(xxii) Groene anjers & gestolen taart

Start from the beginning
                                    

Hij moest zich inhouden om niet in huilen uit te barsten, want de waarheid was dat hij bang was. In de diepe leegte in zijn borst kolkte een angst voor wat er met hem zou gebeuren, die tijdens zijn voorhechtenis steeds groter werd. Daarbovenop kwam het feit dat hij niet wist waar Arnold was en hoe hij het stelde. Hij keek in het rond, naar de andere cellen, in de hoop een glimp van lichtblonde haren op te vangen.

'Je vriend zit hier ook ergens,' antwoordde Hugh op zijn onuitgesproken vraag. Hij schudde zijn hoofd naar Alans hoopvolle blik. 'We kunnen hem nu niet vrij krijgen, hij wil geen geld van anderen aanvaarden.'

'Te trots,' mompelde Alan furieus.

'En die jongen had zelf ook geen spaargeld, ik heb het nagevraagd. Blijkbaar is hij op staande voet ontslagen.'

Alan incasseerde die klap. Arnold was zo bang geweest om zijn baan te verliezen. Als je dat doet, dan is mijn leven voorbij. Dat van mijn vader ook. Hij balde zijn vuist, nagels groeven zich in zijn handpalm. Het was niet eerlijk.

'Hoe wist je dat ik was gearresteerd?' vroeg hij om van onderwerp te veranderen, zijn tranen verbijtend.

'Ah, dat is het slechte nieuws.' Hugh wierp hem een zijdelingse blik toe.

'Wat was alles hiervoor dan? Een luchtig onderonsje?'

Hugh negeerde dat. 'Je broer heeft me opgebeld. Hij komt naar hier voor de rechtszaak. Hij klonk niet blij.'

Geconcentreerd probeerde hij de groene anjer in zijn vest juist te steken, al was het maar om zijn broer te enerveren

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

Geconcentreerd probeerde hij de groene anjer in zijn vest juist te steken, al was het maar om zijn broer te enerveren. De bloem diende als steun, ook al zou niemand de betekenis ervan weten. Het proces kon elk moment beginnen, diep vanbinnen wist Alan al hoe het zou aflopen.

'John,' begon hij voor de derde keer die ochtend. 'Ik weet dat je een advocaat bent en alles beter denkt te weten, maar ik ben een volwassen man. Ik heb je hulp niet nodig.'

Zijn broer wreef verwoed het zweet van zijn snor. 'Het is nochtans je eigen schuld dat je hier zit. Hoe dwaas kan je dan ook zijn om gewoonweg toe te geven dat je gemeenschap had met een man.' Dat laatste fluisterde hij, alsof het uitspreken van die woorden hem regelrecht naar de hel zou sturen. 'Ze hadden geen bewijs.'

'De agenten hebben me erin geluisd.' Hij was degene die per se naar de politie wilde stappen voor de inbraak, nu moest hij de gevolgen daarvan aanvaarden.

John wees naar de deuren van de rechtszaal. 'Luister, je kan niet liegen daarbinnen.'

'Ik lieg nooit. Als je me zou kennen zou je dat weten,' kaatste hij terug.

'Als je zegt dat je onschuldig ben, lieg je.'

'Ik ben ook onschuldig.' Alan keek op van de bloem in zijn vestzak.

John schudde zijn hoofd. Zijn blik sprak van verraad, zelfs zijn eigen broer stond niet achter hem. 'Je snapt het nog steeds niet. De feiten die je hebt gepleegd zijn strafbaar, dus ben je schuldig. Heb je echt een relatie gehad met een man?'

Enigmatische EmotiesWhere stories live. Discover now