Hoofdstuk 4

11 1 0
                                    

Bam! Bam! Bam! Ik hoor iemand de trap afkomen richting de kelder. Ik ben nieuwsgierig naar wie er binnen komt. Ik hoor een sleutel rondraaien. Dan zie ik een bruine vrouw van rond de vijftig. Ze kijkt me lief en vol medelijden aan. Ze lijkt me zo'n moedertype, maar dat kan ook bedrog zijn. Ik moet wel op mijn hoede zijn. ''Hoe voel je je?", vraagt de vrouw bezorgd. Ik besluit om te zwijgen. ''Na alles is ze geen spat veranderd,''mompelt de vrouw. ''Ik kan je horen, ik ben heus niet doof'', roep ik boos uit. '' ik ben echt zo klaar met alles en iedereen hier. ik hoop voor je dat je me komt halen uit deze hel!''De vrouw kijkt geamuseerd, alsof ze op elk moment in lachen uit kan barsten. Ze zegt niks meer en kijkt me alleen maar onderzoekend aan. Als ze dichter naar me toekomt zie ik dat ze een groot litteken op haar wang heeft. ik schrik er erg van. ''Het is onbeleefd om te staren mop.'', zegt ze nu nog liever dan eerst. Ik weet niet of het sarcasme is of of ze nou serieus  neemt. Ik doe maar alsof ik haar niet hoor. Ze haalt een kladblok uit haar zak en begint te schrijven. Ik weet nu niet meer wat ik van haar moet denken. '' Maak je maar geen zorgen, ik doe dit voor je eigen bestwil", zegt de vrouw. eerst begrijp ik niet wat ze bedoelt, maar dan zie ik dat ze iets doet met haar hand. Ik word meteen omsingeld door meer dan tien mensen met allemaal een jasje van D-A-N-G-E-R. Een van die mensen is dan ook nog Daniel, de jongen die ik blijkbaar heb verraden. Ze komen allemaal op me af. Ik kan de drang om te vluchtten niet weerstaan en maak ondanks de mensen toch een poging en ja hoor mislukt. Lekker dan. Ze grijpen me aan me haar, mijn kleren en bepaalde plekken die ik liever niet wil noemen en dan wordt het stil. Ik vraag me af wat er gebeurd is maar dan merk ik dat ik buitenbewustzijn was. Als ik mijn ogen open doe, kijk ik recht tegen een gezicht aan. De vrouw met de grote litteken. Het kon niet beter. '' Waar ben ik..?'', vraag ik verward. Ik moet schrikken van mijn stem, het klinkt niet als mij. Ik grinnik even, want ik weet namelijk niet helemaal wie ik echt ben. Zoals te verwachten krijg ik geen antwoord. PANG! ''AU!'', gil ik uit. Ik voel pijn, zoveel pijn. Vage beelden, vrouw boven mijn hoofd, hard gelui-

''My heart is torn to piesces, it's my offering.''  Mijn ogen gaan langzaam weer open. Zacht neurie ik mee op het lied in mijn hoofd. Ik voel dat ik weer op de harde grond in de kelder zit. Ik probeer wat te zien, maar daar is het te donker voor. Ik vermoed dat het rond de 4 uur in de ochtend is. Mijn ademhaling gaat onregelmatig. Ik doe mijn ogen dicht en zing zacht mee op het lied. Ik ga met mijn linkerhand langs mij rechterarm. Ik voel daar dan een plek dat voelt als een wond. Ik heb geen idee hoe het daar is gekomen. Volgens mij had ik het net nog niet. Ik pak maar weer mijn ketting en kijk naar de twee foto's erin. Door de donker zie ik de man en vrouw erop bijna niet. ''Truth  is i'm weak. No strenght to fight. No tears to cry. Even if i tried."  Ik probeer het lied helemaal te zingen, maar er vallen steeds stukken weg. Het is een mooie tekst. Ik probeer verder te zingen, maar dit keer brul ik de tekst door de kelder. ''BUT STILL MY SOUL REFUSES TO DIE, NO NO'', Ik schreeuw nu zo hard dat ik de botten in mijn lichaam voel verschuiven. Dan hoor ik weer iemand de trap aflopen. Het is Daniel. Ik zie nu wel een sprankje licht door de deur heen. Dan vraag ik me af of het toch niet al middag is. Ik doe alsof ik hem niet zie en zing opgewekt het lied door. Terwijl er nog steeds woorden wegvallen. Ik zie Daniel mij hopeloos aankijken. Alsof hij niet weet of hij moet lachen of huilen. Dan hoor ik hem opeens mee zingen. Daarna  brullen we de onafgemaakte zinnen van de tekst door alsof ons leven ervan af hangt. Hij pakt me bij arm en danst met me door de kelder heen. Hij draait me steeds rond en rond tot we er duizelig bij neervallen. Dan kijken we elkaar aan, zonder maar ook een woordenwisseling. Hij kijkt me onderzoekend aan. Tot hij verschrikt op kijkt naar mijn arm. Ik kijk er nu ook naar. EIGENDOM VAN D-A-N-G-E-R , staat er met koeienletters op mijn  arm. Ik weet niet waarom, maar ik barst uit in tranen. Daniel kijkt me aan. Dan schuift hij dichter naar me toe. Voor ik het weet lig ik snikkend in zijn armen. ''Victoria, waar heb je jezelf in gezet?'', vraagt hij hoofdschuddend. Al mijn tranen die ik heb verzameld van de afgelopen dagen  rollen nu langs mijn wangen. Als ik uitgehuild ben, trek ik me los uit de greep van Daniel. Hij staat op en loopt weg. Als hij zich nog eens omdraait vraagt hij: ''heb je al wat gegeten.'' ''Nee, ik heb wel nog honger''. Hij loopt weg en laat me alleen, helemaal alleen in de donker. Dan wordt er weer brood en water onder de deur geschoven. Het is veel meer dan dat van gisteren. Als ik beter kijk zie ik dat het geen water, maar melk is. Dankbaar eet ik verder. Hoewel ik helemaal alleen in de donker zit.


You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Apr 14, 2016 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

DangerWhere stories live. Discover now