Toen hij de deur achter haar sloot, zakte hij langzaam op de bank neer.
Zijn handen klemden zich in zijn haar. Zijn borstkas voelde alsof er een gewicht op lag.
Hij had alles voor haar gedaan. Hij had van haar gehouden.
En nu was hij alleen.
Zijn telefoon lag op de tafel. Hij staarde er even naar, twijfelend.
Toen pakte hij hem op en scrolde door zijn contacten.
Zijn vingers stopten bij één naam.
Matthy.
Hij had hem al weken niet meer echt gesproken. Niet sinds die ongemakkelijke gesprekken waarin Koen voelde dat hij iets wilde zeggen, maar het nooit deed. Maar nu had hij iemand nodig.
Hij drukte op bellen.
Het duurde even voor Matthy opnam. "Koen?"
Zijn stem klonk slaperig. Koen besefte dat het laat was. Maar hij kon niet meer helder nadenken.
"Kan ik langskomen?" vroeg Koen, zijn stem schor.
Er viel een korte stilte. Toen: "Natuurlijk. Waar ben je?"
Koen haalde diep adem. "Onderweg."
⸻
Een kwartier later stond hij voor Matthy's appartement. De deur ging al open voor hij kon kloppen.
Matthy stond daar, met warrig haar en een bezorgde blik in zijn ogen. "Wat is er gebeurd?"
Koen voelde iets breken in zijn borst. "Ze is vreemdgegaan."
Matthy's gezicht versteende. "Die trut."
Koen lachte kort, maar het klonk hol.
"Kom binnen."
Hij liep langs Matthy naar binnen en liet zich op de bank vallen. Matthy sloot de deur en ging naast hem zitten.
"Vertel," zei hij zacht.
En dus deed Koen dat. Over de vermoedens. Over de leugens. Over hoe hij haar had betrapt.
Matthy luisterde zonder hem te onderbreken.
Toen Koen klaar was, haalde Matthy diep adem. "Het spijt me, man. Echt."
Koen knikte zwakjes. "Ik snap niet hoe ze het kon doen. Ik dacht echt dat we iets hadden."
Matthy zweeg even. Toen legde hij een hand op Koens schouder. "Ze verdient je niet."
Koen keek hem aan. "Denk je dat ik ooit weer iemand kan vertrouwen?"
Matthy's blik verzachtte. "Ja. Maar niet nu. Nu moet je eerst dit verwerken."
Koen knikte langzaam.
Matthy stond op. "Blijf vannacht hier. Ik pak een deken voor je."
Koen glimlachte zwak. "Dank je."
Matthy kwam even later terug en gooide een deken naar hem toe. "En als je niet kunt slapen, dan zet ik een slechte film op en drinken we bier tot we instorten."
Koen voelde voor het eerst die avond iets van warmte.
"Dat klinkt perfect."
En voor het eerst in uren voelde hij zich niet helemaal alleen.
❤︎︎❤︎︎❤︎︎❤︎︎❤︎︎
De stilte hing zwaar in de kamer, slechts onderbroken door het tikken van de regen tegen het raam. Koen zat op de bank, zijn vingers verstrengeld in de zachte stof van de deken die Matthy hem net had toegeworpen. Zijn hoofd bonkte van vermoeidheid en emoties, maar hij wist dat de slaap ver weg zou blijven.
Matthy zat naast hem, iets verder weg dan normaal, alsof hij niet zeker wist hoeveel ruimte Koen nodig had. Zijn gezicht stond neutraal, maar zijn ogen... die verraadden iets. Een bepaalde zachtheid. Een blik die langer bleef hangen dan nodig.
"Wil je er nog over praten?" vroeg Matthy uiteindelijk. Zijn stem was laag, voorzichtig.
Koen haalde diep adem en leunde met zijn hoofd tegen de rugleuning van de bank. "Ik weet het niet. Ik voel me gewoon... leeg."
Matthy knikte langzaam. "Dat snap ik."
Er viel weer een stilte. Niet ongemakkelijk, maar geladen met iets anders.
Koen draaide langzaam zijn hoofd en ving Matthy's blik. Het was een blik die hij eerder had gezien—kort, vluchtig, nooit echt lang genoeg om er iets achter te zoeken. Maar nu bleef Matthy kijken. Zijn ogen waren donkerder dan normaal, dieper.
Koen's keel werd droog.
"Ik snap het niet," zei hij zacht.
Matthy fronste. "Wat niet?"
Koen wendde zijn blik niet af. "Waarom doet het zoveel pijn? Ik dacht dat ik haar echt liefhad. Maar als dat zo was... waarom voelt dit dan niet als het einde van de wereld?"
Matthy bleef even stil. Toen, met een ademhaling die iets onregelmatiger leek, zei hij: "Misschien... was zij gewoon niet degene die echt in je hart zat."
Er was iets in zijn stem. Iets wat Koen liet verstijven.
De lucht tussen hen leek dikker te worden. Koen voelde de adrenaline door zijn aderen stromen, maar hij wist niet waarom. Of misschien wist hij het wel, en wilde hij het gewoon niet onder ogen zien.
"Matthy..."
Zijn stem was nauwelijks een fluistering.
Matthy's blik gleed langzaam naar zijn lippen voordat hij snel wegkeek. "Sorry," mompelde hij. "Ik—"
"Nee," onderbrak Koen hem, een fractie te snel.
Matthy keek hem weer aan, zijn ogen onzeker. Koen voelde zijn hart bonken in zijn borst.
Waarom voelde dit... juist? Waarom voelde dit als iets wat hij altijd al had geweten, maar nooit had erkend?
"Je kijkt naar me alsof..." Koen slikte. "Alsof je iets wilt zeggen."
Matthy lachte schamper en wreef door zijn haar. "Koen, je hebt net je vriendin verloren. Dit is niet het moment."
"Misschien is het wel precies het moment," fluisterde Koen.
Hij wist niet waar de woorden vandaan kwamen, alleen dat ze klopten.
Matthy's adem stokte. "Koen..."
Koen schudde zijn hoofd en draaide zich iets meer naar hem toe. "Ik heb mezelf altijd voorgehouden dat ik wist wie ik was. Dat ik wist wat ik voelde. Maar elke keer als ik je aankeek, was er altijd iets wat ik wegduwde. Iets wat ik niet durfde te benoemen."
Matthy bleef hem aankijken, zijn ogen groot.
"En nu... weet ik niet meer zeker of het alleen vriendschap was," gaf Koen toe.
Matthy leek even met zichzelf te worstelen. Toen haalde hij diep adem en liet een bitter lachje horen. "Je hebt geen idee hoe lang ik hier al mee rondloop."
Koen's adem stokte.
"Waarom heb je nooit iets gezegd?" vroeg hij, bijna ademloos.
Matthy haalde zijn schouders op, maar zijn ogen spraken boekdelen. "Omdat ik dacht dat ik je nooit op die manier kon hebben."
De pijn in zijn stem was echt. En het raakte Koen op een manier die hij niet had verwacht.
Hij liet zijn blik over Matthy's gezicht glijden—de sterke kaaklijn, de lichte schaduw van een baard, de zachtheid in zijn ogen die hij altijd had genegeerd. Of misschien had hij het wel gezien, maar nooit toegestaan om het écht te voelen.
Koen slikte en schudde licht zijn hoofd. "Ik weet niet wat dit betekent."
Matthy glimlachte flauwtjes. "Ik ook niet."
En toch bleven ze kijken. Blikken die te lang duurden. Ademhalingen die synchroon liepen.
Voor het eerst in maanden voelde Koen geen leegte. Geen pijn.
Alleen verwarring. En een sprankje hoop.
YOU ARE READING
'Hou me vast, als dat moet.'
Short Story'Matthyas het lam (29 ) zat samen met Koen van heest ( 26) in de auto onderweg naar een restaurant, de mannen zaten heerlijk muziek te luisteren tot dat er een vrachtwagen uit het niets op hen klapte , heer Het Lam heeft 2 gebroken ribben op gelop...
'Rox??'
Start from the beginning
