Hoofdstuk 2

7.8K 271 18
                                    

Ik schuif zo ver mogelijk bij hem vandaan, als we in een koets zitten. 'Zoek maar een andere koets', zegt Draco tegen mensen die ook in wilde stappen. Hij trekt het deurtje dicht en gaat tegenover me zitten. Ik kan niet tegen zijn arrogante houding.
'Ha, bevriend met een Weasley en nu bij een echte volbloed tovenaar in de koets. Dat is wel even wat anders', zegt Draco spottend. Ik kijk hem vernietigend aan. 'Want jouw familie is zo geweldig natuurlijk'. Draco springt plotseling op en duwt zijn toverstok tegen mijn keel. 'Niks over mijn familie', zegt hij dreigend. Ik duw hem boos weg. 'Doe rustig joh. Houd je mond dan over andere families'. Zijn blik verzacht en ik zie een glimlach om zijn mond verschijnen. 'Je bent een van de eerste die zo tegen me in gaat, daar houd ik wel van. Jammer dat je bij Gryffindor zit'. 'Of jammer dat jij bij Slytherin zit', zeg ik uitdagend. Ik verwacht een boze reactie, maar hij begint te lachen. 'Ach, vind je dat zo jammer? Stiekem vind je me wel wat he'. Hij denkt echt teveel van zichzelf. 'Natuurlijk, elk meisje valt voor jou toch. Je bent ook zo aardig voor me geweest de afgelopen vijf minuten', zeg ik overdreven. 'Wacht maar, tot je me beter leert kennen', zegt Draco met een charmant lachje. Wacht, dacht ik charmant? Hoe doet hij dat toch? Ik heb nog nooit zo'n hekel aan iemand gehad -Ik reken Voldemort niet als een 'iemand' mee- en toch lijkt hij nu zo erg nog niet. Ik word er nog bozer van en trek weer een nors gezicht. 'Zo zie je er nog leuker uit', lacht Draco.
'Wat heb je met Harry gedaan?' vraag ik, na een poosje stilte. 'Ik heb hem even duidelijk gemaakt dat hij met mij niet moet spotten', zegt Draco. 'Ik hoop voor je dat hij straks gewoon op school is', zeg ik. 'Maar jij kan me niks maken. Je zult er niks over zeggen, want niemand gelooft je'. Draco is weer omgeslagen in de persoon waar ik een hekel aan heb. 'Dumbledore is op Harry gesteld. Hij zal mij zeker weten geloven', zeg ik. 'Harry komt er wel weer bovenop', ondertussen staat Draco op, 'we zijn er'. Hij stapt uit en reikt me zijn hand. Ik stap uit en ontwijk zijn hand, dan loop ik in een snel tempo richting school. Ik hoor Draco's voetstappen achter me. 'Je houdt je mond, Ellie, anders hoor je nog van me'. Met een opgelaten gevoel loop ik de school binnen, richting de Grote Zaal.




Nu ik hem kenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu