(v) Beminde Delphinus

En başından başla
                                    

Alan kneep iets harder in de hand van zijn vriend, terugdenkend aan wat Blamey eerder had gezegd. Hij wachtte op een ongepaste opmerking van de jongen. Over hoe hij zijn smerige handen van de reine jongen moest weghouden. Of een beschuldiging dat hij Chris had besmet met zijn onkuisheid.

Geen van die verklaringen kwam over zijn lippen. In de plaats daarvan verplaatste hij zijn blik van de slapende jongen naar Alan.

De woorden rolden uit Blamey's lippen, zo snel dat Alan dacht ze gedroomd te hebben. 'Je houdt echt veel van hem, dat zie ik nu. Het spijt me wat ik gisteren zei, ik heb gewoon nog nooit iemand zoals jij ontmoet. Je had gelijk, van iemand houden is menselijk.' De jongen rechtte zijn schouders met nieuw zelfvertrouwen, alsof hij een applaus verwachtte voor zijn belabberde speech.

Alans betraande ogen staarden verwilderd in de angstige bruine ogen van de andere jongen. Naar oude gewoonte stak Blamey zijn hand uit om moederlijk het haar uit zijn gezicht te vegen. Alan ontweek zijn hand. De jongen had duidelijk gemaakt wat hij van hem vond. Voor één keer bevond Alan zich in de positie om zijn vrienden te kiezen. Hij koos niet voor een achterbakse slappeling, hoeveel keer die zich ook zou verontschuldigen.

Blamey leek dit door te hebben toen Alan zijn blik afwendde, niet overtuigd door zijn confessie. Na een kort knikje, sloop hij in alle stilte de zaal terug uit.

Alans gehele aandacht gleed terug naar het slapende gezicht, dat soms krampachtig fronste. Op één vlak had Blamey gelijk gehad, hij hield met zijn hele hart van hem. Ook al zou Chris nooit hetzelfde voor hem voelen, het warme gevoel in zijn borst was al genoeg om hem gaande te houden.

Opnieuw stokte zijn adem toen de blonde wimpers op en neer bewogen. Deze keer was het zeker niet zijn verbeelding. Een glimlach verscheen op zijn gezicht toen twee blauwe irissen zijn wereld verlichtten.

'Christopher,' het woord ontsnapte als een lach uit zijn keel.

De jongen beantwoordde zijn glimlach. Chris' hand vond een weg naar het sportshirt dat Alan nog steeds droeg. Zijn vinger streek over de bloedplekken op de bevuilde witte stof. Hij had Chris' gezicht tegen hem aangedrukt terwijl het bloed langs zijn mond liep.

'Je bent niet flauwgevallen,' grapte de jongen, 'zelfs niet met al dat bloed.'

Alan lachte en kneep zijn ogen dicht, opluchting stroomde door zijn lichaam als hete thee. 'Ik kon moeilijk flauwvallen, er is maar één bed in de ziekenzaal. Daarbij, één bewusteloze persoon is al genoeg voor vandaag.'

Het had hem al zijn kracht gekost om bij bewustzijn te blijven, iemand moest ervoor zorgen dat Chris gevonden werd.

Alsof die dingen allemaal niet gebeurd waren, sloeg Chris vastberaden de dekens van zich af.

Alan stond recht om de wankelde jongen te ondersteunen. 'Je moet in bed blijven.'

De woorden leken Chris niet te raken, zijn blik dwaalde af naar de medicijnen en zijn koffer.

Uiteindelijk schudde hij zijn hoofd en kreeg de typerende grijns op zijn gezicht. 'In je vrije tijd los jij misschien differentiaalvergelijkingen op, wel ik onderga zulke aanvallen als hobby. Het is dagelijkse kost.' Chris haalde zijn schouders op.

Die woorden hadden niet bepaald een geruststellend effect op Alan.

'Laat me raden, mijn mama wil dat ik terug naar Londen kom?' De jongen opende de koffer naast het bed, alle kleren waren netjes gevouwen. Hij rolde met zijn ogen, Blamey was een echte moeder.

Alan knikte traag, hij moest zich inhouden opdat hij zich niet op zijn knieën zou werpen en hem zou smeken niet weg te gaan. Laat me niet alleen. Nooit meer.

Enigmatische EmotiesHikayelerin yaşadığı yer. Şimdi keşfedin