Hoofdstuk 7

797 42 19
                                    

Pov Matthy:

Boven aangekomen, houdt Milo me tegen. 'Hey Matt, ik ga eerst even met hun mee. Ik kom zo', zegt Milo. Ik knik. Ik loop richting onze kamer. Wij zijn de enigen die aan de linkerkant onze kamer hebben. De rest van de kamers zitten allemaal rechts. Ik open de deur en zucht. Ik sluit de deur achter me en laat me tegen de deur zakken.

Na even sta ik op en loop zenuwachtig rond op mijn kamer. Ik heb vreselijke heimwee en wil het liefst naar huis, maar dat mag niet. "Je bent geen klein kind meer Matthyas" Ik zucht uit en ga tegen de muur staan met een hand op mijn borst. Rustig Matthyas. De deur vliegt open, waardoor ik geschrokken op kijk. Ik loop van de muur en neem plaats op mijn bed. 'Schrok je?' lacht Milo als de deur weer dicht valt. 'Ja, ja beetje', mompel ik. 'Gaat het wel goed?' vraagt hij dan en zet zijn tas op het overige bed. Ik knik en staar naar mijn voeten. De tranen prikken achter mijn ogen.

5 dagen.
4 nachten.

Ik denk dat de nachten nog het ergste worden. Overdag ben je de hele tijd wel iets aan het doen, maar 's nachts slaapt iedereen. Ik zucht en sla mijn handen voor mijn ogen. 'Het gaat niet hé?' vraagt Milo dan. Ik schud mijn hoofd en begin te snikken. 'Hey, shh', zegt Milo en neemt me stevig in zijn armen. Ik begin luider te snikken. Milo veegt wat haar uit mijn gezicht en sust me. 'Het is oké, ik ben bij je Matthy', zegt Milo. Hij blijft me ondertussen geruststellen. Ik begin wat rustig te worden, maar blijf snikken. 'Wat is er aan de hand Matt?' vraagt hij dan. Ik sla mijn armen om hem heen en blijf snikken. 'Het is oké, ik ga niet weg', sust hij me. Zijn hand wrijft over mijn rug. 'Vertel Matt. Wat is er gebeurd?' vraagt hij. Ik snik, 'Gewoon..' "Wat gewoon?" Even blijf ik stil, 'Heimwee', mompel ik lichtelijk beschaamd. 'Als je zo'n heimwee hebt, waarom moest je dan mee?' vraagt Milo. 'Moest me niet aanstellen', mompel ik. 'Nawh, het is echt geen aanstellen Matt, jij kan er niks aan doen', zegt Milo en gaat door mijn haren. 'Gaat het weer een beetje?' vraagt hij dan. Ik knik en leg mijn hoofd tegen zijn sleutelbeen. Milo geeft me een kus in mijn haren. Ik glimlach klein. 'Loop straks gewoon met ons mee, hm? Ik zal je door dit kamp heen begeleiden', zegt hij. Ik zucht zachtjes uit en knik. Na even word iedereen inderdaad geroepen. Ik sta op en bekijk me even in de spiegel. Het kan wel. Ik loop achter Milo aan de kamer uit. We moeten verzamelen in de middenruimte. 'We gaan in groepjes een spel doen. Maximaal 6 personen per groepje, minimaal 4', zegt de vrouw. Milo pakt me bij mijn arm. Ik krimp lichtjes ineen, oh fuck.. Zijn hand glijdt naar mijn rug. 'Sorry', fluistert hij en neemt me mee richting zijn vrienden. '5 personen nu toch?' vraagt Milo en telt ons. '5, top', zegt hij. Milo trekt me tegen zich aan. Ik heb het gevoel dat ik word aangestaard. Ik kijk op en ontmoet de ogen van iemand met bruin haar. Hij glimlacht klein naar me. Ik glimlach terug, waarna ik weg kijk. 'Milo, Koen, Robbie, Raoul en Matthyas? Goed jongens. Is dat vertrouwd met jullie 4 bij elkaar?' vraagt de mentor. Ik kijk even verbaasd. Vier? 'Zeker mevrouw. Dat komt helemaal goed, geloof me', zegt Milo. 'Oké. Ik heb hier de uitleg. We gaan jachtseizoen doen. Jullie moeten op het terrein blijven, om de 5 minuten locatie', zegt de man. Milo pakt het aan en loopt weg. We volgen hem. 'Dit gaan we mooi niet doen, is er geen cafeetje hier in de buurt?' vraagt Koen. Milo lacht, 'We kunnen zelf kiezen wat we sturen dus we gaan gewoon ergens zitten ja' Ik slik. Ik wil geen problemen. Ik wil niet dat daar straks ook grappen over komen. 'Matthyas! Jezus!' schreeuwt iemand opeens. Ik krimp ineen en kijk op. 'Godsamme man. Waar was jij opeens?' vraagt Milo. Ik kijk hem bang aan. Is hij boos? Hij trekt me in zijn armen. 'Sorry, ik had niet mogen schreeuwen. Gaat het?' vraagt hij. 'J-ja', mompel ik. 'Gelukkig, kom', zegt hij en pakt mijn hand. Ik kijk van hem naar de jongens. 'Rustig maar', lacht Milo en trekt me mee. Geschrokken loop ik snel mee. 'Oké dus, we moeten hier nu snel weg wezen', zegt Milo. 'Gewoon het terrein af rennen en dan kunnen we lopen', zegt Robbie. Koen knikt. Milo begint te rennen. Ik laat zijn hand los en begin achter hem aan te rennen. Hij kijkt een keer achterom, waarna hij verder rent. Robbie rent naast me en Raoul en Koen voor ons. 'Jezus, zo snel ben ik niet!' schreeuwt Robbie die het tempo verlaagd. Ik kijk even achterom en besluit te wachten. Hij lacht en komt toch weer bij me rennen. Ik ren het terrein af, waar de rest al staat. Ik stop met rennen en zie hoe Robbie nu ook aan komt huppelen. Milo lacht, 'Dikzak' Robbie kijkt hem beledigd aan. Ik kijk verbaasd, waarom zou je dat zeggen? 'Is een grapje', zegt Milo en geeft Robbie een boks. Ah oké. We beginnen te lopen en eindigen in een soort dorpje. 'Nice hoor, lijkt net Borealis', zegt Raoul. Milo schiet in de lach, 'Ja man, we zijn allemaal gechipt' Ik stop mijn handen in de zakken van mijn trui en kijk even rond. Milo komt naast me lopen. 'Daar zitten jongens?' vraagt hij dan en gaat al zitten. Ik kom naast hem zitten. De jongens komen nu ook zitten. 'Ik ga sowieso eten', zegt Milo en pakt de lunchkaart. 'En je noemt mij een dikzak!' zegt Robbie. Ik sla mijn armen voor mijn buik en kijk rond. Leuke gesprekken hoor. 'Matt? Wat moet jij?' hoor ik opeens. Ik kijk op en zie dat er al iemand is die de bestellingen op neemt. 'Euh, cola', zeg ik. Geen idee of het hard genoeg was. De bediende knikt en loopt weg. 'Hoef je geen eten?' vraagt Milo. Ik schud mijn hoofd. Ik ben eigenlijk echt kapot misselijk. Vooral omdat ik graag naar huis wil. Ik vind kamp verschrikkelijk. Altijd al gevonden. Ze hebben me op de basisschool altijd moeten ophalen, zelfs in het eerste middelbaar. Nu hebben ze gezegd dat ze me nu niet gaan ophalen. Als ik er aan denk dat ik hier 3 dagen zit, kan ik al janken. Ik druk mijn arm tegen mijn buik, om te voorkomen dat ik hier nu ter plekke over ga geven. 'Je ziet helemaal wit Matthy', zegt Milo. Ik sla een hand voor mijn mond en sta op. Shit zooi. Milo pakt me vast en trekt me hardhandig weg van het terras. Aangekomen bij de bosjes gooi ik mijn complete maaginhoud eruit. 'Jij hebt echt heimwee hé', zegt hij. Ik negeer hem en begin zachtjes te snikken. 'Sshh, tis oké', sust hij me. Na even ben ik weer rustig. We lopen terug. Ik ga weer zitten en neem een slokje van mijn drinken. 'Gaat het Matthyas?' vraagt Raoul bezorgd. Bezorgd? Ik kijk op knik. "Het is echt oké als het niet gaat hé." Godver. Ik kan nu niet janken op het terras. 'Hey, laat hem maar even, slecht moment nu', zegt Milo. Raoul knikt, 'Ja oké dat klopt' Ik zie hoe Milo zijn hand op steekt om af te rekenen. Zodra hij afgerekend heeft, staan we op en besluiten terug te lopen. We besluiten via de achterkant te gaan, zodat het niet opvalt dat we weg waren. 'Ha jongens, daar zijn jullie', zegt de mentor. 'Ja, we vonden het een beetje lang duren', zegt Koen. De mentor lacht, 'Jullje waren wel heel goed inderdaad' Milo grinnikt. 'Komen jullie aan tafel? Het eten wordt klaargemaakt', zegt de mentor dan. We knikken. Ik ga tussen Milo en Raoul in zitten aan de lange tafel. Milo wrijft over mijn rug, terwijl hij met Koen begint te praten. Raoul kijkt me even aan. Ik kijk op. 'Hey, als je zo even wilt praten of iets, kom dan gerust even langs', zegt hij en glimlacht klein. Ik knik en glimlach, 'Oké' Hij legt een hand op mijn knie, waarna hij daar even over wrijft. Ik zie hoe de docenten, die mee zijn gegaan op kamp, aan komen lopen met bakjes waar snacks in zitten. Er worden er 2 bij ons aan het einde neer gezet. De jongens beginnen gelijk te pakken. Ik besluit te wachten. Ik pak wel hetgeen dat over blijft. Zodra iedereen klaar is, pak ik het overige. Ondertussen word er ook nog patat neergezet. Ik wacht opnieuw tot iedereen klaar is. Ik gooi het overige in mijn bord en begin rustig te eten.

- tijdskip -

We hebben ons verzameld op de kamer van Rob, Roel, Koen, Rutger en Frank. We besloten te kaarten, waar ik enorm slecht in ben, maar dat is oké. Zolang het gezellig is. We doen eenendertigen. Ik zucht, opnieuw heb ik weer geen setje kunnen krijgen en is iedereen klaar. Ik gooi mijn kaarten maar gewoon neer. 'Jezus Matt', lacht Milo die me naar zich toe trekt. Ik glimlach klein. 'Achja ze zeggen maar zo: of je bent goed in kaarten-' begint Rutger. 'Of je bent goed in bed!' schreeuwt Koen er doorheen. Ik kijk verbaasd. 'Dat is niet eens zo', lacht Raoul. 'Nou Matt, vind je jezelf goed in bed?' lacht Frank. 'Ehm, ja ik kan goed slapen hoor', grap ik. Milo lacht. De jongens lachen nu ook. We besluiten nog 1 potje te doen, aangezien de docenten willen dat iedereen naar hun eigen kamer gaat. Zoals verwacht verlies ik weer. 'Ik vind nu wel dat Matthy nog een straf moet uit voeren', lacht Koen. Ik slik. 'Ja! Wacht ehm', zegt Frank die na begint te denken. Even is het stil. 'Ja ik weet iets! Geef Milo een kus op zijn wang', zegt Rutger. Ik kijk even op richting Milo, die lacht. 'Nou, kom maar hier dan', zegt hij en trekt me aan mijn heupen naar zich toe. Ik pak zijn arm geschrokken vast. Ondertussen ben ik op mijn knieën gaan zitten. Snel druk ik een kus op zijn wang, waarna ik van het bed af kruip. De jongens schieten in de lach. 'Jezus, daar mocht wel een grote slowmotion over heen. Ik heb het amper gezien', zegt Frank. Milo lacht en komt ook omhoog. 'Nou, slaaplekker mannen', zegt hij. Ik knik, 'Slaaplekker' We verlaten de kamer nadat iedereen ons ook nog slaaplekker heeft gewenst. In onze kamer aangekomen, laat ik me op het bed vallen. Gelijk kickt de heimwee in. Ik zie hoe Milo zich aan het omkleden is. Jaloers kijk ik naar zijn lichaam. Hij ziet er zo goed uit en ik? Ik absoluut niet. Ik haat mijn lichaam. 'Staren is onbeleefd', hoor ik dan opeens. Ik schrik op, 'Sorry' Hij lacht en ploft naast me neer. Hij heeft alleen zijn onderbroek aan. Ik zucht. 'Wat is er?' vraagt hij. Ik haal mijn schouders op. 'Kleed jij je ook nog even om?' vraagt hij dan en wrijft over mijn rug. Ik schud mijn hoofd en blijf naar de grond kijken. 'Jawel Matt. Ik laat jou toch niet in een joggingbroek en trui slapen?' zegt hij. 'Ik wil gewoon niet dat je me lelijk vind', mompel ik. 'Matt, waarom zou ik je lelijk vinden?' zegt Milo. 'Omdat ik mezelf..' Ik zucht en pers mijn lippen op elkaar. 'Omdat je jezelf?' vraagt Milo en kijkt me aan. 'Omdat ik mezelf pijn doe', mompel ik. 'Matt, dat maakt niet uit oké. Daar kan ik wel doorheen kijken', zegt hij en veegt wat haar uit mijn gezicht. "Maar ik wil niet aandringen, dat weet je toch?" Ik knik. 'Heb je een shirt onder je trui?' vraagt hij dan. Ik knik. 'Nou, zou je je hoodie uit willen doen?' hij kijkt me lief aan. Ik bijt op mijn lip, maar knik. Het is echt snikheet, dus misschien is het inderdaad beter als ik me 's avonds, wanneer wij alleen zijn, gewoon omkleed. Ik trek mijn hoodie uit. 'Ik ben trots op je', zegt hij en pakt mijn hoodie, die hij netjes op vouwt en achterop het bed gooit. 'Zie je nou wel dat het niet erg is?' vraagt hij en slaat zijn armen om me heen. 'Houd je je broek aan of uit?' vraagt hij dan. 'Uit, als dat mag?' vraag ik. Milo lacht, 'Het is jouw lichaam' Ik glimlach klein en trek mijn broek uit, waarna ik die bij mijn trui, achterop het bed, gooi. Milo bekijkt me even, maar zegt niks. 'Dan gaan we zo slapen denk ik?' vraagt hij zacht lachend. Gelijk is de hele sfeer verpest. Ik zucht en sla mijn ogen neer. 'Hey, het komt goed', zegt Milo gelijk. Ik haal mijn schouders op. "Ik ga even tandenpoetsen, ja?" Ik knik. Hij staat op en verlaat de kamer met zijn toilettas. Ik laat me op het bed vallen. Even staar ik naar het plafond, waarna ik stilletjes begin te huilen. Ik kom omhoog en sla mijn armen om mijn benen, waarna ik mijn hoofd daarachter verstop. Mijn borst gaat hevig op en neer, waarna zachte geluidjes mijn mond verlaten.

Even zit ik daar, totdat de deur zich weer opent. Ik schrik op. 'Oww, Matt', zegt Milo die gelijk naar me toe loopt. Hij trekt me in zijn armen en sust me. Even blijf ik huilen, wat langzaam over gaat in snikken. 'Shh, ik blijf bij je', zegt Milo en wiegt ons heen en weer. Ik knik vermoeid door het huilen. Hij laat ons op het bed vallen. Stevig heeft hij zijn armen om me heen geslagen. Ik voel hoe hij de dekens over ons heen trekt. We liggen lepeltje lepeltje. Hij grote, ik kleine. Ik voel me veilig en geliefd door hem. Mijn handen leg ik op zijn armen, terwijl ik zachtjes na snik. 'Zal ik je eens wat vertellen?' hoor ik Milo zachtjes vragen. Ik knik en veeg mijn tranen weg, waarna ik Milo's arm weer vast pak.

Pov Milo:

Zachtjes begin ik een verhaal te vertellen, in de hoop dat Matthy in slaap valt. Het is lief hoe hij mijn armen vast heeft. Daardoor ben ik even afgeleid. 'Waar was ik? Oh ja, nou.. Koen ging dus met zijn kinder lichaampje in die kinder schommel', vertel ik en lach zachtjes, 'Toen moesten we dus de brandweer bellen, aangezien hij er niet meer uit kwam' Ik kijk even richting Matthy om te weten of ik verder moet vertellen. Ik glimlach als ik zie dat hij slaapt. Ach ja, Koen is ook niet zo boeiend inderdaad. Ik lach zachtjes en leg mijn hoofd neer. 'Slaaplekker lieve Matt', fluister ik en plant een kus in zijn nek. Ik bind mijn armen steviger rond zijn middel, druk mijn lichaam dichter tegen de zijne en leg mijn hoofd in zijn nek, waarna ik ook in slaap val.

Scars // Bankzitters [VOLTOOID]Where stories live. Discover now