Hoofdstuk 21

2 0 0
                                    

Na een succesvolle periode van zomerlessen keerden Daniel en Noah terug naar het kasteel. Met hun rapporten in de hand en een gevoel van trots over hun prestaties bevonden ze zich weer te midden van de koninklijke hofhouding. Echter, dit keer was er meer dan alleen academische voldoening dat hun gedachten vulde.

"Kom op, Noah, laten we deze rapporten snel opbergen," fluisterde Daniel terwijl ze door de marmeren gangen van het kasteel liepen. Ze wisten dat hun relatie niet openbaar kon zijn, vooral niet in de ogen van de koningin, die een afkeer had van de vermeende liefde tussen hen.

In de troonzaal, waar de koningin met opzet een kopje koffie op de vloer liet vallen, ontstond er een ongemakkelijke situatie. De koningin keek Noah woedend aan, in afwachting van zijn dienstbaarheid.

Noah, die goed op de hoogte was van haar intenties, bukte zich snel om de gemorste koffie op te ruimen, wetende dat het de bedoeling was dat hij het vuile werk deed. Echter, tot verbazing van iedereen, inclusief Noah, boog Daniel zich ook om te helpen, ondanks dat dit niet van hem werd verwacht.

De koningin werd razend en haar stem galmde door de zaal. "Wat denk je wel, Daniel? Je bent niet hier om het werk van dienaren te doen!"

Terwijl ze werden berispt, bleven Daniel en Noah standvastig. Ze verlieten de zaal met opgeheven hoofd, vastbesloten om hun eigen weg te gaan, zelfs als dat betekende dat ze de woede van de koningin op zich namen.

Gekroond in LiefdeWhere stories live. Discover now