Hoofdstuk 14: Vallen, opstaan en weer doorgaan.

12.7K 829 137
                                    

Hoofdstuk 14

V A L L E N, O P S T A A N  E N  W E E R  D O O R G A A N

Ik word wakker door iemand die me hevig door elkaar schudt. Even denk ik dat die persoon mijn moeder is, maar dan besef ik dat het Ethan moet zijn. Hij omklemt met zijn beide handen mijn arm en schudt me voor een tweede keer hevig door elkaar zodat ik nu helemaal wakker word.

Ik kom schaapachtig overeind en wrijf met mijn handen in mijn ogen. Ik moet even wennen aan het feit dat er weer licht is en kijk even met half toegeknepen ogen naar mijn voeten. Daarna kijk ik Ethan geïrriteerd aan. Hij zit dicht tegen me aan op zijn eigen slaapzak, heeft zijn arme gekruist en kijkt mij spottend aan.

Zijn haren staan warrig waardoor het lijkt alsof er net iemand door heeft gewoeld. Zijn ogen verraden dat hij zelf ook nog moe is, want ze staan donker en hij heeft wallen onder zijn ogen. Maar wat me het meest opvalt aan hem is dat hij zijn shirt niet aanheeft, dat leidt me verschrikkelijk veel af. Het zou elk normaal meisje afleiden, zelf een oudere vrouw zou er even naar kijken.

'Waarom maak je mij wakker?' vraag ik zuchtend terwijl ik me weer neerleg op mijn slaapzak. De slaapzak voelt nat aan doordat ik gisteren met natte kleren ben gaan slapen. 'Ik wil nog even verder slapen, dus laat me gerust.'

Ethan is het er echter niet mee eens en komt bijna op me zitten, door zijn ene been over mijn lichaam te zwaaien. Hij neemt allebei mijn handen vast en trekt me overeind waardoor we allebei weer omvallen, want in een tent kun je niet rechtop staan. Ik beland op Ethan en wil mijn handen op zijn borst drukken als het terug tot me doordringt dat hij nog steeds geen shirt aanheeft, dus ik rol hysterisch van hem af.

Niet te geloven dat dit juist gebeurd is. Ik lag op hem en heb zijn naakte lichaam aangeraakt. Volgens mij was dit een stiekem plannetje voor die weddenschap van hem, maar zulke plannetjes werken niet bij mij hoor. Het is niet omdat hij een extreem sexy lichaam heeft, dat hij me zo kan veroveren.

'Ik dacht niet dat het zo snel ging gaan,' mompelt Ethan terwijl hij zelf ook weer gaat zitten. 'De eerste stap is dus gezet: je hebt op me gelegen.' Hij werpt me een speelse knipoog toe.

Ik geef hem een stomp in zijn maag en kijk hem aan alsof hij me net verkracht heeft. Ik begin er al voor te vrezen dat die verkrachting nog eens echt gaat gebeuren. Alles kan, als je in de buurt van Ethan bent én dan ben ik nog eens alleen in zijn buurt.

'Maar je moet dus opstaan, want het ontbijt staat klaar buiten en dan moeten we snel weer doorgaan zodat we morgenochtend op tijd aankomen, want ons voedsel en drank is bijna op.' Na deze woorden gezegd te hebben kruipt hij onhandig uit de tent en volgens mij is het de bedoeling dat ik hetzelfde doe.

Ik zucht. Sinds wanneer denken jongens niet meer aan uitslapen? Waarschijnlijk doen de normale jongens dat wel nog en luie meisjes zoals ik ook nog, maar Ethan is dan ook niet bepaald normaal. Laten we zeggen dat hij altijd overal het tegengestelde van doet.

Ik kruip net als Ethan onhandig uit de tent. Mijn voet blijft vasthaken in mijn slaapzak waardoor ik languit op het gras terecht kom. Een elegantere buitenkomst kan je nergens vinden volgens mij.

'Wow, pas op mijn liefje. Je verwoest ons ontbijt bijna met je ongelooflijke onhandigheid.' Ethan zit naast onze rugzakken die hij waarschijnlijk toen ik nog sliep de tent heeft uitgehaald. In zijn handen heeft hij twee broodjes vast en om zijn bovenlichaam zit gelukkig al weer zijn grijze shirt.

Ik wens dat ik me zo snel kan omkleden als hem, dan hoef ik 's ochtends niet zo vroeg op te staan. Hij heeft dus werkelijk in amper twee seconden zijn shirt aangekregen. Waarschijnlijk kunnen veel mensen dat, maar als ik iets aan doe in twee seconden, zit het nog niet precies zoals het zou moeten zitten.

Zuchtend kijk ik naar de lucht. Het is alweer helemaal opgeklaard en er valt niets meer te bespeuren van de enorme regenval van gisteren. Het is alleen nog te merken aan mijn kleding, die helemaal gerimpeld is, en aan de bladeren van de bomen waarvan de waterdruppeltjes langzaam naar beneden vallen op het zachte gras. Dit is een prachtige ochtend, hier wil ik van genieten.

Ik hoor hoe iemand kucht en kijk terug voor me uit. Ethan geeft me één van de broodjes en het andere eet hij zelf op terwijl hij me zit aan te staren alsof ik zelf een broodje ben. Wanneer zijn broodje op is, staat hij op en kijkt hij even twijfelend om zich heen alsof hij niet weet wat hij nu moet doen. Ten slotte haalt hij zijn slaapzak uit de tent en begint hem op te rollen.

Ik eet de rest van mijn broodje op en begin dan ook mijn rugzak te pakken. Misschien is er een kans dat we vanavond al aankomen, dus dan moet ik me haasten. Hoe sneller we aankomen, hoe beter, want mijn gedachtes dat Ethan eigenlijk geen echte bad boy is, zijn gisteren allemaal vervaagd en ik ben toch wel een beetje bang voor dat type van jongen. Zeker nu er een weddenschap met hem aan de gang is. Maar aan de andere kant, we zijn op een plaats waar ik nooit meer zal komen, hier wil ik alles van onthouden. Van de omgeving, niet van Ethan. Misschien kan ik hem zo ook irriteren.

'Wat ben je in hemelsnaam aan het doen?' vraagt Ethan terwijl hij me komt helpen met het afbreken van de tent. Hij kijkt erg geconcentreerd voor zich uit en lijkt er niet met zijn gedachten bij te zijn. Hij lijkt er eigenlijk nooit met zijn gedachtes bij te zijn. Hij duwt met weg en gaat alleen verder. 'Kun je niet wat sneller werken?'

Ik haal mijn schouders op. 'We kunnen toch ook wat meer genieten van deze uitstap? Waarom zo snel doordoen? Daar zullen de leerkrachten toch steeds maar op onze vingers kijken.'

Ethans gezicht begint te stralen. 'Je wil langer met mij alleen in een bos verblijven, wat moet ik daar van denken, liefje?' Hij komt dichter tegen me aan staan. 

Ik verzet geen stap en laat Ethan zo dicht bij me staan. Ik voel zijn adem tegen mijn voorhoofd, want Ethan is bijna een hoofd groter dan mij. Misschien is het verstandiger dat ik toch naar achter ga, maar ik wil me gewoon stoerder voordoen dan dat ik eigenlijk ben. Hij mag niet weten dat ik bang voor hem ben, daar zou pas eens hard mee lachen én hij zou er zeker gebruik van maken.

Hij komt nog wat dichter en voor hij me tegen een boomstam kan duwen duik ik weg terwijl ik op zijn voet trap. 'Sukkel, jij kan mij niet verleiden,' mompel ik terwijl ik mijn rugzak pak en hem om mijn schouder doe.

Ik loop langzaam langs het pad zodat Ethan me straks kan inhalen. Hij was daarjuist nog bezig met de tent, dus het kan nog even duren en dat vind ik helemaal geen probleem. Hoe langer hij wegblijft, hoe beter. Laat dat genieten van de uitstap maar, ik wil zo snel mogelijk weg van bij hem.

Nadat hij na een halfuur er nog niets is, begin ik me toch wat ongerust te maken. Misschien is hij wel gevallen of is hij de weg kwijt. Het kan ook nog altijd zijn dat ik de weg kwijt ben natuurlijk, maar daar denk ik liever niet aan. Als hij binnen een kwartier hier nog niet is, keer ik om en ga ik hem zoeken, besluit ik.

Net wanneer ik mijn besluit genomen heb, hoor ik Ethan mijn naam roepen. Ik draai me om en zie hem naar me toe strompelen. Meteen zie ik ter hoogte van zijn knie een scheur in zijn broek waar bloed uit drupt.

Mijn eerste gevoel zegt dat ik niets met bloed te maken wil hebben en dat ik dus moet maken dat ik weg kom. Mijn tweede gevoel zegt echter dat ik minder laf moet zijn en dat het eigenlijk wel mijn fout is dat hij zo toegetakeld is.

'Kom je nog helpen, liefje?' Hij kijkt me geïrriteerd aan en zijn gezichtsuitdrukking is niet veelbelovend. Zijn casanova manieren van daarnet zijn duidelijk verandert in die van een boze grompot.

Ik blijf staan alsof Ethan één of andere vieze spin is, want ik ben bang van spinnen. Als je bang van iets bent, ga je het niet zomaar gaan naderen. Zo ver is het dus al gekomen, ik ben bang van Ethan. Eigenlijk al een hele tijd, maar toen geloofde ik echt dat die roddels over zijn criminele verleden een leugen waren.

Ethan zucht. 'Als jij me niet komt helpen, bel ik de begeleiders wel.' Hij gaat gaan zitten en haalt zijn rugzak van zijn schouder.

Ik haal mijn schouders op. 'Doe wat je niet laten kunt,' mompel ik terwijl ik ook ga zitten op het gras. Ik ben blij dat hij de belegleiders zal bellen, dan zit ik niet langer met hem opgescheept. Ik ben hem echt beu. Hoe zal ik ook moeten zorgen dat hij verandert? Hij kan niet zomaar een lieve jongen worden. Hij heeft geen hart.

Ethan rolt met zijn ogen. 'Wat zit je met mij in, liefje.' Hij rommelt in de rugzak aan haalt de mobiel, een ouderwets ding, uit zijn rugzak. 'We zijn een slecht team.'

'Weet ik.'


The Love ProjectWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu