Hoofdstuk 4 The City

1K 7 1
                                    

Als ik door mijn tuin inloop zie ik een zweeffiets staan. Ik ben heel erg benieuwd naar mijn huisgenoot dus ik loop snel naar binnen. Op de bank in de woonkamer zit een meisje, en als ze me in de gaten heeft springt ze op van de bank. Het beeldschone meisje heeft bruinrode haren tot ver over haar schouders en bruine ogen. Tot zover ik het kan inschatten is ze even groot als ik en ze ziet er heel leuk uit. ‘Jij bent vast mijn nieuwe huisgenootje!’ Begint ze met een stralende glimlach. ‘Dat klopt.’ Lach ik terug. Ik strek mijn hand uit en als een soort hyperactief kleutertje schud ze hem. ‘Welkom! Ik heet Amilie.’ ‘Hoi, ik ben Fay.’ ‘Fay..’ Herhaalt ze. ‘Ik ben erg slecht in namen dus geef me maar flink op mijn kop als ik je perongeluk Feline noem ofzo.’ Ze kijkt me poeslief en onschuldig aan waardoor ik moet lachen. ‘Wat is je baan?’ Ze gebaard met een kort tikje van haar hoofd naar mijn tas waar de naam niet te zien is omdat die aan de kant van mijn been zit. ‘Strijder.’ Zeg ik met een teleurgesteld gezicht. ‘Wauw strijder!’ Verbaasd kijk ik haar aan door haar uitbarstende reactie. ‘Wat is daar nou zo wauw aan?’ Vraag ik. ‘Dat lijkt me zo cool! Ik ben maar een eenvoudige kledingwinkel eigenaar. Ik verlang ook naar iets spannends in mijn leven.’ Met deze gedachte in mijn hoofd bedenk ik dat ik het misschien toch best goed getroffen heb. ‘Kledingwinkel eigenaar klinkt ook leuk!’ En dat lijkt me serieus leuk, ik zei het niet alleen om haar goed te laten voelen.

Na een tijdje gepraat te hebben ben ik erachter gekomen dat ze is omgekomen doordat ze is aangereden. We hebben elkaar een aantal keren medelevend aangekeken toen we op het onderwerp familie kwamen. Maar door dit gesprek ben ik wel veel meer over haar te weten gekomen. Zo zat ze in een band als lead zangeres, en waren ze binnen Nederland al best bekend, al had ik nog nooit wat van ze gehoord. Ze zat in de 5de van het vwo en was de ochtend van het ongeluk op weg naar school. Verder had ze nog een klein broertje van 4 wat dus een beetje een laatkomertje was en een kat die ze Stinky had genoemd toen ze klein was. Toen ze dat vertelde was ik in lachen uitgebarsten en had ze me vrolijk aangekeken. Verder was ze bijna altijd vrolijk, vroeger werd ze dan ook wel het lachebekje genoemd. Op een gegeven moment keek ze op haar communicator en riep ze verschrikt uit dat ze weg moest, omdat dit slechts haar middag pauze was. Ik ben toen even met haar meegegaan achterop op de zweeffiets. Ik moet zeggen zo’n ding wiebelt als een gek. Ik heb even haar werkplek bekeken en heb al hele mooie kleren zien hangen. Jaloers dat ik was!

Nadat ik de winkel van Amilie uitgelopen ben zet ik koers naar de restaurant straat voor een lunch. Ik merk al meteen dat ik niet kan kiezen. Uiteindelijk kies  ik toch voor de saladebar en ik schuif aan op het terras. Na een tijdje komt een ober mijn bestelling opnemen. ‘Wat mag het zijn?’ ‘Een caesar salad en een ice tea.’ Antwoord ik op zijn vraag. Met een knikje loopt hij weg en na 10 minuten zet hij een prachtig versierd bord en een ice tea voor mijn neus. De geur van de dressing dringt mijn neus binnen en ik begin prompt te watertanden. Voordat ik aanval zal ik even beschrijven hoe het eruitziet. Het bord is eerst bedekt met krokante sla, met daartussen heel precies kipjes die in een cirkeltje neergelegd zijn. Daardoor heen liggen ansjovisjes verspreid en met de losse hand zijn er van die krokante vierkante brood stukjes overheen gestrooid. En de dressing is er heel precies overheen gegoten. De Parmezaanse kaas staat op tafel en nadat ik die eroverheen heb gestrooid is het helemaal naar mijn zin. Ja het is misschien raar dat ik dit helemaal zit te beschrijven, maar eten is nou eenmaal één van mijn favoriete dingen in de wereld. Ik geniet van elke hap die ik neem en tussendoor nip ik kleine beetjes van mijn Ice Tea.

Een tijdje later roep ik de ober voor de rekening die meteen komt aanlopen.

Ik besluit nog wat rond te gaan lopen in de winkelstraat omdat alles zo bijzonder was vergeleken met hoe het in Utrecht winkelen is. Op een gegeven moment sta ik zowat met mijn neus tegen een van de etalages gedrukt. Binnen in de winkel staan van die onwijs coole zweefvoertuigen maar ik durf bijna niet naar binnen te lopen, bang voor de prijzen die ik niet zou kunnen betalen. Toch geef ik toe aan mijn nieuwsgierigheid. Meteen nadat ik een voet over de drempel heb gezet klinkt er zo’n belletje van ‘’halloohoo er is zojuist iemand de winkel binnengestapt.‘’Alsof de werknemers te lui zijn om gewoon zelf een oogje in het zeil te houden.

Meteen komt er een of andere huppelende engel door een deur de ruimte in lopen. De man staat stil, kijkt me van top tot teen aan en zegt ‘Fiets.’ Ik grinnik om de serieuze blik die nu op zijn gezicht geschreven staat. ‘Fiets?’ Vraag ik dan. ‘Ja, zeker weten een fiets. Ja fiets. Je moet een fiets nemen.’ ‘Pardon?’ Ik kijk hem een beetje arrogant aan maar de man lijkt niks te merken en gaat gewoon door met zijn zelfverzekerde praatje. ‘Ja, misschien is een auto ook wel wat voor jou. Maar nee, fiets. Je eerste voertuig moet een fiets zijn.’ Ik vraag me toch echt af  hoe hij weet dat dit (als ik al iets wou kopen) mijn eerste voertuig zou worden. Opeens lijkt de man wakker geschud te worden uit zijn ‘’trance’’ en kijkt hij me lachend aan. Hij steekt zijn hand uit. ‘Hoi, sorry ik ben Fabian.’ Vertwijfeld pak ik zijn hand aan en schud hem. ‘Fay.’ ‘Je bent nieuw hier hè?’ Vraagt hij waarop ik knikkend antwoord. ‘Hoe weet iedereen dat toch?’ brom ik zachtjes. ‘Dat komt door je uitdrukking liefje.’ Zegt hij met een grijns op zijn gezicht. ‘Je kijkt de hele tijd zo verbaasd.’ Ik lach ‘tja vind je het heel gek?’ ‘Nee hoor.’ Antwoord hij. ‘Ik zou het ook raar vinden als een of andere gay engel je een fiets probeerd aan te smeren.’ Ik grijns. Toch ben ik verbaasd dat hij zich meteen zo uit, hoewel ik al wel door had dat hij waarschijnlijk op jongens valt. ‘Nee, dat zie je niet elke dag.’ Ik geef hem een knipoog. Fabian wijst naar een van de fietsen. ‘Ze zijn helemaal niet zo duur hoor.’ Met een scheef hoofd kijk ik hem aan. Hij heeft vast vaker zo’n beginneling als ik aan een fiets geholpen dus hij zal het wel weten. ‘Ze moeten te betalen zijn van het geld dat je hebt gekregen.’ Zijn pretoogjes geven een beetje licht. ‘Je mag hem best even proberen.’ Ik knik. Vraag me af of dit nou eigenlijk mijn idee was. Maar ga dan op die fiets zitten om vervolgens op te stijgen.

‘Whoaa.’ Ik slaak een kreet uit van verschrikking, ik hang ongeveer een halve meter boven de lucht. De fiets ziet er bijna hetzelfde uit als een omafiets. Maar het belangrijkste verschil zit hem in de trappers. De zweeffiets heeft namelijk geen trappers. Aan elke kant van de middelste stang zit een klein platformpje waar plaats is voor een pedaal. Daarnaast is ook ruimte om je voet op te laten rusten als je het pedaal niet in wil drukken. Op het rechterplatformpje (voor je rechtervoet) zit het zogenaamde gaspedaal en op het linkerplatformpje (voor je linkervoet dus) de rem. De anti-zwaartekracht motor werkt op een vaag soort luchtaandrijving. Tja hoe ze dat voor elkaar hebben gekregen is mij ook een raadsel. Nadat ik in de winkel een paar rondjes heb gereden ben ik overtuigd. ‘Ik koop hem.’ De man knikt met een brede lach op zijn gezicht. Nadat ik ben afgestapt zet ik de fiets in de handrem zodat hij op zijn plek blijft zweven. Ik pak mijn pas uit mijn broekzak, en met die in mijn hand geklemd loop ik naar de toonbank. ‘Dat is dan €375,-‘ Ik slaak een kreetje van opwinding omdat de fiets zo goedkoop is. Netje betaal ik met de pas. Met de fiets in mijn hand loop ik naar de deur. ‘Bedankt.’ Zeg ik nog terwijl ik omkijk. ‘Meid.’ Begint Fabian. ‘Je kan altijd bij me terecht.’ Eindigt hij daarna met een knipoog. Ik weet niet waarom, maar op een of andere manier raakt me dat echt. Met een zwaai stap ik op mijn fiets en sjees ervandoor.

Na een door Amilie bereidde avondmaaltijd zitten we samen op de bank uit te ploffen. ‘Zeg heb jij eigenlijk een leuke jongen op het oog?’ Begin ik te praten. ‘Nou..’ Ze kijkt blozend mijn kant op. ‘In de supermarkt tegenover mijn kledingzaak werkt wel een cutie.’ Ik kijk haar met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Oeeeeeh.’ Typisch denk ik bij mezelf. Ze grinnikt en geeft me een duw. ‘Ah nee voorzichtig.’ Mopper ik lachend. ‘Mijn arme buik kan het niet aan.’ Samen lachen we die avond heel wat af. En als ik naar bed ga ben ik onwijs zenuwachtig voor morgen, mijn eerste werkdag. 

Reageer

Stem

Wordt fan

en lees :)

Sorry ik had het druk, dus het is een tijde geleden dat ik iets geupload heb.

Ik hoop dat jullie me vergeven en dat jullie blijven lezen =]

_______________________________________________________________________________

Hooi trouwe lezers :)

Het is weer een tijd geleden dat ik iets gepost heb, maar dat komt omdat ik het heel erg druk heb met school.

Maar binnenkort wordt het weer rustiger, dus ik beloof dat ik snel weer een stukje post.

Ik wacht trouwens ook op meer REACTIES en STEMMEN =)

Alsjeblieft mensen, het kost niet veel moeite om even op de vote knop te drukken of iets korts te schrijven. Zo spoor je mij aan om meer te schrijven =D=D

Thanks <3

The Afterlife.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu