2% present

27 2 1
                                    

''The secret of change is to focus all of your energy, not on fighting the old, but on building the new.''  ~ Socrates

Haastig wandelde zij door de lange gang waar geen einde aan leek te komen; de kale muren en knipperende lichten angstaanjagender dan ze eigenlijk toe zou willen geven. Headmistress had haar tien minuten geleden gebeld, haar gebiedend om onmiddellijk naar het hoofdkwartier te komen. En dus wandelde ze nu snel door de ellenlange gangen die naar het hoofdkwartier leidden. Headmistress hield niet van laatkomers, en je mocht ook niet door de gangen rennen, want dat maakte te veel lawaai. Headmisstress hield niet van lawaai. Het meisje keek op haar horloge, en zag dat ze nog exact twee minuten had om op tijd te komen. Ze versnelde haar pas en al gauw kwam het einde van de geduchte gang in zicht. Behendig sloeg ze, net voor zij vol op de muur zou botsen, links af en begon ze op een nog hoger tempo te lopen. Vlug keek ze op haar horloge. Nog 1 minuut en 25 seconden. De gang waarin ze nu liep,  zag er minder beangstigend uit dan de vorige. Het licht knipperde in ieder geval niet meer, maar de muren waren nog steeds even kaal als de vorige gang. De deur aan het einde van de gang begon al dichterbij te komen. Nog 30 seconden. Ze maakte nog meer vaart, haarzelf remmend om te gaan rennen. 10 seconden. Eindelijk was ze bij de deur. Zij legde haar hand op de klink, en duwde hem naar beneden. Toen trok ze haar rechterbeen op, en sloeg ze de deur met een stevige trap open. Ze snelde naar binnen en trok de deur met een harde klap achter zich dicht. Nog vijf seconden. Ze liep naar de ijzeren deur aan de andere kant van de ruimte. Snel tikte ze de juiste code in, en maakte de deur open. Vervolgens liep ze naar binnen, terwijl de deur automatisch achter haar dicht sloot. Ze keek nog één keer op haar horloge. 0 seconden. Precies op tijd, dacht zij hijgend. Op dit moment stond ze in het hol van de leeuwin. De kamer was simpel ingericht; een groot bureau in het midden, waarop een laptop, een stapel papier en nog wat andere dingen op stonden. De muren waren gebroken wit geverfd, met wat leek op echte bloedvlekken hier en daar, sommigen donkerder dan anderen. Headmistress, de leeuwin van dit hol, had de vage obsessie om het bloed van haar vijanden, dat ze verkreeg door die bewuste vijand bewusteloos te slaan en vervolgens wat van zijn bloed af te tappen, het bloed tegen deze muren te gooien. Ze zei dat dit haar manier was om haar frustratie en woede te uiten, maar het meisje vond het alleen maar goor. En achter dat grote bureau zat de welbekende Headmistress. Het meisje saluteerde en zei: 'Catastrofe meldt zich.' 

Wat bleek, was dat Headmistress een nieuw spel was begonnen, waarbij zij vijftien speelsters had uitgekozen, die al meer dan vier jaar gewillig naast haar hadden gestaan, door dik en door dun, en die volgens Headmistress wel eens beloond mochten worden voor hun trouwheid. Catastrofe viel volgens Headmistress hieronder. Het meisje wist niet wat ze moest denken toen ze dit te horen kreeg, en ook niet wat ze moest verwachten van het spel. Headmistress wilde geen woord loslaten over het spel, zelfs niet hoe het genoemd zou worden. Het enige wat ze zei, was: 'Meld je vanavond om exact acht uur bij de Thrinty, zij zullen jou dan verder begeleiden.' Toen begon ze als een gek op haar laptop te tikken, wat voor Catastrofe het teken was om het gebouw weer te verlaten.

En nu zat ze hier, in het kleine appartement dat Headmistress precies vier en een half jaar geleden aan haar had geschonken. In foetushouding lag ze op haar bed, dat ze met zelf verdiend geld had gekocht. Het was haar teveel. Ze wist niet wat ze wilde, of wie ze was. De nieuwe informatie die Headmistress haar had toevertrouwd, zorgde voor een flinke hoofdpijn. Ze wist niet of ze vanavond zou moeten opdagen, of beter thuis kon blijven. Ze wenste dat Headmistress haar eerder had verteld over het spel, dan had ze meer tijd gehad om erover na te denken. Nu had ze nog maar een paar uur voor ze moest beslissen of ze kwam opdagen. 

Na een tijdje staat ze op, loopt ze naar de keuken om een glas water te vullen en ploft ze neer op de bank in de woonkamer,  waar ze wezenloos staart naar de tv die uitstaat. Zonder het te merken, dronk ze het glas water in een teug leeg. En toch, voelde ze zich leeg. Zo voelde ze zich al een paar weken. Met de dikke wallen onder haar ogen, haar bleke gezicht,  en uitgemergelde lichaam leek ze er ouder en vermoeider uit te zien. Alsof bijna al het leven uit haar was gevloeid. Haar ogen, die eens een twinkel in zich hadden, waren nu doffer dan ooit tevoren. Het licht was gedimd in haar ogen, en het enige wat je zag wanneer je in deze ogen staarde, was donkere leegte. Ogen zijn de ramen naar de ziel, zeggen ze. Maar Catastrofe geloofde er niks van. Er waren teveel ogen die haar hadden bedrogen om nog in dat gezegde te geloven. Nee, zij wist wel beter. Ogen waren net als monden; leugenaars eerste klas, geloofde ze. Met haar eigen ogen had ze veel mensen voor het lapje gehouden, zoals Maria; haar psychologe. Zelfs haar beste vriendinnen, althans, dat is wat ze dachten dat ze waren voor Catastrofe, wisten niet wie ze werkelijk was, ook al dachten ze anders. Er waren maar twee personen die écht wisten wie ze was, namelijk; Luciana en Headmistress. 

De echte naam van Headmistress was eigenlijk Merida, maar dat wist bijna niemand. Catastrofe, wiens werkelijke naam Siana was, was een van de weinigen die dit wisten. Merida was ook een van de weinigen die wisten dat Catastrofe's echte naam Siana was. Iedereen was het gewoon geworden Siana Cat of Catastrofe te noemen. De meesten waren allang vergeten hoe ze echt noemde. Siana vond het niet erg. De naam was namelijk enkel en alleen een grote pijnlijke herinnering voor haar. Een herinnering aan haar oude leven. Het leven dat over was zodra de schrille gil door haar hersenen was waargenomen. Tot de dag van vandaag achtervolgd die gil haar. En ze wist, dat dat geluid voor altijd in haar hersenen geregistreerd zou blijven, 's nachts tot leven komend in haar nachtmerries die haar onderbewuste creëerde. Ze had het geaccepteerd; ze had geleerd ermee te leven. En toch, wachtte ze, sinds het onbeschrijflijke zich voordeed, nog altijd wanhopig op de dood om haar ziel te nemen. Zodat ze dan eindelijk verlost zou worden. Van de pijn. Van het verdriet. Van de leegte. 

Siana stond met een ruk op, en pakte haar sleutels. Toen liep ze naar de voordeur, gooide hem open, liep naar buiten, en sloeg het toen weer met een klap dicht. Ze stopte haar handen in de warme winterjas die ze aanhad, en stond toen even stil om te kijken naar de witte sneeuwvlokjes die naar beneden dwarrelden, en te staren naar de vogels, die vluchtten naar de warmte van het zuiden, de kou ontglippend. Siana wenste dat ze ook een van hen was. De vogels leken zo vrij, zo onschuldig,  zich niet bewust van het duistere van deze wereld. Ze konden gaan wanneer ze wilden, niet zo afhankelijk als de mens was. Zij hadden geen zware verantwoordelijkheden op hun schouders liggen, dacht Siana. Met een ruk draaide ze zich om, om vervolgens stevig naar het einde van de gang te stappen, afdrukken van haar boots in de sneeuw achterlatend.
Misschien was het spel toch wel een goed idee, misschien moest ze het gewoon doen. De kans grijpen, voor alsnog een prachtige ervaring het gevolg kon zijn. Merida kende haar. Die wist wel wat goed voor haar was.
Toen ze het einde van de gang bereikte, en haar hand op de klink van de deur die toegang verleende naar het trappenhuis, legde, wist ze het. Haar besluit stond vast. Vanavond zou ze er zijn. Maar eerst, ging ze wat eten. Het voedsel zou hard nodig zijn eer ze iets actiefs wilde doen.

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Jul 14, 2015 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

A Game Of ChangeWhere stories live. Discover now