Hoofdstuk 3

94 9 0
                                    

Ik ben dan wel begonnen aan mijn boek. Maar het boek zelf is
nog niet begonnen. In je gedachten heb je waarschijnlijk al een heel scenario.
Misschien zelfs al een verhaal lijn met spannende of droevige situaties. Als het
kan zou je zo je verhaal op papier willen zien. Maar je moet het nog typen en
misschien raak je verhaalstof kwijt. Hou die gedachten vast. Want je kan er een
mooie inleiding van maken. Waarom moeten we een boek inleiden? Niets moet maar
het geeft de lezer een goeie indruk. Als je een film gaat kijken zonder er iets
over gehoord te hebben en het begin van de film voelt traag aan. Er gebeurt nog
niets. Dan haak je wellicht al af. Indien je de trailer hebt gezien of een
filmuitleg hebt gelezen, dan weet je dat de film moet 'warmlopen'. Zo zorgt de
inleiding van je boek voor een vooruitblik van je boek. Het is dus van belang je
lezer door een sterke inleiding in je boek te interesseren. Enthousiasmeren
zeggen ze ook wel eens. Verwar de
inleiding niet met de achterkant van een boek. De achterkant hoeft niet perse
van de schrijver te zijn. Het kan reclame, promotie, recensie of een globale
samenvatting bevatten door de uitgever of een uitspraak van de krant hoe goed
het boek is. Een inleiding gaat voorin het boek. Geschreven door de schrijver
die het boek gaat introduceren. En dat is best moeilijk. Een inleiding moet kort en krachtig zijn.
Maar zeker niet te kort. Een sterke inleiding begint rustig opbouwend en maakt
de lezer nieuwsgierig wat er zoal gaat gebeuren in het boek. Als koper van een
boek pak je gauw het boek. Je leest meestal de achterkant. Maar vervolgens
blader je toch naar het eerste stukje tekst. Dat is de inleiding. En die moet
het doen. Daar pak je de lezer in. Zorg dus voor een goed gemakkelijk leesbare
inleiding waarin je met eventueel een voorbeeld de spanning van je boek laat
overtuigen. De aanleiding of misschien wat zou moeten gebeuren. Één ding is
zeker, het moet vlot en gemakkelijk leesbaar zijn. Schrijf het dus vooral in je
eigen woorden. Maak er geen officieel stuk tekst van. Verwar de inleiding ook
niet met het voorwoord. Een voorwoord mag maar hoeft niet. Een voorwoord komt
weer voor de inleiding en is iets persoonlijks. In het voorwoord staat niets
over de inhoud van het boek. Hoogstens waarom je het boek hebt geschreven of
gaat schrijven. In het voorwoord kan je iemand bedanken of eervol vermelden.
Een persoonlijke gedachte vanuit je hart aan een familie lid, vriend of
vriendin. Al doe je de groetjes aan....Een voorwoord is dus echt kort en bondig. Wil
je liever aan het eind van je boek iemand bedanken of speciaal benoemen in
plaats van aan het begin. Dan kan dit in het nawoord. Nawoord komt dan ook
nadat het boek af is. Neem vooral geen voor- en nawoord in je boek op. Het is
hetzelfde alleen op een andere locatie in je boek. Anders kan je net zo goed
ook een uitleiding aan het eind toevoegen.

Hoe schrijf je?Where stories live. Discover now