H2: Scheveningen

1.9K 75 31
                                    

Wolfs

Ons tweede tripje was naar Scheveningen. Het - naar mijn mening - mooiste stadsdeel van Den Haag. Ik keek er naar uit om met Eva langs het strand te lopen en een heerlijk visje te eten in een restaurantje aan de boulevard.
De reis met de trein was relaxt verlopen, tot dat we moesten overstappen. Toen we langs de trein liepen zag ik al dat deze helemaal vol was. Na een stuk langs de trein te hebben gelopen, gaf ik de moed op. Er was écht nergens meer een plekje te vinden. Ik was bang dat we moesten gaan staan, net zoals veel andere mensen al deden. We liepen een coupé in, in de hoop ergens nog twee vergeten plekken te vinden. Helaas was dat niet het geval. Mijn blik viel op vier lacherige meisjes die de onrust in de coupé verstoorden. Vermoedelijk waren ze een jaar of vijftien.
'Sorry', excuseerde ik mijzelf. Ik leek de aandacht van de meisjes te krijgen. Ze stopten prompt met praten, en keken mij met vragende oogjes aan. Ik legde mijn hand op Eva haar buik, om mijn volgende woorden wat ondersteuning te geven. Het zorgde voor een vragende blik van Eva haar kant. 'Mijn vriendin is zwanger, zou ze hier mogen zitten?'
Ze wisselden kort een blik met elkaar, maar stonden daarna op.
'Ja', mompelde een meisje met lange blonde haren.
Of ze toestemden omdat het een goede rede was of omdat ze een volwassen man zoals ik niet tegen durfden te spreken, kon ik niet peilen. Waarschijnlijk een beetje van beide. Zoals ik al verwacht had, verdwenen alle vier de meisjes uit de coupé. Ze zouden elkaar niet alleen laten, zoals alle vriendinnen niet zouden doen. Ik plofte neer op een donkerblauw zitje, waarna Eva mijn voorbeeld volgde.
'Hoe kwam jij bij dat verhaal dat ik zogenaamd zwanger ben?', vroeg Eva mij lachend.
Ik haalde mijn schouders op, als teken dat ik het niet wist. Het kwam gewoon in mij op, het leek me de makkelijkste manier om de stoelen leeg te krijgen. Als dat niet zou werken zou ik mijn politie-ID laten zien hebben; ik wist zeker dat de lacherige meisjes daar niet tegenop konden.
'Misschien is het wel echt zo', trok Eva mijn aandacht weer.
Ik draaide mijn hoofd een kwartslag, zodat ik haar gezicht kon zien. Het stond uiterst serieus. Mijn ogen sperden zich wijd open en ik kon het niet tegenhouden dat mijn mond lichtjes openviel.
'Ben je echt zwanger?' Ik kon het niet geloven, het kon ook eigenlijk niet. Maar Eva haar knikkende hoofd bewees het tegendeel. 'Je bent toch aan de pil?'
Weer knikte ze.
'Misschien ben ik het een keer vergeten, of heeft het zijn werk niet goed gedaan.'
De tweede optie leek me het meest waarschijnlijkst. Eva was altijd heel erg secuur, ze zou niet zomaar zoiets als de pil vergeten.
'Wie had dit nou gedacht; wij en een kindje.' Ik schudde niet gelovend mijn hoofd, tegelijkertijd met verwondering in mijn stem. Glimlachend drukte ik kort mijn lippen op de hare. Ik gleed met mijn vingers over haar zwarte, leren jasje en zocht naar het lipje van de rits. Zorgvuldig trok ik deze naar beneden, zodat haar jas werd geopend. Haar buik vond vrijheid. Ik staarde ernaar; er was nog niets te zijn. Het was me anders ook al zeker eerder opgevallen. Elke dag bekeek ik haar van top tot teen, ook al vond zij dat hoogstens ongemakkelijk. Met mijn vingertoppen streelde ik zacht over haar donkerblauwe T-shirt heen, haar buik rakend. Het maakte me niet uit dat mensen het konden zien - al dacht ik niet dat er ook maar mensen zouden zijn die naar ons zouden kijken. Ik was trots en iedereen mocht het weten.
'Wolfs.' Eva duwde mijn handen van haar buik af, maar mijn ogen bleven erop gefixeerd. Ze legde haar wijsvinger onder mijn kin en tilde mijn hoofd op; onze ogen vonden elkaar.
'Het was een grapje', vertelde ze me.
Mijn glimlach verdween als sneeuw voor de zon van mijn gezicht.
'Het spijt me, Wolfs. Ik dacht niet dat je er überhaupt in zou trappen.'
'Het maakt niet uit', schudde ik mijn hoofd. Mijn stem klonk breekbaar, dat hoorde ik maar al te goed.
Eva legde haar hoofd tegen mijn schouder. Haar hand lag op mijn borst. Ze streelde met haar vingertoppen op een oppervlakte van enkele vierkante centimeters.
'Je had me wel te pakken zeg', lachte ik als een boer met kiespijn. Ze hoefde niet te weten dat ik het wel degelijk jammer vond dat het een grap was; ze zou me voor gek verklaren. Maar diep van binnen wist ik dat het zo beter was. Met een kindje zou een geheime relatie niet meer geheim kunnen zijn. Bovendien was een kind niets voor ons. We zouden het wel kunnen, dat wel. Maar op een of andere manier klopte het niet, wij waren niet gemaakt om een gezin te stichten, dacht ik tenminste. Maar áls het zou gebeuren, dan zou het lukken ook. Wij zouden niet minder van het kindje houden dan andere ouders doen, dat zeker niet. Het grote verschil met veel andere ouders is gewoon dat wij er nooit voor zouden kiezen om een kindje te nemen, ons zou het overkomen. Eva zou per ongeluk zwanger raken; door een vergeten of niet werkende pil.
Ik zuchtte licht en legde mijn hoofd tegen die van Eva aan. Ik sloot mijn ogen, in de hoop nog wat te kunnen rusten voordat we in Den Haag aan zouden komen.

Weg van Huis [Flikken Maastricht]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu