Er was eens een boom. Maar dit was geen gewone boom. Deze boom was anders dan alle andere bomen in het bos. Deze boom had een geheim, een talent dat niemand anders in het bos had: hij was een slager. Ja, je leest het goed. Deze boom was een slager.
Nu hoor ik je denken: hoe kan een boom nou een slager zijn? Welnu, deze boom had takken die als messen waren geslepen en die vlees konden snijden als een echte slager. En het beste van alles? Zijn vlees was ongelooflijk lekker. Het was mals, sappig en smaakte zoals niets anders in het bos.
Op een dag kwam er een hongerige wolf het bos binnen. Hij was op zoek naar voedsel en toen hij de boom zag, wist hij niet wat hij zag. "Een boom die slager is?" riep de wolf verbaasd uit. "Dat moet ik proberen."
En dus ging de wolf naar de boom toe en vroeg om wat vlees. De boom aarzelde even, maar besloot toen om de wolf een stukje vlees te geven. De wolf nam een hap en zijn ogen werden groot van verbazing. Het vlees smaakte zo lekker dat hij meteen nog een stukje wilde hebben.
En zo begon het. Steeds meer dieren kwamen naar de boom toe voor zijn vlees. Ze kwamen van heinde en verre en velen van hen waren bereid om heel wat geld te betalen voor een stukje van het heerlijke vlees. De boom werd al snel de meest populaire slager van het hele land.
Maar de boom had ook vijanden. Er waren jaloerse bomen die niet konden accepteren dat er een boom was die zo succesvol was als slager. Ze wilden de boom verjagen uit het bos en namen daarom contact op met een groep mensen die gespecialiseerd waren in het kappen van bomen.
En zo kwamen de mensen naar het bos toe om de boom te kappen. Maar toen ze arriveerden, zagen ze iets dat ze nog nooit eerder hadden gezien: een boom die slager was
