Hoofdstuk 1.

3.8K 144 44
                                    

Fenna.

Een snerpend, zeurderig deuntje verstoort mijn mooie droom en doorboort de vredige stilte die in het huis hing.

Mijn eerste neiging is om het kussen over mijn oren te drukken en al het geluid buiten te sluiten, me weer te verliezen in de heerlijke veiligheid van de slaap. Maar ik onderdruk die gedachte snel bij het horen van zachte, korte klopjes op de deur. En een zoete kinderstem die maar van één iemand afkomstig kan zijn.

Mijn jongere zusje Evi, die altijd plichtsgetrouw op mijn deur blijft bonken om me te wekken, hoe vaak ik ook heb uitgelegd dat mijn wekker die taak wel van haar overneemt.

Ik kijk op het oervervelende apparaat en zie dat het zeven uur is. Nog een uur voordat school zal beginnen, voordat de hel waarin in dan terecht kom ,mijn goede humeur weer zal overschaduwen.

Ik kreun onhoorbaar en zwiep mijn benen naar buiten en zet ze op de grond, waar mijn tenen gekieteld worden door een zacht Perzisch tapijt. Ik veeg de slaap uit mijn ogen, en dwing mijn benen om op te staan.

Zwalkend weet ik mezelf een weg naar de badkamer te banen en sla een hand voor mijn mond om een kreet van afschuw te smoren. Mijn haar ziet er uit als een vogelnest, mijn hazelnootkleurige ogen staan dof en er zit een klodder opgedroogd speeksel op mijn mondhoek. Gadver.

Ik smijt wat ijskoud water in mijn gezicht, haal een borstel door mijn donkerbruine haren en breng een toegestane hoeveelheid make-up aan. Ik ben niet zo'n type dat zich moet verbergen onder dikke lagen make-up of zich een bepaald imago moet aanmeten door haar ogen met donkere krullen te versieren.

Ik werp nog even een blik op de spiegel. Mijn bleke huid ziet er nu wat zachter uit, mijn gezicht toonbaar en mijn haar hangt weer in lange krullen op mijn schouders. Ik wil niet zeggen dat ik een mooi meisje ben ofzo, maar ik kan ermee door.

Ik trek de houten deuren van mijn kledingkast open, en haal er een lichte spijkerbroek en een wit shirt met korte mouwen uit. Er staat op LIFE IS SHORT, BUY THE SHOES. Daarna diep ik een paar zwarte hakken onder mijn bed op en loop snel naar beneden.

Ik hoor het zachte gelach van Evi al voordat ik überhaupt de hoek om ben, en mijn moeder begroet me vrolijk met een kop koffie in haar hand. 'Goedemorgen lieverd. Lekker geslapen?' vraagt ze. Mijn moeder heeft een jong, knap gezicht, en lange, donkere krullen die ik van haar geërfd heb. Ze werkt als secatresse bij een opkomend bedrijf, en haar baas is een man van middelbare leeftijd die haar altijd van hot naar her stuurt, maar die weet dat hij eigenlijk ook niet zonder haar kan.

Ik knik als antwoord, en aai Evi over haar bol voordat ik naar de keuken loop om ook een kop koffie voor mezelf te maken. Ik kan niet functioneren zonder minimaal één kop van deze donkere vloeistof, en ben de rest van de dag chagrijnig als ik niet voldoende cafeïne binnenkrijg. Mijn moeder vertelt me meer dan eens dat ik verslaafd ben, maar daar besteed ik geen aandacht aan.

'Mooi. O lieverd, kun jij je zusje vanmiddag van school halen? Ik moet nog even wat dingen regelen voor meneer Anderson en ik wil niet het risico lopen dat ik haar niet kan komen ophalen.'

'Prima mam,' antwoord ik. Het komt wel vaker voor dat ze helemaal wordt opgeëist door haar werk, en dat ik dan bepaalde klusjes overneem, maar ik vind het niet erg. Ik ben trots op mijn moeder dat ze het tot zover geknokt heeft, en vind het niet meer dan normaal om haar af en toe eens te helpen. Ik kan goed overweg met haar, onder andere omdat ik zoveel op haar lijk en we altijd maar een paar woorden nodig hebben om elkaar te begrijpen.

Evi daarentegen lijkt meer op mijn vader, die ons na haar geboorte heeft verlaten. Ik heb nooit begrepen hoe hij zijn bloeiende gezin in de steek kon laten, en ik was er kapot van, huilde mezelf elke avond in slaap, maar troostte me met de gedachte dat hij terug zou komen. En nu, zes jaar later, heeft hij nog steeds niets van zich laten horen: geen kaartje voor mijn verjaardag, geen bemoedigende woorden op de eerste dag van de middelbare school, geen ondervragingen aan mijn eerste vriendje. De hoop, die zich zo hardnekkig in mijn hart heeft genesteld is al vele jaren geleden vervlogen, en heeft kleine barstjes in mijn hart achtergelaten.

Deal or no Deal?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu