11. Sushi

1K 52 4
                                    

De grootste verhalen zijn verteld. Ze begint werk mee te nemen, dossiers van zaken waar ze mee bezig is. Voorbereidend werk noemt ze dat: 'Je moet toch een beetje oefenen voor als je straks terugkomt.' Ze neemt zaken met me door, deelt hypotheses en vraagt mijn mening. Ze vertelt nog wel, op mijn verzoek of uit zichzelf, maar het zijn kortere anekdotes, kleine gebeurtenissen, zaken die we opgelost hebben en die haar bijgebleven zijn. Soms zit ze een avond lang zwijgend gebogen over de processtukken, haar wenkbrauwen gefronst, strepend en vergelijkend. Dan praten we niet veel, zij verdiept in haar werk, ik in een boek.
'Eva?' vraag ik haar op een avond. Ze kijkt op van haar foto's, een lijk met bloeduitstortingen en snijwonden.
'Ja?'
'Jij bent een beetje een workaholic, hè?'
Ze lacht.
'Een beetje wel, ja.'
'Ik ook?'
'Jij ook.'
Dat idee bevalt me. Zij is zo grondig. Ik ben blij dat ik net zo ben. Zo bevlogen, bijna bezeten. Ze laat me mee puzzelen, wijst me op alle fouten in mijn redeneringen, leert me geduldig hoe het moet. Ze brengt lesboeken voor me mee, overhoort mijn wetskennis, neemt procedures met me door. Ze leert me rechercheren, aan de hand van haar zaken, en ik heb nog nooit zoiets leuks gedaan. Ze vertelt me over een paar beproefde manieren van analyse en als ze weg is, verzin ik mijn eigen, die we dan 's avonds toepassen. Op een dag vertelt ze me tevreden dat ze iemand aangehouden heeft, door mijn ideeën te volgen. Ik voel me zo machtig.
Ik moet mijn examens opnieuw doen. Eva regelt dat ik ze in het ziekenhuis kan maken. Er komt iemand van de politieacademie en zwijgend zit hij naast me terwijl ik zwoeg. Af en toe is Eva erbij, dan knikt ze bemoedigend naar me als ik opkijk van het papier en haar ogen ontmoet. Het gaat best goed, denk ik.

'Je uitslagen.' Triomfantelijk laat Eva een dikke envelop op mijn borst vallen. Schattend kijk ik haar aan, in die twinkelende, enthousiaste ogen.
'Je weet het al!'
Ze schudt verontwaardigd.
'Nee. Echt niet. Maar ik kan me niet voorstellen dat je gezakt bent.'
Ik leen haar mes om de envelop open te snijden. Ze heeft misschien gelijk, ik was goed voorbereid, ik wist bijna alles en de examens gingen goed, dacht ik na afloop, maar toch hou ik mijn adem in als ik het papier uit de envelop schuif. Mijn ogen schieten meteen naar beneden, en pas als ik 'behaald' lees, adem ik weer uit. Eva glundert en slaat op mijn schouder.
'Zie je wel!' Ze is euforisch en ik weet niet wie van ons tweeën opgeluchter is dat het resultaat is zoals het is. 'Je mag weer met me werken!'
Even later nemen we de uitslagen per examenonderdeel door. Ik heb het goed gedaan, besef ik, ik heb het echt goed gedaan. Hoge scores.
'Dit moeten we vieren,' vindt ook Eva. 'Wat wil je eten? Ik ga het regelen.'
Ze grijnst als ze mijn verbaasde blik ziet. Hoewel ik nauwelijks klaag, weet ze wat ik van het ziekenhuiseten vind. Vaak stopt ze me happen van haar eigen eten toe, als het uit de vriezer thuis komt en ik het zelf heb gekookt.
'Sushi,' besluit ik. Ze noemde het ooit in de dingen die ik lekker vond, maar ik heb geen idee meer hoe het smaakt. Nu trekt ze een moeilijk gezicht. Bah, lees ik, en herinner me haar afschuw van vis.
'Nee hoor, als jij dat wil, eten we sushi,' lacht ze dan.
En we eten sushi, die avond. Ze eet gewoon met me mee. Wel de vegetarische sushi, en zonder sojasaus, dat wel, en ik weet niet of ze het echt lekker vindt, met haar voorliefde voor simpele smaken is rijst met azijn en taai zeewier een uitdaging, maar ze eet het wel.
'Hier, proeven.' Ik hou haar een rolletje met paling voor, die zijn heerlijk. Wantrouwend kijkt ze me aan. 'Kom op, het is neutraler dan tonijn,' moedig ik haar aan. Nog even aarzelt ze, dan hapt ze het van mijn stokjes. Ik zie haar nadenken terwijl ze kauwt.
'Mwah,' oordeelt ze dan. 'Kan erger. Maar lekker...nee.'
Ik grinnik. Ze is bijzonder, in alles, ook in haar smaak.

Later snuffel ik wat door haar werk. Eva is koffiezetten, echte koffie, niet uit de automaat, verderop in het keukentje. Ik herken een zaak waar ze me over verteld heeft en lees haar processen-verbaal. Het is grappig om die kant van haar te zien. Het is zo anders dan ze hier is, zo zakelijk.
'Zit jij zomaar in mijn spullen te neuzen?' vraagt ze gespeeld verontwaardigd als ze weer binnenkomt. Toch een beetje betrapt kijk ik op.
'Je hebt geschoten,' wapper ik dan met een blaadje, een pv waarin ze een waarschuwingsschot bij een aanhouding toelicht. Ze knikt, zet de koffie neer en gaat zitten. 'Wat als ik het niet meer kan?' stel ik dan de vraag die me al dagen bezighoudt, op de achtergrond, als een spook dat voor de uitslag van mijn theorie-examens nog ver weg was, maar nu ineens angstaanjagend actueel. Vragend kijkt Eva me aan.
'Wat niet meer kan? Schieten?'
'Ja, en... Alles. Mensen aanhouden. Autorijden.' Dat idee is komen opzetten toen ze het eerste lesboek meenam, toen ze me vertelde dat ze me ging helpen om de dingen weer opnieuw te leren. Tot nu toe heb ik er niets over gezegd, eerst omdat ik dacht dat de theorie me jaren zou kosten, daarna omdat ik bang was voor het antwoord. Want de theorie ging snel, sommige dingen leek ik al te weten, ergens, toch wel. Opgeslagen en beschikbaar nu het nodig was. Dat de wet over drugs de Opiumwet heet. Dat je verdachten altijd moet vertellen dat ze niet verplicht zijn tot antwoorden. Dat politiekogels een oranje kapje hebben. Dat soort dingen. Maar dat is anders dan iets doen. Het idee om iets te moeten doen benauwt me. Het zorgde tot nu toe voor een lichte paniek, omdat dingen uitvoeren iets anders is dan weten hoe je ze moet uitvoeren. Nu wordt de benauwdheid erger.
'Dan leer je het opnieuw,' zegt Eva, alsof het zo simpel is, alsof dat niets zou zijn, niet zwaar, niet vreemd, niet vernederend. Voor het eerst voel ik me onbegrepen. Dat wil ik niet. Ik weet dat ze niets liever wil dan dat ik weer met haar werk, dat alles wordt zoals het was, maar zo simpel is het niet. Alles is anders. Ik weet niet of ik bereid ben te doen wat ze van me vraagt.
'Nee,' zeg ik beslist. 'Nee.'
Ze kijkt me aan. Ik weet niet of ze verbaasd is of teleurgesteld, of allebei.
'Dat je me hielp, met de examens, waarom was dat?' vraag ik haar dan, gebruikmakend van haar zwijgen. 'Deed je dat voor mij of was het eigenbelang?'
Die vraag kwetst haar, dat zie ik. Ze wil iets zeggen, maar slikt haar woorden in. Ze kijkt weg, knippert verwoed, ontwijkt mijn starende ogen, en de stilte is koud.
'Je houdt van het politiewerk,' zegt ze dan, haar stem beverig. 'Daarom deed ik het. En ook voor mezelf. Ik werk graag met jou.'
Ze is in elk geval eerlijk. Denk ik.
'Ik denk niet dat je iets anders zou willen doen,' vervolgt ze. 'En als je dan iets niet meer kunt, dan leer je dat toch? Dan help ik je. Het zullen echt maar kleine dingen zijn.'
Ze heeft er zo veel vertrouwen in, klinkt zo geruststellend dat ik geneigd ben haar te geloven.
'Dat weet je niet,' werp ik toch tegen.
'Nee, ik niet. Maar ik heb je arts gesproken voor we aan de examens begonnen.'
Ik ben boos omdat ze daar niets over verteld heeft en nieuwsgierig naar wat mijn arts gezegd heeft. Ik weet niet wat ik voorrang moet geven. Dan kiest Eva al door verder te praten.
'Als ik hem goed begrepen heb, heb je verschillende soorten geheugen. Jij bent je herinneringen kwijt. Die zitten ergens anders dan feitjes en handelingen. Daarom weet je nog dat je boeken kunt kopen in een boekwinkel, of lenen in de bibliotheek, en dat je als agent wel achter het stuur mag bellen. En daarom kun je nog lezen, of een strik leggen. Dat soort dingen ben je niet vergeten.'
Ik kijk haar aan. Ze heeft gelijk. Dit wist ik ook. Maar ik had de gevolgen niet begrepen, niet goed in elk geval. Voorzichtig glimlach ik naar haar.
'En ach, als je niet meer weet hoe je iemand moet aanhouden... Je laat mij toch altijd rennen!' grapt ze dan, en het gedeelde gelach dat daarop volgt lucht me meer op dan alles wat ze nog had kunnen zeggen.

Samen lachen werkt altijd het beste 😊 Reacties vind ik lief!

De voorwaardenWhere stories live. Discover now