Hoofdstuk 7

34 3 0
                                    


Alec

Ik stond voor een oud huis, ik wist niet wat ik daar deed. Ik wist niet hoe ik daar gekomen was, ik had geen schoenen en geen T-shirt aan. Had ik geslaapwandeld? Ik wist het niet... ik wist niet hoe slaapwandelen voelde- ik had het nog nooit gedaan. Als ik had geslaapwandeld, waarom was ik dan naar hier gegaan? Ik kende deze stad niet eens! Net op het moment dat ik wilde weglopen en de herberg die we gisterenavond hadden gevonden te zoeken... ging de deur krakend open. 'Fijn jou weer te zien Alec,' In de deuropening stond Lady Abigail, verdomme haar had ik gehoopt nooit meer te zien. 'Ben jij de reden dat ik hier halfnaakt op straat sta?' vroeg ik onbeleefd. Ze lachte kakelend, 'misschien...misschien. Maar dat maakt nu niks uit Alec, kom je nog binnen of niet?' Even overwoog ik haar gewoon te negeren en weg te lopen, maar mijn nieuwsgierigheid won.

Ik liep het oude bestofte huis binnen, alles leek alsof het al eeuwen niet was gebruikt. We namen plaats op een grijze bank die zo klein was dat we dicht tegen elkaar zaten. 'Waarom ben ik hier?' Lady Abigail bestudeerde haar nagels, 'ik heb wat informatie die je misschien wel wilt weten.' Plots was ik veel wakkerder, 'zeg op.' Ze lachte verrukt, 'Wat weet je precies van de schat?' Ik dacht na over alles wat Kat me had uitgelegd- wat niet zo veel was. 'Euh, dat het een schat is die Blackbeard heeft begraven voor zijn dood en dat er een heel fortuin in zit?'

'Je weet dus nauwelijks iets- ik had dat natuurlijk wel al verwacht.' mompelde ze, 'wel Alec, Kapitein Bone was heel slim om Katheryn mee te sturen.' Ze keek me verwachtingsvol aan, alsof deze informatie me gek zou maken, ik vroeg alleen: 'waarom?' Haar ogen lichten op, 'De verhalen gaan, dat alleen een nakomeling van Blackbeard de schat zou kunnen openen.' Was Kat een nakomeling van Blackbeard? '..Met hun bloed.' Bloed.. natuurlijk, waarom was het nooit iets zoals bloemen of zo!? 'Is Kat zijn nakomeling?' Ze grijnsde haar lelijke tanden bloot, 'ja.' Ik verstijfde, 'hoeveel bloed is er nodig?' Lady Abigail haalde haar schouders op, 'geen idee, als ik de schat zou willen openmaken zou ik gewoon alles gebruiken... voor de zekerheid.' Dat was Bone dus van plan, hij ging als we bij de schat aankwamen Kats hele lichaam van bloed ontdoen om de schat te openen. Ik stond op, ik moest Kat nu gaan halen, we moesten nu weg! 'Wacht, niet je vriendin waarschuwen, hou het geheim voor jezelf, alleen zo komt het goed.' Ik had godverdomme genoeg van oude waarzegsters die deden alsof ze allerheilig waren! 'Zoek zelf een oplossing...' Na die woorden verdween ze als sneeuw voor de zon, ik bleef haar verdwaasd nastaren. Had ze gelijk? Moest ik gewoon het zelf oplossen en niks aan Kat zeggen? We waren van plan Bone te doden, maar wat als hij Kat al eerder doodde en haar bloed in een pot ging doen? Verdomme, ze waren nu samen in de herberg! Vlug liep ik over de straten terug naar onze slaapplaats, wat als het al te laat was? Ik liep door vieze plassen water, kreeg spijkers en glas in mijn voeten, alleen om op tijd in de herberg te zijn.

Ik smeet de herberg deur open en de bel schelde luid door het gebouw. Ik liep bonkend de trap op en stormde Kats kamer in. Ze lag gewoon nog in haar bed... gelukkig. Ze deed slaperig haar ogen open, 'Alec?' Ik glimlachte alleen naar haar, ze draaide zich om en viel weer in slaap. Ik sloop zwijgend terug naar mijn kamer, alles was goed- voorlopig dan toch. Ik haatte al dit serieuze gedoe, waarom was dit niet gewoon een jaar vol piraterij en plezier? Ik besefte nu pas dat mijn voeten vol bloed hingen en er van alles inzat. één voor één haalde ik glasscherven, spijkers, boten- wat deden die hier?- eruit. Toen ik de laatste roestige spijker van mijn voet verwijderde merkte ik plots dat Bone in een stoel in een hoek van de kamer zat. 'Verdomme Bone, ben jij een spook of zo!' Wanneer was hij binnengekomen? Hij ging langzaam staan, 'waar was je naartoe?' Dat ging ik hém niet vertellen, vervloekte moordenaar. 'Ik ben een volwassen vrije man, ik mag gaan en staan waar ik wil.' Hij trok zijn wenkbrauwen op, 'ik zou vrij iets anders definiëren, eigenlijk ben je nog steeds mijn gevangenen, maar als jij je er beter door voelt.' Hij haalde zijn schouders op, maar wendde zijn blik geen seconde af. 'En als gevangene moet je alles aan degene die je gevangengenomen heeft vertellen... anders kan het heel slecht aflopen.' Hij haalde het zilveren mes waarmee hij Kat had neergestoken tevoorschijn, 'deze ken je waarschijnlijk nog? Deze keer heb ik jammer genoeg wel geen tegengif mee.' Hij klonk alsof het hem oprecht speet, maar zijn ogen zeiden iets compleet anders, hij wilde me dood, net als hij Kat dood wilde. Hij was echt gek en niet grappig gek- eng gek. Waarom was ik zo slecht in leugens vertellen, Kat was er een genie in -daarom moest ik er nooit verzinnen. Ik slikte, 'ik wilde de stad verkennen.', 'in het donker?' Mijn stem happerde: 'I-ik euh- ja- ik euh- hou van het donker.' Hij trok zijn wenkbrauwen op, 'Je bent een vreselijke leugenaar, vertel op.' Ik had in de tijd dat we samen met Bone gespendeerd hadden gedacht dat hij iets beter was dan zijn vader, bleek dat hij even erg was. 'Wat doe je als ik het niet vertel?' Ik keek hem zo uitdagend mogelijk aan. Hij klemde zijn kaken op elkaar, had hij daarnet gebluft of ging hij me nu neersteken? 'Niks- nu toch nog niet.' was zijn antwoord, daarna liep hij emotieloos uit de kamer, ik begreep echt niks van die gast.

Blackbeard's LegacyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu