wil ontsnappen.

'Hé Bay, wat heb jij gedaan?' Jane betrekt me zoals gewoonlijk bij het gesprek. Ik had tot nu toe alleen maar aandachtig geluisterd. Over mezelf vertellen doe ik bijna nooit tijdens de gesprekken die ik heb met mijn vrienden. Nu wil ik het al helemaal niet over mijn weekend hebben. Ik hou niet van liegen en het begint me ondertussen flink te frustreren dat ik me niks kan herinneren. Jane maakt het er niet beter op.

'Oh niks bijzonders. Gewoon wat op de bank gehangen met een grote schaal popcorn.' Ik glimlach. Dit antwoord stelt iedereen tevreden. Iedereen behalve Jane. Ze kijkt me vragend aan maar ik draai me om en loop naar de les.

In de les is Jane mijn gelogen antwoord nog steeds niet vergeten. Ik voel dat er een briefje onder mijn arm wordt geschoven en kijk haar aan. Waarom kan ze nooit iets loslaten?

Ze wijst dringend naar het briefje. Ik kijk haar vragend aan terwijl ik langzaam het briefje met mijn arm van de tafel duw. Helaas heeft ze mijn truc door en duwt ze het briefje in mijn hand.

Zuchtend maak ik het open.

Hey wat is er? Ik zie dat er iets niet goed is.

Wil je met me praten? Ik ben er voor je.

J.

Ik zet mijn meest overtuigende glimlach op en gebaar dat het niet hoeft. Voordat ze kan protesteren gaat de bel al. Ik werp nog een glimlach over mijn schouder terwijl ik me een weg baan door het lokaal. Weg van Jane. Weg van al die vragen die ik niet wil beantwoorden.

Ze roept me nog na maar ik doe alsof ik haar niet hoor.

Ik weet dat Jane me probeert te helpen maar haar bezorgdheid zorgt er voor dat ik meer aan mezelf ga twijfelen. Ik ben al tien minuten aan het hardlopen maar het lukt me niet om mijn gedachten te ontlopen.

YA Summer Camp 2015Where stories live. Discover now