12

2.8K 178 29
                                    

Ik haal diep adem. 'Optie 1' antwoord ik. Heel even kijkt Leon verbaast, maar knikt daarna. 'Goed, ga Saar halen, we vertrekken eerder. Want ik heb gehoord dat er een nieuwe groep agenten onderweg is, met het leger' zegt hij. Ik knik snel, en ren terug naar Saar. Ik til haar op, en druk een kusje op haar wang. 'Alles komt goed' fluister ik. Gelijk kijkt Saar vrolijker, en knuffelt me.

Langzaam word iedereen naar buiten gebracht, en zoals ik al dacht staat overal politie. Ze schreeuwen dingen naar Stefan, zoals dat ze ons moeten laten gaan en dit niet de oplossing is. Stefan kijkt hun alleen maar met een scheve grijns aan, terwijl hij iedereen naar een vliegtuig leid. Ik zie vanuit m'n ogenhoeken, hoe de agenten hun pistool pakken. 'Dennis?' fluister ik, die naast me loopt. Hij draait z'n hoofd, en kijkt me met een angstige blik aan. 'Dit gaat niet goed aflopen' fluister ik, terwijl ik een gebaar maak naar de agenten. Dennis knikt, en loopt naar Stefan. Stefan draait zich verstoord om, en kijkt geïrriteerd naar Dennis. Ik zie ze praten, Stefan zegt iets en daarna verschijnt er een grijns op z'n gezicht. Dennis schud zijn hoofd, terwijl hij Stefan vastpakt bij z'n bovenarm. Stefan geeft Dennis een duw, en haalt z'n pistool te voorschijn. Hij wenkt naar de anderen mannen, dat we het vliegtuig in moeten. Met veel geduw en getrek, worden we het vliegtuig in geduwd.

Ik plof op een stoel, met Saar naast me. Ik zit bij het raam, en kijk nieuwsgierig naar buiten. Stefan loopt langzaam, achteruit richting het vliegtuig. Hij begint te schieten, en rent daarna het vliegtuig in. Gelijk worden er schoten gelost, en vliegt er van alles tegen het vliegtuig. Mensen gillen, terwijl ik Saar tegen me aandruk. Binnen enkele seconden begint het vliegtuig te bewegen, terwijl er politiewagens achterna rijden. Ik slaak een zucht, zelfs de politie is niet sterk genoeg.. Opeens gaan we omhoog, waardoor mijn oren dichtgaan. Saar drukt met haar wijsvinger op haar oor, terwijl ze zachtjes dingen fluistert. 'Mama?' vraagt ze. 'Ja?' antwoord ik. 'Mijn oor wilt niet meer open, hij luistert niet' zucht ze hopeloos. Ik rol met m'n ogen, typisch iets voor Saar om zoiets tegen. 'Komt wel goed' zeg ik, en schenk haar een glimlach. Saar glimlacht terug, en kijk over m'n benen heen naar buiten. Ze lijkt vrolijker nu ze weer bij mij is, ze praat in ieder geval.

Ik heb geen idee hoe laat het is, maar het is inmiddels donker aan het worden. Ik kijk links van me, waar Saar ligt te slapen. Haar mond hangt een beetje open, en haar haar zit door de war. 'We gaan landen!' hoor ik Stefan schreeuwen. Ik maak Saar voorzichtig wakker, en vertel dat we er zijn. Ze knikt maar gewoon, ookal weet ze niet waar we zijn.

We staan in een lange rij buiten, terwijl Stefan tegen ons schreeuwt. 'We gaan nu lopend naar de bestemming, waag het niet om te ontsnappen. Als je toch zo eigenwijs bent, en als we je dan vinden ben je dood. We lopen twee aan twee, jullie worden in de gaten houden door de andere bende leden' Iedereen knikt, en gaat twee aan twee staan. 'Waar gaan we eigenlijk heen?' hoor ik iemand achter me vragen. 'We gaan naar de basis van mijn baas, het zit verstopt in het bos' antwoord Stefan. 'Volgen!' schreeuwt Stefan die voorop loopt. Ik til Saar op, en loop met haar op m'n arm achter Stefan aan. Er loopt een vrouw naast me, die rond de 25 jaar is gok ik. Ze staart moe voor zich uit, maar vooral verdrietig. Waarschijnlijk omdat ze haar kind is verloren, dus dat snap ik. Ze kijkt even naar Saar, die haar vriendelijk aankijkt. 'Hallo kleintje' zegt ze, met een geforceerde glimlach. 'Hallo' antwoord Saar beleefd. De vrouw knikt vriendelijk naar me, en ik glimlach naar haar. 'Hoe heet u?' vraagt Saar, die nu heel nieuwsgierig naar de vrouw kijkt. 'Ik heet Victoria' antwoord ze. Saar kijkt haar doordringend aan, met samengeknepen ogen. 'Waarom ben u verdrietig?' vraagt Saar. Even lijkt de vrouw te schrikken van de vraag van Saar, maar herpakt zich snel. Even is de vrouw stil. 'Lang verhaal kleintje' antwoord ze uiteindelijk. Saar knikt begrijpelijk. 'Heeft u kinderen, waar ik mee kan spelen?' vraagt Saar. 'Saar, stop' sis ik boos. De vrouw kijkt me verdrietig aan. 'Het geeft niet' zegt ze, terwijl ze me een verdrietige glimlach schenkt. Zwijgend loop ik met Saar in m'n armen. 'Mama?' fluistert Saar. 'Ja, wat is er Saar?'

'Ik moet plassen'

'Serieus Saar? Waarom zei je dat niet in het vliegtuig?'

'Toen hoefde ik nog niet'

'Tuurlijk'

'Is echt zo'

Ik zucht, en kijk haar aan. 'We gaan straks plassen, kun je het nog even ophouden?' vraag ik. Saar twijfelt even, maar knikt dan. 'Ja dat kan ik wel' zegt ze vastbesloten. 'Fijn' zucht ik.

Na ongeveer een half uur te hebben gelopen door het bos, komen we bij een extreem groot gebouw aan. Ik schat 3 keer zo groot, als het gebouw waar ik eerder vastzat. 'Dames en heren, hier zullen jullie voor altijd blijven. Jullie zullen een zender onder jullie huid krijgen, zodat jullie niet kunnen ontsnappen. Jullie zullen getraind worden, tot Hunters. Welkom thuis'

Opgesloten 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu