Deel 5

1.1K 70 0
                                    

Als ik mijn ogen open, weet ik dat ik in het ziekenhuis lig. Ik besef dan dat er een auto tegen de onze was geknalt. Ik heb niks ernstigs, maar mijn hoofd doet zo'n pijn. Dan zie ik Mourad die me aankijkt. Ook hij heeft niks. "Hoe lang ben ik hier?"vraag ik. "Een dag", antwoordt hij. "Ik begon me al zorgen te maken", gaat hij door. "Dat meen je niet, Mourad. Dat meen je nooit", geef ik als commentaar en ik zie hem lachen. Ook ik moet lachen en het doet deugd. "Maar alls ik hier een dag ben dan...", zeg ik en vrees hhet ergste. Wat als mijn moeder hier binnen is gekomen en ze Mourad had aangetroffen? Dan zou ze weten waarom ik mijn ring heb afgedaan... Alsof Mourad mijn gedachten leest zegt hij: "Je moeder kwam gisteren op bezoek, maak je geen zorgen, ik was er niet." Dan knik ik opgelucht. "Wanneer mag ik hier weg?"vraag ik. Mourad gaat naar een verpleegster en ze praten wat. Als Mourad terug bij me is, glimlacht hij. "Je wordt zo ontslagen." 

Onderweg naar mijn huis vind ik het spijtig dat ik Mourad heb weggestuurt. Ik had ook met de auto kunnen gaan, maar ik had hem vertelt dat ik wel mett de bus zou gaan. Grootste fout van mijn leven. Thuis is het leeg en weet ik dat mijn ouders op bezoek zijn bij familie. Ik ga liggen en doe de tv aan. Als mijn gsm afgaat, sta ik te springen bij de gedachten dat het Mourad kan zijn. Maar in plaats daarvan is het een onbekende nummer. Ik tril, dat merk ik al gauw. Toch neem ik op. "Vandaag was alleen een waarschuwing, geloof me schat, er kan je nog iets veel ergers overkomen", zegt een zwaar bewerkte stem. Dan wordt er opgehangen. Mijn hart gaat te keer en een traan glijd over mijn wang. Waarom? Waarom ik? Ik dacht dat ik gestalkt werd, maar ik word duidelijk bedreigd. Maar waarom? Mijn gsm gaat weer af en van opluchting neem ik op. "Hamza", zeg ik. Ik weet dat hij nog boos is. Hij is boos om dat hele gedoe met Mourad en toen zei hij tegen me dat ik Mourad beter niet kon laten wachten. Hij bedoelde het anders, maar ik wist dat ik Mourad inderdaad niet kon laten wachten. "Alles goed? Ik begon me zorgen te maken, wat is er gebeurd?"vraagt Hamza boos en bezorgd. "Niks, alleen een ongeluk, ik heb niks", zeg ik. Ik vraag me af wat er met de andere bestuurder is gebeurd. Maar dan weet ik dat het niet zomaar een bestuurder was, het was iemand die me bedreigde. "Ik ben blij dat ik dat hoor, schat. Ik heb zitten nadenken over alles en... ik wil mijn excuses aanbieden. 

Toen ik hoorde dat je een ongeluk had, was ik bang dat ik je nooit meer zou zien en dat terwijl we ruzie hadden. Dus sorry", zegt hij en ik merk hoe verbaasd ik wel ben. "Jij?Jij hoeft toch geen sorry te zeggen, Hamza. Er was niks gebeurd tussen mij en Mourad en ik ben met jou verloofd. Weet je nog?"vraag ik. Ik meen wat ik zeg. Ik meen hett echt, maar in mijn hoofd stta ik niet te praten met Hamza. Nee, in mijn hoofd sta ik te praten met Mourad. Mourad die de prachtigste glimlach heeft waardoor je alle ellende voor even vergeet. "Ik hou van je", hoor ik Hamza zeggen en dan ben ik weer in de realiteit. "Ja, weet ik. Ik hoopte alleen dat het anders was", flap ik eruit en al snel krijg ik spijt. "Hoezo anders?"vraagt hij. Ik denk na. "Ja, dat we nu al getrouwd waren... en bij elkaar", verzin ik snel. Aan de ene kant wil ik dat zo graag, maar als we nu eenmaal getrouwd zijn, betekent dat dat we voor altijd van elkaar zijn. Ik en Hamza. En dat idee beangstigt me wel een beetje. "Ja, maar binnenkort zijn we van elkaar. Ik beloof het", hoor ik hem zeggen en dan schiet er iets door me heen. "Je gaat toch niet vreemd?"vraag ik. Ik laat het klinken alsof ik het erg vind en ik zou dat ook erg vinden... als hij Mourad was. Maar dat is hij niet. "Neee, ik werk, geloof me, het enige wat ik wil is jou en niemand komt maar in de buurt van jou schoonheid", zegt Hamza. 

Ik bedank hem. Dat is zo lief en weer voel ik me een verliefd tienermeisje. We nemen afscheid en ik ga naar de keuken en maak een broodje. Uit routine ga ik ook bij het raam staan om te zien of Mourad er ook is en dat is hij. Hij staat zoals altijd geleund tegen een muur. Nog voor ik een hap neem, ga ik naar buiten en geef hem het broodje. Hij kijkt me verward aan. "Voor jou, je moet wel een honger hebben als je hier staat te wachten", zeg ik. Hij bedankt me en laat me weer één van zijn prachtige glimlachen zien. "Op wie wacht je?"vraag ik. Hij kijkt me dan serieus aan en ik heb het gevoel dat hij het me toch niet gaat vertellen. "Op niemand, ik sta hier altijd... omdat ik het leuk vind", zegt hij en nog voor ik het kan tegenhouden, lach ik. "Omdat je het leuk vind, sorry, het is een beetje lachwekkend", zeg ik. Mourad haalt zijn schouders op en ook hij glimlacht. "Geeft niks, ik had al zo'n reactie verwacht", zegt hij. We kijken elkaar aan zoals we dat in de auto deden. Maar deze keer waagt hij geen poging op me te kussen, nee deze keer zegt hij enkel: "Ik vind het fijn om je zo gelukkig te zien."

Verraden door de liefdeOnde histórias criam vida. Descubra agora