IJsreis

9 4 0
                                    

Het ijs begint te breken
Ooit was het stevig vast
Het was ijzig koud

De aarde beeft
De golven komen omhoog
De regen valt neer

Toch houd ik koers
En dat doe ik niet alleen
We hebben land in ons vizier

Langzaam trekken de wolken weg
Ik zie weer een hand voor mijn ogen
Die niet langer onderkoeld is

Ik strijk mijn hand weer door mijn haar
Het ijs kraakt
En ik zie...

Mijn kompas draait alsmaar rondjes
En toch vind ik mijn weg
Ik zal het ijs achter me laten
Maar voor hoe lang?

Want er is een kans dat er een ijstijd volgt
Door zout met zoet te mengen
Of er gebeurt het tegenovergestelde

Mijn handen tot vuisten gebald
En ik blijf maar staren
Naar het blauw en naar het wit

Wanneer de zon heel even verdwijnt
Weet ik dat het nog even duurt totdat ik thuis ben
Maar wat heb ik veel gezien
Wat ik me voor altijd zal herinneren
Het ijs is dan wel hard en koud
Het zal hoe dan ook afbrokkelen, totdat het oplost in het heldere water

Diep vanbinnenWhere stories live. Discover now