Hoofdstuk 86

3.6K 163 15
                                    

Alexander sluit even zijn ogen nadat hij zijn verhaal heeft verteld. Hij had mijn vader dus bijna hierheen gehaald. Mijn vader leeft nog, maar is er slecht aan toe. Ik hoor blij te zijn dat hij nog in leven is. Tegelijk heb ik het ongelukkige gevoel dat hij niet meer te redden is. Mijn vader komt nooit veilig uit de schuilplaats van Jeweetwel. 'Je hebt het ieder geval geprobeerd,' zeg ik tegen Alexander. Hij opent zijn ogen en kijkt me aan. 'Proberen is niet goed genoeg. Hij is er nog steeds en ik heb hem niet kunnen redden.' Er klinkt wanhoop in zijn stem. 'Je hebt echt je best gedaan. Het is ontzettend moedig van je,' zeg ik troostend. Alexander schudt verwoed zijn hoofd. 'Het is net als bij je moeder. Ik probeerde haar te redden, maar het lukte niet. Ik ben niets waard,' zucht hij. 'Dat is echt niet waar. Ik ben heel blij dat je dit voor ons wilde doen. Je moet trots zijn op wat je hebt gedaan. We weten dat hij nog in leven is, dus we kunnen hem redden,' zegt Draco. Trots kijk ik hem aan. Maanden geleden had ik me niet voor kunnen stellen dat hij zo bemoedigend kon zijn. 'Misschien hebben jullie een beetje gelijk,' zegt Alexander zacht. 'Dat weet ik wel zeker.' Mijn stem klinkt vastberaden. 'Je zult wel moe zijn,' zegt Draco dan. Alexander knikt. 'Korte nacht, veel meegemaakt. Ik ga nog even naar bed.' Hij staat moeilijk op en loopt langzaam de kamer uit. Draco en ik blijven in de stilte achter.

Hij legt zijn hand even kort op mijn wang. 'Gaat het goed met je, na het verhaal van Alexander?' Ik weet eerlijk gezegd niet hoe het met me gaat. Mijn vader leeft nog, in tegenstelling tot wat ik dacht. Maar ik weet dat hij niet lang meer heeft. Als hij niet snel daar weggehaald wordt, zal hij alsnog sterven. 'Volgens mij voel ik me hetzelfde als voordat hij zijn verhaal had gedaan,' zeg ik twijfelend. Mijn gevoelens liggen zo overhoop dat ik me niet veel ongelukkiger kan voelen. 'Hoe voel jij je?' vraag ik, als ik me besef dat hij net heeft gehoord dat zijn ouders nog in leven zijn. 'Ik ben blij dat ze nog leven. Maar dat ze zijn gemarteld-' Draco stopt even met praten, hij slikt moeizaam. 'Ik gun niemand die pijn van het martelen,' zegt hij. 'Gelukkig leven ze nog,' zeg ik nuchter. Draco knikt. Aan zijn ogen kan ik zien dat hij opgelucht is. Hij heeft ook in onzekerheid geleefd de afgelopen tijd.

'Wat doen we nu?' vraagt Draco na een tijdje. Ik haal mijn schouders op. 'We kunnen wel weer in de bossen rond gaan zwerven, maar ik weet niet of dat nog veel nut heeft,' zeg ik. 'Wat wil je dan?' 'We kunnen vragen of we hier mogen blijven. Ik heb het idee dat Alexander wel wat hulp kan gebruiken.' Draco kijkt me bedenkelijk aan. 'Denk je dat het slim is?' Weer haal ik mijn schouders op. 'Dat merken we dan vanzelf. We hebben al eerder bedacht dat we toch nergens echt veilig zijn,' zeg ik. 'Dat is waar,' zegt Draco instemmend. 'Morgen moet ik nog naar de bruiloft, dus is het ook fijn als jij hier kan blijven,' zeg ik. Draco's gezicht vertrekt even als ik dat zeg. 'Je wilt nog steeds gaan?' 'Natuurlijk. Ik heb een mooiere jurk dan de bruid, die wil ik wel aan iedereen showen,' grap ik. Weer is mijn humeur in één klap omgeslagen. Draco glimlacht even moeilijk naar me. Ik kan aan hem zien dat hij het er nog steeds niet mee eens is. Toch maakt hij een instemmend geluid. 'Oké dan,' zegt hij. Met mijn hand ga ik even door zijn blonde haren. Hij ziet er kwetsbaar uit zo, maar tegelijk zo knap. Ik druk een kus op zijn wang. 'Het komt goed,' zeg ik. Hij pakt voorzichtig mijn kin vast en kijkt me doordringend aan. 'Dat hoop ik,' zegt hij. Daarna drukt hij zijn lippen zacht op die van mij. Ik sluit mijn ogen om even alles te vergeten. Voor de zoveelste keer verlies ik mezelf in zijn kus. Zijn aanrakingen zorgen ervoor dat ik even geen pijn voel. Door hem voel ik me licht, alsof alle last van mijn schouders valt. Ik leg mijn handen in zijn nek en trek hem dichter naar me toe. Hij is het enige dat ik nu wil.

Ik zit in de woonkamer een boek te lezen. Alexander heeft een interessante collectie. Om de tijd te doden heb ik er eentje uitgezocht. Draco zit naast me. Hij speelt met de Galjoen, zijn toverstok of met mijn haar. Hij verveelt zich, dat is duidelijk. Ik leg mijn boek naast me neer. 'Zullen we iets leuks doen?' vraag ik. Draco kijkt me vrolijk aan. 'Ik wil altijd iets leuks doen met jou,' grijnst hij. Ik stomp hem tegen zijn goede arm. 'Dat bedoel ik niet,' lach ik. Hij trekt een serieus gezicht. 'Ik bedoelde er niets mee,' zegt hij. Zijn ogen staan vrolijk en plagerig, wat het tegendeel bewijst. 'Ik heb iets!' Ik spring van de bank op. 'We hebben nog nooit tegen elkaar geschaakt,' zeg ik. Draco's ogen beginnen te glimmen. 'Weet je het zeker?' 'Als Alexander tenminste een bord en schaakstukken heeft,' zeg ik. 'Wat heb ik?' Alexander komt de woonkamer binnen. 'Schaakbord- en stukken,' zegt Draco. Alexander verdwijnt weer en komt even later terug met een doos. 'Hier zit alles in,' zegt hij. Hij geeft de doos aan Draco. Ik ga bij de salontafel op mijn knieën zitten. Langzaam ga ik met mijn hand door het zachte kleed onder me. Vroeger zat ik ook zo op de grond bij de tafel, als ik een spel deed met mijn ouders. Draco gaat tegenover me zitten en opent de doos. Hij pakt de zwarte stukken uit de doos en schuift de witte naar mij toe. 'Weet je zeker dat je dit tegen mij wilt spelen?' grijnst hij. 'Ik heb zoveel geoefend met winnen, dat ik niet anders meer kan,' zeg ik lachend. 'Natuurlijk,' zegt Draco sarcastisch. Deze momenten samen vind ik heerlijk. Luchtige gesprekken en samen lachen. Even lijkt alles dan normaal. Vooral nu we in een woonkamer zitten, daar krijg ik een huiselijk gevoel van. Alexander zit in de hoek van de kamer in een grote stoel. Hij leest the Daily Prophet, de populairste krant van de toverwereld. Het voelt even alsof we een normaal gezin zijn.

'El? Jij bent,' zegt Draco. Snel kijk ik weer naar het schaakbord. Als ik wil winnen moet ik er wel mijn aandacht bij houden. Draco pakt even mijn hand vast, die naast het schaakbord op tafel ligt. 'Jij probeert me af te leiden,' zeg ik. Ik trek mijn hand onder zijn greep weg. Ondertussen lijkt mijn huid te branden door zijn aanraking. Draco lacht. 'Het werkt volgens mij wel,' zegt hij trots, als ik een zet heb gedaan. 'Nee! Ik heb een hele foute zet gemaakt,' roep ik. Draco schiet weer in de lach. Ik houd van zijn lach. Binnen een paar minuten heeft Draco van me gewonnen. Gefrustreerd leun ik met mijn voorhoofd op de tafel. 'Nog een keer. Want ik moet en zal van je winnen,' zeg ik. 'Ja hoor, liefje,' zegt Draco geamuseerd.

Vier rondes verder heb ik twee keer gewonnen en Draco ook. In totaal heeft hij dus drie keer van mij gewonnen. Met een voldane blik kijkt hij me aan. 'Dat had je niet gedacht hè?' zegt hij. 'Gefeliciteerd hoor,' zeg ik, terwijl ik met mijn ogen rol. Draco ruimt het spel weer op. 'Volgende keer beter,' grinnikt hij. Het maakt me eigenlijk weinig uit dat ik verloren heb, maar ik heb gewoon zin om te doen alsof het me heel erg stoort. Met mijn armen over elkaar ga ik op de bank zitten. Draco trekt even zijn wenkbrauwen naar me op. Ik steek -ontzettend kinderachtig- mijn tong uit. 'Met jou doe ik dus ook nooit meer een spel,' zegt Draco lachend. 'Grapje,' zeg ik. Ik trek Draco aan zijn arm naast me op de bank. 'Goed gespeeld. Ik vond het leuk,' fluister ik. Draco kijkt met een schuin oog naar Alexander. Hij leest ongestoord zijn krant. Draco geeft me vluchtig een kus. 'Ik vond het ook leuk,' zegt hij zacht. 'Zal ik vragen of we hier nog even kunnen blijven?' fluister ik. Draco knikt instemmend. Ik sta op van de bank en loop naar Alexander. 'Alexander?' Hij kijkt op vanuit zijn krant. 'Hm?' vraagt hij. 'Wij vroegen ons af of we misschien nog een paar dagen hier mogen blijven?' Alexander kijkt me even bedenkelijk aan. 'Dan kunnen we je ook nog even in de gaten houden, of het wel goed met je gaat,' voeg ik er aan toe. Alexander glimlacht. 'Fijn dat jullie zo bezorgd om mij zijn. Het lijkt me gezellig als jullie nog even blijven. Ik kan wel wat gezelschap gebruiken,' zegt hij. 'Dankjewel,' zeg ik. Even komt het in me op om hem een knuffel te geven, maar ik bedenk me en zet een stap naar achteren. 'Kom eens hier,' zegt Alexander. Hij steekt zijn armen uitnodigend uit. 'Na al die jaren wil ik mijn kleine nichtje wel weer eens een knuffel geven,' lacht hij.

Nu ik hem kenWo Geschichten leben. Entdecke jetzt