A field of daisies

57 0 0
                                    

But then again. Who would chose a daisy in a field of roses?

"Jij ook goedemorgen." Grinnikte ik toen mijn hond Daisy enthousiast op mijn bed sprong. Ze likte mijn gezicht terwijl ik langzaam wakker werd. Ik aaide de Zwitserse witte herder pup over haar hoofd terwijl ze me aankeek met haar grote, donkerbruine ogen. Ik hoorde mijn moeder de trap oplopen, en niet veel later ging mijn slaapkamerdeur langzaam open. Mijn moeder kwam binnen en glimlachte toen ze Daisy languit op mijn buik zag liggen. "Dat zou over een paar maanden een probleem kunnen zijn." Ik lachte, "tegen de tijd dat ze volgroeid is mag ze van pap vast niet meer boven komen." Mijn moeder grinnikte, "en sinds wanneer trek jij je iets van de regels hier in huis aan?" "Altijd al, dat weet je toch." Grijnsde ik. Mijn moeder liep lachend mijn kamer weer uit. "Kom ontbijten luilak, het is al bijna middag." Ik zuchtte en tilde Daisy van me af. Ik kleedde me snel om en liep naar de badkamer. Daisy liep kwispelend achter me aan en staarde me geïnteresseerd aan terwijl ik mijn haar deed hen mijn tanden poetste. Ze blafte toen ik mijn borstel met een klap op de rand van de wasbak liet vallen. Ik grinnikte, "wees stil jij," terwijl ik een elastiek om mijn paardenstaart heen draaide. Ik tilde haar op en liep met haar in mijn armen, en haar natte neus in mijn nek, de trap af. "Je gaat met die hond om alsof het een klein kind is." Bromde mijn 18 jaar oude broer, Mik toen ik de woonkamer in liep. "Dus?" Zei ik terwijl ik met mijn ogen rolde. Ik zette Daisy op de grond en liep naar het aanrecht om een boterham te smeren. Een dun laagje boter en een dikke plak jonge kaas. Ik schonk een glas melk in en verorberde mijn ontbijt aan de keukentafel, terwijl ik keek hoe Daisy een rubberen speeltje probeerde te slopen. Mijn moeder zag het ook en begon te lachen. "Het lijkt wel alsof ze hem probeert te vermoorden." Zei ze, ik lachte nu ook en zelfs Mik grinnikte. Ik zette mijn vuile bord en glas in de vaatwasser en floot op mijn hond. Daisy keek me met gespitste oren nieuwsgierig aan. "Kom," lachte ik terwijl ik haar riem van de haak pakte. Enthousiast rende Daisy op me af en begon in de riem te bijten. "Laat dat gek!" Lachte ik, en ik klikte de riem vast aan haar halsband. "Wij zijn weg!" Riep ik naar mijn moeder. "Krijg ik geen kus meer tegenwoordig?" Vroeg mijn moeder. Ik liep naar haar toe en gaf haar een kus op haar wang. "Jij ook een zoen?" Vroeg ik mijn broer toen ik hem onze kant op zag kijken. "Nee bedankt." Schamperde hij. "Ik hou ook van jou hoor." Grinnikte ik terwijl ik mijn armen naar hem uitstrekte om hem een knuffel te geven. Hij glimlachte, "kom hier dan." Zei hij zuchtend. Hij trok me op zijn schoot en sloeg zijn armen om me heen. Ik aaide door zijn lichtbruine krullen en knuffelde hem terug. "En nu ophoepelen." Lachte hij toen Daisy ook op de bank wilde springen. Ik lachte en liep de woonkamer uit, met Daisy achter me aan. "Doei!" Riep ik nog voordat ik de achterdeur uit liep, maar ik smeet de deur al achter me dicht voor dat ik het antwoord kon horen. Daisy sprong enthousiast om me heen terwijl we samen de straat uit liepen. Ik sloeg links af richting het bos. Achter het raam van een van de laatste huizen die we passeerden, voor we het bos inliepen, stond een blonde vrouw met blauwe ogen. Ze was de madeliefjes voor haar raam water aan het geven met een pastel paars gietertje en toen ze me zag zwaaide ze, en glimlachte ze breed. Ik lachte en zwaaide terug naar
de vrouw die ik zo goed kende. De vrouw wiens steun en toeverlaat ik was in de periode waarin ze het zo ongelofelijk zwaar had. Ik liep het bos in en klikte Daisy's lijn los van haar halsband. Ze rende meteen een eindje verder om de grootste stok te pakken die ze kon tillen. Ik schoot in de lach toen ze met een dikke stok naar me terug kwam. Ik pakte de stok uit haar bek en gooide hem een paar meter vooruit. Ik liep een klein paadje in dat naar een groot weiland leidde. Hier was ik het liefst. In het midden van het weiland stond een enorme eik, die omringt was met paardenbloemen en madeliefjes. Ik liep richting de boom en liet me in de schaduw van de boom op de grond zakken, liet mijn rug tegen de dikke stam rusten en sloot mijn ogen. Ik opende ze echter een paar seconden later weer omdat ik me afvroeg of Daisy me wel gevolgd was. Maar zoals ik al verwacht had was ze me inderdaad gewoon gevolgd. Ze lag een paar meter verderop op een paardenbloem te knabbelen. Ik sloot mijn ogen en genoot van de zachte lentezon die op mijn gezicht scheen. Ik dacht terug aan de blonde vrouw achter het raam en de dag waarop haar dochter, mijn beste vriendin Daisy, overleed.

DaisyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu