Tijd

35 4 1
                                    

Het is zover. Lucy wordt al vroeg gewekt door mevrouw Valencice die door de zaal heen roept. 'Schiet op meiden! Sta als de bliksem op!' Lucy strompeld haar bed uit. Oh ja denkt ze. Vandaag is de dag. Voor het eerst vraagt ze zich af wat er komt nadat ze dit heeft afgesloten. Als ik het tenminste overleef denkt ze. Zal ze terugmogen naar huis? Of moet ze hier blijven tot haar dood? Ze kleed zich aan en houd zich voor om zich op het moment zelf te richten en niet vooruit te kijken. Van vooruit kijken wordt ze zo zenuwachtig dat ze bijna niet meer normaal op haar benen kan staan. Snel trekt ze haar kleding aan en pakt haar boog en haar gevulde pijlenkoker. 'Doe je best,' fluisterd ze tegen zichzelf. Dan doet ze de deur naar de hoofdzaal open. Mevrouw Valencice kruist de namen af van de meisjes die aanwezig zijn. Iedereen dus denkt Lucy. Maar dat is niet waar. 'Sara? Waar is Sara?' roept mevrouw Valencice. Ze kijkt doorzoekend de zaal rond. Als ze Sara niet ziet, gaat ze alle deuren af en trekt ze als een gek open. 'SARA!' roept ze. Een klein, tenger meisje komt uit de bibliotheek gelopen. 'Wat doe jij daar? Jij hoort daar niet te zijn!' schreeuwt Valencice tegen haar. Het meisje krimpt ineen. 'Het spijt me, mevrouw,' zegt Sara. 'Ga bij je groepje staan!' roept Valencice. Dan gaat ze weer verder met het afkruisen van namen. Als iedereen er is kijkt Valencice de groep rond. 'Goed dan,' zegt ze. 'De groepjes 12, 13 en 14 gaan voorop. Jullie staan in de aanval. Ik wil dat jullie iedereen uit de weg ruimen die jullie tegenkomen, begrepen?' Lucy slikt. Toch knikt ze. Ze wil niemand pijn doen. Zo is ze niet. Helaas, te laat. Ze gaat samen met de rest van haar groepje naar de deur. 'Loop maar alvast naar de grote deuren! En ga klaar staan!' zegt mevrouw Valencice. De meiden lopen de gang door. Lucy kijkt naar haar vriendinnen. Nina en Marie praten nog altijd niet met elkaar, maar ze lopen wel naast elkaar. Belle kijkt angstig om zich heen. Ze ziet er gestrest uit en heeft diepe wallen onder haar ogen. Lucy pakt haar hand vast en knijpt er in. Ze glimlacht naar Belle. Die probeert terug te lachen, maar het lukt niet goed. Sophie kijkt recht voot zich uit. Haar lippen zijn samengeperst tot een dunne streep. Ze staan stil voor de grote deuren waar Lucy gisteren met Daniël was. Ze voelt een steek vanbinnen als ze aan hem denkt. Er komt nog een groep aangelopen en Lucy begint zenuwachtig te worden. Na een tijdje is iedereen er en komt Valencice aangelopen. Ze lacht hard. 'EN LATEN DE BESTE WINNEN!' roept ze uit. Dan gaan de deuren open en ziet Lucy een grote groep gewapende jongens die hen aanstaard.

Helaas, denkt Lucy. Verassingsaanval mislukt.

DreamWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu