Hoofdstuk 5 Have to work

957 9 3
                                    

‘PIEP PIEP PIEP PIEP PIEP PIEP.’ Slaperig open ik één oog.

‘PIEP  PIEP PIEP PIEP PIEP PIEP.’ ‘Verdomme..’ Brom ik.

Kreunend kom ik overeind. Ik hou mijn arm omhoog en ik zie op mijn communicator staan: WEKKER. ‘Ik heb geen wekker gezet.’ Mompelend wrijf ik in mijn ogen. Ik druk op het schermpje en onmiddellijk stopt het scherpe gepiep. Daarna sjok ik naar de badkamer om mijn slaperige gezicht te bekijken.

’S Ochtends ben ik nooit zo gezellig. Ik stap onder de douche en na het verfrissende water ben ik al heel wat opgeknapt.

Iets opgewekter loop ik terug naar mijn kamer. Snel zoek ik mijn ‘’strijderstas’’ en pak de kleren eruit. Een donkerbruine lange leerachtige broek, een zwart blousje van zo’n doorschijn stof en een zwart jackje. Dus niet zoals je een leger uniform voor je zou zien, en het lijkt al helemaal niet op een middeleeuws krijgers pak, waarbij je zo’n zwaar haarnas aan hebt met een zwaard om je middel. Nee dit was dus een strijders outfit, en die was helemaal niet zo vechterig als je zou denken. Om eerlijk te zijn ziet het er heel mooi uit.

Eerst pak ik schoon ondergoed uit de kast en daaroverheen trek ik de kleren aan. De kleren zitten heel comfortabel en je kunt er heel makkelijk in bewegen. Tevreden loop ik terug naar de badkamer. En ik pak de oude mascara van Amilie die ze me had gegeven omdat ik er nog geen gekocht heb. Zorgvuldig bind ik mijn haar in een hoge staart. Als laatste pak ik mijn suède laarsjes en daarna loop ik de trap af naar beneden.

Aan de ontbijtafel zit Amilie al met twee bordjes op me te wachten. ‘Wauw je hebt een eitje voor me gekookt!’ Zeg ik tegen haar terwijl ik mijn stoel naar achter schuif en erop neer plof. ‘Lief van mij hè.’ Met een verwachtingsvolle blik kijkt ze me aan terwijl ik mijn eerste hap neem. ‘Heerlijk.’ Beantwoord ik haar blik met volle mond. Tevreden knikt ze en daarna begint ze zelf ook te eten.

Met kriebels in mijn buik eet ik zonder te praten. De bloemen zijn verwisseld en ik vraag me af wie dat gedaan heeft. Geen zin om het te vragen laat ik het maar zitten. Ik denk op dit moment gewoon aan onzinnige dingen omdat ik zo zenuwachtig ben.

‘Ik ga ervandoor.’ Roep ik terwijl ik mijn tas pak. ‘Heel veel succes.’ Roept Amilie terug vanuit de woonkamer. ‘Dankje.’ Met een klap gooi ik de deur achter me dicht. Mijn tas hang ik aan mijn stuur en daarna stap ik op. Zwevend cross ik door de straten. De wind blaast de losse plukjes die uit mijn staar gevallen zijn alle kanten op. Ik volg de route die mijn zweeffiets display aan geeft. Ja sorry dat ben ik vergeten te vertellen maar dit handige dingetje heeft dus ook een hele tv installatie in het stuur zitten. Nee grapje alleen een schermpje met route beschrijvingen en wat ditjes en datjes. Niet zo bijzonder, eigenlijk is het gewoon te vergelijken met een tom-tom. En nee hier noemen ze dat niet angel-angel of zoiets, zo laag zullen ze hopelijk niet zinken.

Na ongeveer 10 minuten veranderd de omgeving, aan mijn linkerhand zie ik een groot bos. Door de laaghangende takken kan ik nauwelijks wat zien, maar als ik dichterbij was geweest had ik vast wel de mensen kunnen onderscheiden die in het bos aan het oefenen waren. Aan mijn rechterhand is een hele grote grasvlakte, het valt te vergelijken met het sportveld op school, maar dan nog groter. Het grenst aan het bos en aan de zijkanten zie ik verschillende open huisjes staan. En met open bedoel ik houten huisjes die aan de voorkant open zijn. Als ik nog wat dichterbij ben gekomen zie ik dat in het ene huisje allemaal verschillende wapens liggen, in de ander zie ik alleen maar spullen voor de verdediging, waaronder schilden en van die pantsers voor je armen in verschillende groottes. In een ander huisje is er alemaal eten en drinken uitgestald. Waarschijnlijk allemaal bijzondere powerdrinks en eten vol met suikers waardoor je nog meer kan presteren.

Verderop staat een grote man met een groot aantal mensen er omheen.

De man draagt net zoals alle andere een strijders uniform. Met een zware bubbel in mijn buik plaats ik mijn zweeffiets naast de andere voertuigen. De sleutel laat ik in mijn zak glijden. Terwijl ik naar de grote groep mensen loop kijk ik zenuwachtig naar mijn schoenen. Hopelijk zijn ze aardig. Ik sluit me aan bij de groep en de grote man kijkt me een keer diep aan. Zijn felle blauwe ogen dringen diep door. Hij wend zijn hoofd af en gaat verder met zijn praatje. ‘Zoals elke ochtend beginnen we met conditie training.’ Plots zie ik bekende blonde haren. ‘Nee..’ mompel ik. ‘Willen de nieuwe mensen zich even melden bij mij?’ Mijn aandacht gaat weer naar de man die de andere het grasveld wijst. ‘Beginnen jullie maar alvast met rennen.’ Roept hij tegen de mensen die blijkbaar niet nieuw zijn. Bijna de hele groep komt langzaam in beweging. Ik kijk ze na. Nee he, dat moeten wij zo ook doen. En mijn conditie is echt barslecht. ‘Humpfr.’ De man probeert met een kuch mijn aandacht te trekken. Geschrokken kijk ik op. Er staan nog een aantal mensen, een jongen met zwarte krullen. Een meisje met korte rode haren, een meisje met lange blonde haren en.. Ruben. ‘Oh ja sorry.’  Mompel ik onhoorbaar. De man kijkt me met opgetrokken wenkbrauwen aan en gaat dan door met zijn praatje. ‘Welkom.’ Mijn blik dwaalt af naar Ruben. ‘Mijn naam is Renée.’ Vervolgt de man zijn praatje. Ruben kijkt me aan met zijn groene ogen, en ik zie een heleboel emoties in zijn gezicht. Ik kijk neergeslagen de andere kant op. ‘Jullie hebben het geluk gehad dat jullie zijn uitgekozen om strijder te zijn.’ Het is beter dat ik mijn aandacht op Renée vestig want dit praatje kan nog wel eens belangrijk zijn. ‘Een strijder houdt in dat iemand, moedig, sterk, gehoorzaam en een doorzetter kan zijn. Iemand die niet snel opgeeft.’ Renée’s ogen staan sterk, hij praat dan ook vol overtuiging. ‘Ik leidt jullie op in de vorm van: conditie training, verdeding, vechten en het belangrijkste dapperheid. Want iemand zonder moed, durft niks.’ Zijn ogen kijken ons allemaal even aan. Alsof hij nog een keer wil checken of we wel dapper genoeg zijn. ‘Als ik denk dat jullie echt kunnen gaan vechten, krijg je een partner toegewezen. En die partner is meestal iemand die al veel ervaring heeft.’ Ergens in mijn buik krijg ik een vervelend gevoel. Want dat met dat partner gedoe betekent dat ik niet met Ruben kan. En dat had ik het fijnst gevonden. ‘Eerst wil ik dat jullie je straks voorstellen aan de hele groep zodra we klaar zijn met inlopen.’ Renée’s vinger wijst naar de groep mensen die aan het rennen is. ‘En nu chop-chop.’ Hij klapt in zijn handen. Met z’n vijfen beginnen we te rennen. ‘En zorg ervoor dat je de andere inhaalt.’ Roept Renée ons nog na. ‘Ja Dahaag.’ Antwoord het meisje met de blonde haren die naast mij rent. Ze zegt het op een manier van ik-zeg-dit-heel-arrogant-maar-dat-ben-ik-niet-hoor en dat doet me lachen. Ze kijkt me aan met een grijns op haar gezicht. ‘Het is dat we betaald krijgen zodat ik kleren kan kopen.’ Zegt ze. ‘Ik heet trouwens Melony.’ ‘Ik heet Fay.’ Ze knikt en verhoogt haar tempo. Ik denk dat ik haar best aardig kan vinden. Voor mij rennen de twee jongens. Waaronder Ruben. Ik weet niet waarom, maar ik blijf maar aan hem denken. Waarschijnlijk omdat we al een soort ‘’verleden’’ hebben omdat we bij het zelfde ongeluk zijn omgekomen. Ik merk dat hij af en toe achteruit kijkt en één keer kijkt hij me recht in de ogen aan. Ik glimlach maar hij draait blozend zijn hoofd terug. Ik ben benieuwd of hij mijn naam nog weet.

Na het inlopen moeten we ons voorstellen aan de groep.

De groep strijders bestaat uit een hele hoop verschillende mensen. Van grote mannen met brede borstkassen tot hele kleine vrouwen die zo dun zijn dat het lijkt alsof je ze makkelijk door binnen kan breken. Ook zitten er kinderen tussen. Ik denk dat de jongste een jaar of 14 is. Ik met mijn 16 jaar ben dus ook een van de jongere. Ruben is trouwens 17. Nadat we ons allemaal voorgesteld hebben draait iedereen zich weer naar Renée. Ik denk dat ik het hier best naar mijn zin kan krijgen, iedereen lijkt me best aardig. Hoewel er wel een paar mensen tussen zaten die me arrogant aankeken. Maar ik trek me er niks van aan, net zoals ik op school ook nooit deed.

Renée vertelt ons dat we gaan beginnen met de training. De groep wordt in tweeën gesplitst. De ene helft gaat één op één vechten en de andere gaat op een doel schieten. Ik zit samen met Ruben bij het één op één vechten. Er wordt ons verteld dat we een maatje moeten uitzoeken om mee te trainen. Hoopvol bewegen mijn ogen naar Ruben die mij ook aankijkt. Aarzelend zet hij een stap naar voren. Ik glimlach, ik weet dat hij met mij wil. Maar net voordat hij me kan bereiken stapt er een meisje van onze leeftijd tussen ons in. Terwijl ze hevig met haar wimpers knippert vraagt ze ‘Ruben heet je toch? Wil jij misschien met mij?’ Ze voegt er een smal grijnsje aan toe. Ruben’s ogen kijken verbaasd naar mij en dan naar die van haar. ‘Ja hoor.. Denk ik.’ Antwoord hij. Shit, ik draai me om om een andere partner te zoeken en ik zie dat er helaas nog maar 1 iemand over is. Een van de grootste en breedste van de groep, een vrouw met korte zwarte haren en angstvallig veel spiermassa staat dicht voor mijn neus. ‘Ik zie dat ik met jou zit opgescheept?’ Fluistert ze in mijn oor. De rillingen lopen over mijn rug. Ze trekt me mee naar een leeg plekje op het grasveld en begint met het gevecht. Het is de bedoeling dat je elkaar niet hard raakt, maar meer de zwakke plekken probeert te vinden, en dat je zorgt dat je langs de verdediging van de ander komt. Ik heb het er maar moeilijk mee. Uit mijn ooghoeken zie ik dat het meisje enorm met Ruben zit te flirten. En Ruben lacht terug. Helaas kan ik mijn aandacht daar niet lang op houden, want algauw voel ik een harde stoot tegen mijn kaak. Ik val op mijn rug en even wordt het zwart voor mijn ogen. Als ik ze weer open staan er een paar mensen over me heen gebogen waaronder Ruben, het flirtende meisje en het megamens. Renée komt aangesprint. ‘wat is er gebeurd Anja?’ vraagt hij aan megamens. ‘Ze was niet aan het opletten, ze tuurde naar die jongen daar.’ Tot mijn angst wijst ze naar Ruben die hopeloos begint te blozen. ‘Verdomme.’ Mompel ik zacht.

______________________________________________________________________________

Hoooi iedereen,

sorry sorry sorry voor de late update!

Maar ik had het echt druk met school.

Ik hoop echt heel erg dat jullie blijven lezen want hoe verder je komt hoe leuker het wordt.

EN hoe meer jullie stemmen en reageren hoe sneller ik update =D

dusss.. ;)

The Afterlife.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu