Hoofdstuk acht: ik heb je oor eraf gebeten.

278 39 21
                                    

De man voelde aan zijn de plek waar zijn oor had gezeten en keek me met vol walging aan. Ergens kon ik de humor er wel van inzien. Een vampier zou normaal gesproken in perfecte staat moeten zijn, maar deze hier was verre van dat. Hoe zou hij zijn prooien nou van verre moeten kunnen aanhoren.

“Ik heb je oor eraf gebeten,” vertelde ik hem doodleuk.

De man kwam naar me toe lopen met nog steeds zijn hand op zijn hoofd. “Waarom?” vroeg hij zacht. Ik liet een overdreven zucht ontsnappen en keek hem aan in zijn ogen. Ze zagen er hetzelfde uit als die van mij alleen waren die van hem grijs in plaats van blauw. Ik vond het best jammer dat ik zijn ogen er niet gewoon af kon bijten, dan zou hij pas waardeloos geweest zijn.

“Omdat ik daar zin in had,” antwoordde ik droog. De man gromde geërgerd en vloekte binnensmonds.

“Ik kan je hier ook achterlaten,” zei ik toen ik me met een elegante beweging omdraaide. De man keek, me even met een geschrokken gezicht aan maar die verdween net zo snel weer.

Kom onmiddellijk terug, Kharis!

De woedende stem van Karayan drong mijn hoofd door, als een soort echo maar dan van heel ver weg. Ik gaf geen antwoord, hij wachtte maar even. Ongestoord liep ik verder richting de oude binnenstad. In mijn hoofd probeerde ik te bedenken hoe deze man kon heten, misschien heette hij wel gewoon Piet of Kees. Niet echt een vampier naam. Ik bleef toch maar even bij Putin.

De binnenstad was leeg en kil. Ieder ander zou het eng vinden en het liefst meteen omdraaien richting huis, maar ik niet. Het was etenstijd. Ik liep door de brede straat met winkels, Putin  liep zwijgend achter me maar ik voelde wantrouwen bij hem opborrelen.

Hoe dieper ik de stad inliep, hoe meer winkels er open waren. Ik keek op de grote kerkklok, het was pas negen uur ‘s avonds en blijkbaar koopavond. Ik kreeg een gevaarlijk plan en kon niet wachten het uit te voeren, ik had alleen de juiste winkel nodig. Niet veel later stond ik voor de winkel die ik zocht met de man aan mijn zijde. "Wat-"

"Shh.." onderbrak ik hem meteen. Een paar mensen liepen langs ons heen maar niemand leek op ons te letten. Als een schim sloop ik de winkel binnen en verstopte me achter een rek met kleding. Niemand had iets door, wat het nog leuker maakte. Een gemene grijns vormde zich om mijn mond zodat de rij haaientanden zichtbaar werden.

Vliegensvlug, zo snel dat niemand het aan zag komen trok ik de vrouw die langs ons rekje liep naar me toe. Ze wou gaan schreeuwen maar ik snoerde haar de mond met mijn handen. Ik gooide haar op de grond.

Dood haar, beval ik de man die ik in een vampier had veranderd. Hij protesteerde niet, blijkbaar had hij dorst.

De vrouw wist niet wat haar overkwam of de man had haar nek al opengereten. De geur van het bloed brandde door mijn neus mijn keel in. Ik liet hem alleen en liep monsterlijk op de kassier af, hij keek me doodsbang aan. Mijn armen vlogen naar zijn hoofd en met een enorme dreun knalde ik hem tegen de toonbank. Het angstige gegil van argeloze winkeliers vulde mijn oren.  

Ik dronk het bloed van de kassier, tot mijn verbazing trof ik door de hele winkel lijken aan. Putin stond tegenover me en grijnsde genoegzaam. Ik kreunde even en liep naar een van de lijken toe. Ik gaf er een trap tegenaan en hoorde een zacht gekerm ontsnappen uit zijn mond. Ik zuchtte en draaide mijn hoofd naar Putin toe. “Wat ben je ook een Jan Onbenul. Je moet ze eerst vermoorden, of ze echt helemaal leegdrinken. Deze leeft nog. Wat voor vampier ben jij?”

De man keek me met grote ogen aan. De rimpels om zijn gezicht waren verdwenen, maar deze hadden plaats gemaakt voor zwarte randen om zijn ogen heen. Ik moest eerlijk toegeven dat hij er angstaanjagend uitzag, zo met een missend oor.

Duister OntwakenWhere stories live. Discover now