Ik knik en probeer de tranen binnen te houden.

'Je mag verdriet hebben maar als je te lang verdriet hebt om een overledene zal je zelf ook doodgaan.' Zegt Rock terwijl hij me een bemoedigende glimlach geeft terwijl zijn ogen toch ook echt duidelijk vochtig zijn.

Ik glimlach waterig terug.

'Laten we dan maar gaan. We moeten nog een territorium zoeken. Hebben jullie alles wat jullie nodig hebben? Foto's, kleding, geld?'

'Jup, en hier is jouw'n tas.' Zegt Matt terwijl hij mijn tas aanreikt.

Ik pak hem beet en vergroot de banden tot z'n wijdst.

'Omdraaien.' Commandeer ik terwijl ik alvast mijn schoenen en sokken uitdoe.

Braaf draaien ze zich om en vlug kleed ik me uit en verander ik in mijn wit met grijze wolf.

Ik blaf kort als teken dat ze zich kunnen omdraaien.

Matt propt mijn kleding in mijn rugzak, trekt de banden iets strakker aan en duwt me vervolgens zachtjes naar buiten.

Rustig wacht ik op hen tot zij ook klaar zijn en buitenstaan.

Als we bij de grens van mijn territorium komen, kijk ik nog één keer achterom en ren de grens over.

Drie dagen zoeken we naar een geschikt, klein territorium en op de derde avond vinden we het.

Ik glimlach, het is perfect voor ons zessen en de jongens kunnen het makkelijk beschermen als ik een keer op de vlucht ben.

Snel markeren we het als ons gebied en gaan dan slapen.

Ik draai en woel en telkens komt het beeld van mijn moeder die door een pijl geraakt word dwars door haar buik weer terug op mijn netvlies.

Haar gezicht dat van geschrokken en naar ademhappend naar een gelukzalige glimlach gaat.

Haar laatste woorden:

'Ik hou van je Winter en ik geloof in je.'

Hoe ze levenloos op de bloederige grond valt en haar laatste adem uitblaast.

De verschroeiende pijn in mijn borst omdat ik nu al mijn familieleden ben verloren. En Storms poging om me over te geven...

Uiteindelijk val ik in slaap.

Een zeer onrustige slaap...

Ik sta in een bos, ik herken het bos niet netals de geur.

'Winter.' Zegt er een stem achter me die me fijne kriebels bezorgd.

Ik draai me om en zie Storm staan, in smoking.

Het staat hem ongelooflijk goed, maar alles staat hem goed, letterlijk.

'Je ziet er prachtig uit Winter.' Zegt Storm glimlachend terwijl hij mijn hand vastpakt en me een rondje laat draaien.

Mijn witte jurk zwiert om mijn benen en een giegel ontsnapt uit mijn mond.

Storm lacht, een fijn geluid waar je voor eeuwig naar zou kunnen luisteren.

Storm trekt me plots tegen zich aan en onhandig bots ik tegen zijn borstkas op.

Beschaamd kijk ik omhoog, recht in Storms twinkelende ogen die me geamuseerd aankijken.

Langzaam begint hij te bewegen en ik volg hem. Een rustig walsmuziekje speelt door het bos en we dansen. Gewoon dansen terwijl we elkaar glimlachend aankijken alsof niets het moment kan verpesten.

Just let me goWhere stories live. Discover now