Gesprek

2.4K 51 3
                                    

Mijn ouders schrokken toen ze zagen wat er gebeurd was. Edward kijkt me aan en zegt "Je moeder en ik hadden nooit moeten gaan jagen." Ik schud mijn hoofd. "Jullie konden er niks aan doen, jullie moesten toch ooit gaan jagen. En anders had hij wel wat anders bedacht." Antwoord ik. "Het komt allemaal door mij." Zegt Caitlyne opeens. Ze kijkt verdrietig. "Als jij me niet gevonden had was er nu ook niet zoveel gedoe geweest. Ik moet naar hem toe gaan, het spijt me." Ze laat haar schouders verdrietig zakken. Ondertussen is de hele familie, ook Jake, erbij komen staan. "Maar wil je wel gaan?" Vraagt Carlisle. Ze haalt haar schouders op. "Ik vind het hier erg fijn, maar als ik jullie in gevaar breng dan moet ik wel gaan." Antwoord ze. Emmet schud zijn hoofd. "Als jij niet wil gaan dan ga je ook niet. Ze kunnen je niet dwingen." Zegt hij. Ik stap naar voren en zeg "Moeten we naar de Volturi gaan om dit uit te leggen?" Meteen schud iedereen zijn hoofd. Caitlyne kijkt rond. "Is de Volturi dan zo erg?" Vraagt ze. Ik knik. "Ze hebben geen genade, ze doodden iedereen die ze in de weg lopen." Leg ik uit. Opeens krijgt Alice een wazige blik. Ik ken die blik. Ze is in de toekomst aan het kijken. Dan knippert ze even. Edward knikt. "Aro heeft besloten dat Alec met ons moet gaan praten." Zegt Alice. "Hij komt tijdens onweer, als het schemert." Ik pak snel mijn mobiel erbij. Ik kijk naar de weersvoorspelling. Rond 21:00 en 22:00 zal het gaan onweren. Omdat het zomer is is het later donker. "Het gaat vanavond tussen negen en tien uur onweren." Zeg ik zacht. Aangezien het allemaal vampiers waren (en iemand die in een wolf kan veranderen) konden ze me nog goed verstaan. Emmet balt zijn vuisten en sist "Die gaat eraan." Rosalie zegt daarop "Als je dat maar uit je hoofd laat, Emmet." Hij zegt er niks op maar ik weet dat hij het niet doet als Rosalie het hem verbied. "Wat moeten we doen?" Vraag ik gespannen. Niemand reageert. Carlisle zegt na een tijdje "We kunnen met hem praten en kijken wat hij nou precies wil." Typisch Carlisle. Hij wil nooit iemand pijn doen en denkt alles met praten te kunnen oplossen. Ik denk na. Wat zouden we toch kunnen doen? Misschien kunnen we ons van de domme houden? Nee hij wist het toch al. Die gedachte wuif ik dus weg. "Alice, wat wou hij precies van ons?" Vraag ik. Alice kijkt Edward voor goedkeuring aan. Hij knikt. Ze begint te vertellen over haar visioen. "Hij liep naar Aro en vroeg wat hij moest doen. Hij vertelde Alec dat hij moest gaan praten. En of ze het meisje met hem meegaven. Daarna zag ik hem voor het huis staan met ons allemaal om hem heen. Hij vroeg naar Caitlyne, daarna was er een flits en mijn visioen was over." Ik knik. Dit had ik niet gedacht van de Volturi. Dat ze zouden gaan praten met ons. "Alice, komen er nog andere vampieren met hem mee?" Vraag ik. Ze knikt "Felix en Jane." Dit had ik wel verwacht, een sterke vampier en een vampier die een illusie van pijn kan geven. Gelukkig kon mijn moeder dat voorkomen met haar schild. Jasper is aan het ijsberen. "Wat moeten we doen?" Zegt Emmet. "Jullie geven me mee." Zegt Caitlyne zeker. "Nee!" Zeg ik. Carlisle zegt "We kunnen niks anders, we hadden de vorige keer geluk." Hij kijkt mij even aan. "We kunnen niks anders doen." Dan zegt Bella wat. "We stemmen!" Iedereen knikt instemmend. "Oke, wie is er voor om Caitlyne aan de Volturi te geven?" Jasper, Rosalie, Emmet, Alice, Edward, Esmeé en Carlisle steken hun hand op. Alleen mijn moeder, Jake en ik steken onze handen niet op. Ik kijk teleurgesteld. Caitlyne niet. Ik kijk naar mijn horloge. 18:00. We hebben nog drie uur. Edward zegt "Dan is onze beslissing gemaakt. We gaan praten en als hij Caitlyne wilt dan zal ze mee moeten gaan." Iedereen knikt. Caitlyne rent naar zolder. Ik ren achter haar aan. Als ik bij haar kom zitten begint ze te praten. "Hier voelde het alsof ik familie had. Thuis keek er niemand naar me om. Ik wil helemaal niet naar die Volturi!" Ik knik begrijpend. Ik zie dat haar pupillen groot zijn. Ook heeft ze donkere wallen. "We hebben tijd om te jagen voor hij komt. Wil je meegaan met mij?" Vraag ik. "Ik weet het niet ik wil niet nog eens flippen." Antwoord ze. Maar na iets denken zegt ze "Oke, kom op!" Ik glimlach en sta op. We rennen door de woonkamer waar iedereen nog staat. Als Jake mij weg ziet gaan volgt hij me direct. "Jake blijf maar hier, wij gaan jagen!" Roep ik tijdens het rennen. Hij twijfelt maar keert toch weer om naar het huis. Ik vang een geur van een groep herten op. Caitlyne ook want ze sluipt erheen. Ik sluip er ook heen. Dan zie ik ze staan, rustig te grazen. Ik ren naar een van de herten en bijt snel in zijn nek. Snel is hij leeg. Ik kijk achter me en zie dat Caitlyne ook al een hert op heeft. Haar wallen zijn minder, maar ze zijn er nog. Ze heeft nog meer nodig. De rest van de herten zijn ontsnapt. Caitlyne en ik volgen hun geuren en halen ze snel in. We besluipen de herten en vallen snel aan. Ik heb het hert alweer snel leeggedronken. Caitlyne ook. Nu zijn haar wallen weg en haar pupillen zijn klein. "Kom we gaan weer naar huis." Zeg ik. Caitlyne knikt. Snel zijn we thuis. Thuis gaan we weer op zolder zitten. "Kan ik niet wegkomen, van de Volturi?" Vraagt ze aan mij. "Ik denk het niet, je gave is erg krachtig, en Aro wil je vast de gave verder laten ontwikkelen. Dan kan hij die gave goed gebruiken." Antwoord ik. "Maar dat wil ik dus niet." Antwoord Caitlyne. "Ik weet niet hoe je daar weg zou moeten komen." Zeg ik. Opeens hoor ik gerommel. Ik kijk op mijn horloge. 20:08. De onweer was vroeger begonnen dan verwacht. Ik slik even. "Kan hij eerder komen?" Vraagt Caitlyne nerveus. "Het was schemerig in het visioen van Alice, en het is nog licht." Zeg ik.

Twilight Life Of RenesmeeWhere stories live. Discover now