H3: Utrecht

1.7K 68 19
                                    

Eva

De eerste keer dat we niet met zijn tweeën op weg gingen, was toen we naar Utrecht gingen. Mijn moeder was bijna jarig en had altijd al eens graag naar de stad in het midden van Nederland gewild. Ze was een vrouw van tweeënzestig, maar zat nog vol energie. Ze hield zich bezig met haar uiterlijk; ze liet haar haren elke maand kleuren en droeg een beetje make-up. Ze was een moderne, mooie vrouw. Ze was misschien nog wel meer bezig met haar uiterlijk dan ik, iets waar ik altijd wel om kon lachen.
Hoe vaak ze had gevraagd of Wolfs en ik al bij elkaar waren, was niet meer op twee handen te tellen. Ze vroeg het meestal wanneer Wolfs er ook bij was, wat keer op keer voor een ongemakkelijk moment zorgde.
Toen het wel eindelijk zo was, had ik eerst nog een periode dat ik het niet durfde te vertellen. Ik snapte zelf niet precies waarom, want ik wist dat ze het geweldig zou vinden. Misschien kwam het doordat mijn moeder en Wolfs minder in leeftijd verschilden dan Wolfs en ik. Mijn moeder en hij scheelden twaalf jaar, Wolfs en ik veertien. Misschien voelde ik mij daarom wat ongemakkelijk. Ik schaamde mij echter niet; het leeftijdsverschil tussen Wolfs en mij kon me niets schelen. Maar als je je moeder er bij ging betrekken, kreeg je er toch een heel andere kijk op.
Toch was ik blij dat ik het verteld had, wat na ongeveer drie weken het geval was. Zij, Fleur, Marion en Romeo waren de enige die nog van onze relatie afwisten. We hadden natuurlijk wel vermoedens dat meer collega's het door hadden, maar zij hadden er nooit naar gevraagd. Zolang Mechels het maar niet door had, dan was het goed.
Ik had er voor gekozen om niet met de trein erop uit te gaan. Dat wilde ik Hanneke – mijn moeder – niet aan doen. Wolfs had quasi beledigd gevraagd waarom ik dat wel voor haar wilde doen maar niet voor hem. Hij had namelijk een ontzettende hekel aan de trein. Ik had lachend gezegd dat hij wel wat voor mij over moest hebben als partner zijnde, waar hij dan weer een brommend antwoord op had gegeven.

Het was nog vroeg toen we in Utrecht arriveerden. Het was rustig in de stad; alsof iedereen nog in een diepe slaap was, hoewel het al bijna elf uur was. Ik vond het niet erg, ik kon de rust wel waarderen. Het zou in de middag ongetwijfeld drukker worden, dan konden we er beter nog maar van genieten.
Wolfs en ik liepen hand ik hand; een klein gebaar waar ik ontzettend veel van hield. Niet alleen omdat hij met zijn grote hand mijn koude handjes heerlijk kon verwarmen, maar vooral omdat we zo konden laten zien dat we bij elkaar hoorden.
Hanneke en Wolfs waren druk in gesprek. Ze konden het goed met elkaar vinden, dat konden ze altijd eigenlijk al. Ik was er blij om, je hoorde immers vaak genoeg verhalen over mannen die nou niet bepaald een goede band met hun schoonmoeder hadden.
'Ik ben blij met jou als schoonzoon, Floris', zei ze met een lach terwijl ze hem een schouderklopje gaf.
Ik had het gesprek niet gevolgd, had dus geen idee waarom ze het zei. Het was een goed punt om het gesprek te gaan volgen.
'Maar ik ben vooral blij dat jij zo'n goede vent voor mijn Evaatje bent', vervolgde ze.
Ik lachte.
'Ben ik nog steeds een "Evaatje"?', lachte ik.
Hanneke knikte stellig.
'Je blijft altijd mijn kleine Evaatje, hoe groot je ook wordt.'
We passeerden een klein, knus cafeetje. Wolfs stelde voor om wat te gaan drinken, waar Hanneke en ik graag mee instemden. We zochten een tafeltje bij het raam, zodat we zicht hadden op de leuke Utrechtse straat waar we doorheen hadden gelopen. Wolfs bestelde bij de ober bij de ober twee koffie en een chocomel voor mij.
'Maar echt waar, Floris; ik ben heel blij dat jij het bent die wat met Eva heeft', ging Hanneke verder met het gesprek waar ze eerder buiten aan begonnen was.
'Daar ben ik ook heel blij mee', knikte Wolfs. Hij pakte mijn hand vast, die op de bruine, houten tafel rustte en gaf er een kort kneepje in. Hij bracht zijn lippen naar de rug van mijn hand en drukte er een liefdevolle kus op. Lachend trok ik mijn hand uit de zijne, dát vond ik nou net iets te klef en dat wist hij. Waarschijnlijk was dat ook de enige reden dat hij het deed.
'Toen ik jou voor het eerst zag, wíst ik al dat jij Eva haar nieuwe liefde zou worden.'
'Nou, leuk dat je geen vertrouwen had in mij en Frank', voegde ik mij quasi-beledigd bij het gesprek.
'Dat zeg ik niet', verweerde ze zichzelf meteen.
'Maar dat bedoel je wel', grinnikte ik.
'Het was een goede jongen, maar ik wist gewoon dat het niet helemaal jouw type was', legde ze uit.
'Waarom was Frank dan niet mijn type en Wolfs wel?', vroeg ik haar. Ik was wel benieuwd naar het antwoord.
'Floris is veel stoerder dan Frank en ik denk dat jij dat wel nodig hebt. Jij bent natuurlijk van jezelf een harde tante die niets deelt en ik denk dat Wolfs de enigste is die daar doorheen kan prikken.'
Ik glimlachte, het was waar wat ze zei.
'Bovendien was Frank ook wel een beetje een watje', ging ze verder. 'Als het er op aan zou komen zou jij Frank moeten beschermen, terwijl dat eigenlijk andersom hoort te zijn.'
Ook dat was zeker waar. Het is ook fijn dat Wolfs en ik meestal op één lijn zitten, met Frank kon ik regelmatig discussies voeren over de kleinste dingen.
'En Frank was natuurlijk veel te jong voor d'r', voegde Wolfs er lachend aan toe.
Hanneke kon er ook om lachen, maar ik gaf hem een dodelijke blik.
'Pas maar op dat ik je niet alsnog inruil voor een jonger exemplaar', waarschuwde ik hem.
Quasi-geschrokken stak hij beide handen in de lucht.
'Ik zeg al niks meer', lachte hij.
De koffie en chocomel was ondertussen geserveerd.
Ik trok een pruillip en keek Wolfs smekend aan. Hij wist meteen waar ik op doelde en gaf lachend het koekje aan mij dat op zijn schoteltje lag. Mijn moeder bekeek hoofdschuddend het tafereel.
'Jullie zijn net een stel kleuters, wisten jullie dat?', vroeg ze grinnikend.
Ik haalde mijn schouders op; het maakte me niet uit, niemand hier kende ons. Ik maakte de verpakking van het koekje open en at het op, waarna ik een eerste slok van mijn glas chocomel pakte. Er viel een stilte tussen ons drieën. We dronken van ons drankje en staarden voor ons uit.
Mijn moeder was degene die de stilte verbrak door een nieuw onderwerp aan te snijden. Al had ik misschien liever gehad dat ze haar mond had gehouden, omdat het nieuwe gespreksonderwerp een tikkeltje ongemakkelijk was.
'Kan ik binnenkort nog een kleinkind verwachten?'
Ik verslikte mij in de chocomel bij het horen van die vraag. Ik sloeg mijn hand voor mijn mond en hoestte een aantal keer.
Wolfs keek mij lachend aan.
'Zo raar is die vraag toch niet?', was Hanneke verbaasd over mijn eigenaardige reactie.
Ik zei maar niets.
'Jullie hebben het daar toch ook wel eens over?'
Ik schudde mijn hoofd.
'Nee, mam. Bovendien is het toch niets voor ons om kinderen te krijgen.'
'Ik denk dat het toch slim is om er met elkaar over te praten, jullie zijn immers beide niet de jongste meer', probeerde Hanneke ons een wijze les te leren.
'Sommige mensen zijn niet bedoeld om een gezin te stichten', vond ik.
Wolfs was verdacht stil geweest en luisterde mee naar wat wij te zeggen hadden.
Hij schraapte zijn keel.
'Ik ga even naar het toilet', zei hij zacht. Met een piepend geluid werd de stoel naar achteren geschoven. Toen hij langs mij heen liep pakte ik in een reflex zijn pols vast. Het zorgde ervoor dat hij zijn aandacht op mij richtte.
'Is er iets?'
Hij schudde zijn hoofd.
'Nee, niets.' Hij maakte zijn hand los uit mijn greep en liep verder in de richting van de toiletten. Ik keek hem vervreemd na.
'Je moet niet altijd zo lomp zijn, Eva', keek Hanneke mij hoofdschuddend aan toen Wolfs uit ons gezichtsveld was verdwenen.
'Hoezo?', fronste ik mijn voorhoofd. Ik snapte niet waar ze op doelde.
'Je snapt toch wel dat het voor hem niet leuk overkomt als je zo praat, waarom loopt hij anders ineens weg?'
Ik haalde onverschillig mijn schouders op.
'Hij denkt er hetzelfde over hoor.' Dat dacht ik tenminste.
'Misschien is hij van gedachten veranderd', opperde mijn moeder.
Ik reageerde er niet op.
'Je moet oordelen als jullie er nog nooit over hebben gesproken, Eva', schudde Hanneke haar hoofd. 'Ik ken hem nu al zo'n tien jaar; ik weet ondertussen wel hoeveel hij van jou houdt hoor Eef. Hij wil alles met jou delen, je moet dat inzien.'
Ik sloeg mijn ogen neer; ze had gelijk. Natuurlijk wist ik dat hij van mij hield, maar ik durfde gewoonweg niet in te zien dat het écht heel erg veel was. Dat hij alles voor mij over had en alles voor mij zou doen. Het ideale leven bestond voor veel mensen uit trouwen en een gezinnetje stichten, voor hem kon dat zomaar ook zo zijn. Ook al kon ik mij dat nauwelijks inbeelden; hij was een stoere politieman. Wij waren twee stoere politiemensen die moordenaars en andere criminelen van de straat halen.
'Eva?' Hanneke legde haar hand op de mijne.
Ik keek weer op, de blik in mijn ogen was veranderd.
'Laat die harde kant van je gaan, Eef. Je hebt een geweldige vriend, krijg geen spijt later als je er niet voor bent gegaan', drukte ze me op het hart. 'Een geheime relatie is leuk en spannend, maar niet voor de rest van je leven. Je moet toch ooit verder, dat merk je vanzelf wel. Het gaat toch ooit kriebelen hoor.' Ze gaf me een knipoog. 'En dan wil je niks liever meer dan trouwen en prachtige kindjes krijgen; ik kan het weten. Ook al houd je nu stug vol dat dat niet aan jou besteed is.'
Mijn wangen kleurden langzaam rood, alleen door de gedachte al. Ik was blij met haar als moeder. Ze zei altijd precies het goede en kende mij als geen ander.
Toen Wolfs weer terug bij de tafel was dronk ik snel het laatste beetje uit mijn glas om daarna op te staan en de rekening te betalen.

Weg van Huis [Flikken Maastricht]Where stories live. Discover now