3 - Het gewicht van de kroon

11 1 3
                                    

Prinses Cordelia's vader was een gerespecteerd vorst geweest, en had op zijn sterfbed de scepter bijna letterlijk in Cordelia's gehandschoende hand gedrukt. 

"Je weet wat je moet doen, chérie. Ik weet dat je me niet teleur zal stellen." Zijn stem was raspend, en langzaam. Aangetast door de jaren heen, zonder adequate verzorging. Zijn stem, die Cordelia hierna nooit meer zou horen.

Cordelia, verblind door tranen, had maar gewoon geknikt bij die woorden. Haar vader Philippe Mautière was al een tijd erg ziek geweest en nu die ziekte eindelijk zijn longen begon te teisteren, was het niet langer uit te houden. Tijdens het jaarlijkse diner met de omringende eilanden was hij uiteindelijk, dodelijk vermoeid, ineengestort en meteen naar de koninklijke ziekenboeg gebracht. Drie dagen en drie nachten had Cordelia onverstoord naast het bed van haar vader gezeten. 

Haar moeders dood was lang geleden in scène gezet: de roeping van de zee was haar teveel geworden Philippe had er, na lang aarzelen, uiteindelijk mee ingestemd dat hij Missy moest laten gaan om haar echt gelukkig te maken. Liefhebben op afstand, noemde hij het altijd als er niemand meeluisterde. Philippe had de klaagzangen van zijn hart genegeerd en een beslissing met zijn hoofd genomen. Missy had vrijheid nodig, een schip om over de golven te scheuren, de zoute zeelucht in haar neusgaten, de wind in de zeilen, een kapiteinshoed op het hoofd. En het enige wat hij kon doen om haar gelukkig te maken was door het haar te geven. 

"Laat Mathilde hier, alsjeblieft. Laat Mathilde hier." Philippe's woorden klonken smekend, maar nooit eisend of boos. Hij had altijd een veilloze controle over de toon van zijn stem gehad. 

Maar Missy had nee geschud en Mathilde in de armen genomen en was vertrokken. Cordelia zou haar moeder pas weer zien bij diens terdoodveroordeling, heel veel lange jaren daarna. Pas toen ze haar moeder in de ogen keek, dezelfde ogen die Mathilde geërfd had, begreep ze waarom ze haar destijds had meegenomen. Mathilde's ogen hadden geschenen met dezelfde sprankeling als die van Missy, met dezelfde vurigheid en passie voor het zeeleven, voor schurkerigheid en zwaardgevechten. Cordelia was altijd veel getemder en veel delicater geweest, net als haar vader. Toch hadden vragen haar jarenlang geteisterd. Leek ze dan in helemaal niets op haar moeder, of schuilde het oceanische verlangen wel degelijk in haar, diep begraven onder laagjes van decadentie en eergevoel? 

Cordelia kon het haar vader niet kwalijk nemen dat hij op dit laatste gepijnigde moment van zijn leven zijn dochter met zo'n zware last opzadelde. Er was niemand anders die het kon doen, die de last zo stoïcijns en intelligent kon dragen als Cordelia. Ze zou Tormesa erven, diens vorst worden. Een heel koninkrijk voor haar alleen. Alle macht in haar handen. 

Tormesa was een land met meerdere gezichten. Voor de buitenstaanders leek het een verontwikkeld havenimperium, waar dagelijks ontelbare boten aanmeerden met kooplui uit alle hoeken van de wereld, het koninklijk paleis schitterde bovenop de hoogste top van Tormesa, glanzend marmer in oranjegeel zonlicht. Ontelbare cipressen deinden mee op de zachte likjes wind, de geur van de zee drong altijd door tot ver voorbij de stadsmuren.

Maar er was ook veel armoede, en criminialiteit. Tormesanen die niet gezegend waren met zeebenen of slimme kooplieden waren, hadden een lastig bestaan. Sommigen beunden nog een beetje bij als schoenmaker of timmerman, maar er was overal werk tekort. Veel Tormesanen gaven zich of over aan de armoede en zwierven dag en nacht over straat op zoek naar eten of onderdak, anderen wendden zich tot piraterij. Diefstal was aan de orde van de dag en het was dan ook meer dan normaal om een marktverkoper "Houd de dief!" te horen schreeuwen boven het rumoer van alle enthousiaste toeristen uit. 

Net zoals haar vader, en diens vader, nam Cordelia zich voor armoede haar koninkrijk uit te helpen. Maar, ook net zoals haar koninklijke voorgangers, had ze geen idee van hoe ze dit moest doen. Cordelia had nooit de pijn gekend van een knorrende maag, 's avonds in een koud bed, ze had nooit de striemende regen op haar gezicht gevoeld als het stormde en ze geen schuilplek had. Toch zou het oneerlijk zijn om te zeggen dat ze geen pijn kende, maar ze kende in ieder geval niet de pijn van een groot deel van haar volk. 

Ze pakte haar vaders hand vast en kneep er zachtjes in. Pas na enkele seconden voelde ze dat hij terugkneep. De deken over zijn borst ging steeds langzamer op en neer. De kamer waar ze zaten, eens mooi, licht en blauw gekleurd, waar de kleine Cordelia altijd rondjesdraaide in de - voor haar gevoel - gigantische "balzaal", was nu een ontmoeting van weemoed, van verdriet. Het was alsof de lucht zwaarder was geworden en zich opeen had gepakt, alsof het eens zo rustgevende donkerblauw van de muren nu dreigend en afstandelijk lonkte in de duisternis. 

Philippe Mautière, vorst van Tormesa en echtgenoot van, overleed enkele uren later. Het gewicht van de kroon drukte vrijwel meteen op Cordelia's schouders, maar misschien kwam dat ook doordat deze door een bediende op een kussentje was gelegd, precies in haar blikveld. De diamanten glansden, ondanks het laagje stof dat zich over de jaren had opgebouwd. 

Dit zeestaatje, met zo'n mooie haven een lonkend marmeren paleis op een hoge heuvel, met zoveel arme mensen en piraterij en diefstal, en deinende cipressen en de geur van de zee in je neusgaten, had een nieuwe vorst nodig. En Cordelia was degende die die taak maar op zich moest nemen, tegen wil en dank (en misschien ook wel tegen beter weten in). Want piraterij en de zee begonnen steeds grotere rollen te spelen in haar hoofd. 

De mensheid heeft nu eenmaal altijd al een fascinatie gehad met water, we hebben altijd langs de kust geleefd, we bestaan zelfs grotendeels uit water. Soort zoekt soort. En het zou niet lang meer duren tot Cordelia die drang nauwelijks meer kon onderdrukken...

De Erfenis van het WaterWhere stories live. Discover now