deel 5

417 20 5
                                    

~ tijdskip van een week ~
(De afgelopen anderhalve week heeft Koen in de logeerkamer geslapen en Lieke bij Raoul in Raoul en Matthy's huis.)

Pov Matthy
Raoul en Lieke zijn vandaag de hele dag samen de hoort op. Ik hen nog geen plannen voor vandaag. Sterker nog. Ik zit nog in mijn onesie achter mijn computer. Ik speel gta met Frank, Bas en Milo. Robbie die had vandaag afspraken. Zodra mijn auto voor de 1000ste keet van de baan af tyft, sla ik met mijn vuist op mijn bureau. Gelijk grijp ik naar mijn hand. Als ik er op druk, gaat er een pijnscheut door mijn hand. Ik kan mijn hand niet bewegen. Een beetje inspanning zorgt al voor pijn. Papa is niet thuis. Ik weet niet precies wat ik moet doen. Ik wil papa's dag niet verpesten, dus ik ga hem ook niet bellen. Ik raak in de stress, waardoor ik begin te snikken. We zitten met z'n 4en in die groep te bellen. Ik heb me niet gemute. "Mat?" Hoor ik Bas zeggen. "Huilt er iemand?" Vraagt Frank. Ik probeer met mijn pijnlijke hand uit het belgesprek te gaan. Mijn hand trilt.

Ik droog mijn tranen en sta op uit mijn bureaustoel. Ik loop mijn kamer uit naar de woonkamer. Gelukkig dat Koen er niet is. Ik loop naar de vriezer. Ik pak 2 ijsklontjes en die die in een zakje. Ik doe er een beetje lauw water bij en maak een knoop. Ik loop terug naar mijn kamer en leg het zakje op mijn hand. Hij prikt. Uit pijn gooi ik mijn hoofd naar achter. Ik bijt op mijn lip. Niet huilen. Je bent een jongen Matthyas, geen vrouw die overal om huilt. Ineens gaat mijn telefoon af. Ik kijk naar het scherm dat oplicht. Een melding op WhatsApp. Ik open het met mijn andere hand. Milo appt me.

- Mat ben je oké?
- Mat was jij het die huilde?
- Mat geef antwoord, ik maak me zorgen.
- Moet ik langskomen?
- Mat reageer alsjeblieft.
- MATTHY!

Ik grinnik. Milo is altijd zo bezorgd om mij. 'Hey, gaat goed hoor en ja ik was degene die huilde' verstuur ik. Een paar seconden later krijg ik een appje terug. 'Hoezo huilde je? Ben je oké, moet ik langskomen?' Vraagt hij op de app. 'Nee alles gaat goed' app ik terug.

Ineens gaat mijn kamerdeur open. Ik kijk om. Milo. "Huh? Hoe ben je binnengekomen" Vraag ik. Hij begint te lachen. "Die andere jongen liet me binnen" zegt hij. Ik knik. Hij gaat op mijn bed zitten. Ik draai mijn bureaustoel zijn kant op. "Maar wat was er? Ik bedoel ik ga je niet hier alleen laten huilen. Dan wil ik ook mee huilen" zegt Milo. Ik grinnik. "Nee uh- was een beetje dom" zeg ik. "Hoezo?" Vraagt hij. "Ja dat spel werkte niet mee en toen sloeg ik op mijn bureau, maar nu kan ik mijn hand niet meer bewegen" zeg ik. "Laat eens zien" zegt hij.

Ik ga naast hem zitten en geef mijn linkerhand. Hij is hem aan het inventariseren. "Is het goed als ik even erop druk?" Vraagt hij. "Jahoor dokter" zeg ik lachend. Hij begint te lachen.

Ineens drukt hij aan de zijkant. "Au, kutkind!" roep ik uit pijn. Ik trek hand hand terug en wrijf er pijnlijk overheen. "Oh sorry" zeg ik als ik terug denk. Hij begint te lachen. "Nee maakt niet uit. Het voelde wel erg persoonlijk" egt hij en ik begin te lachen. Mijn kamerdeur gaat open. Ik kijk op. Koen. "Hoi?" Zeg ik. "Matthy kun je zachter doen?" Vraagt hij. "Oh ja tuurlijk" zegt ik lief. Hij kijkt me chagrijnig aan en gooit de deur achter zich dicht. "Die is ook vrolijk" mompel ik. Ik hoor Milo lachen. Ik heb mijn vrienden eigenlijk weinig over Koen en Lieke verteld. Laten we zeggen, helemaal niks, behalve hun naam en wat ze zijn van ons.

"Maar als ik jou was zou ik even je vader bellen en naar de huisarts gaan" zegt Milo. Meteen schud ik mijn hoofd. "Nee geen goed plan" zeg ik. "Want?" Vraagt Milo. "Ik ga niet naar de huisarts en ik wil papa's dag niet verpesten" zeg ik. Milo zucht. "Oké dan. Probeer eens in mijn hand te knijpen" zegt hij. Ik pak zijn hand vast. Ik probeer te knijpen, maar doordat het pijn doet, lukt het bijna niet.

"Is dit het hardste dat je kan?" Vraagt Milo. Ik knik. "Ja oké dat is niet goed" zegt hij. We laten elkaars hand los en gelijk gaan er meerdere pijnscheuten door mijn hand. Ik buk naar voren en pak met mijn ene hand mijn andere en kijk ernaar. Je ziet niks en het is ook niet dik of blauw. "Mat, gaat het?" Vraagt hij. Ik knik. Ik probeer de pijn te negeren. "Weet je zeker dat het gaat?" Vraagt hij nogmaals. Ik kijk hem aan. En kijk naar mijn hand. Ik knik. Ik lieg, dat weet ik en ik hou er ook niet van, maar ik wil niet de 'zielige' zijn.

~ tijdskip ~

Ik ben net met papa naar de huisarts geweest. Ze heeft ernaar gekeken en zegt dat het gewoon een flinke klap heeft gehad en het vanzelf over moet gaan. Ik hoop het. Het was ook gewoon een stomme, domme actie..

881 woorden

Stiefbroertje//bankzitters Where stories live. Discover now