De Nieuwe Wereld 1: Elodie (G...

By CIRaccon

36.3K 737 273

Wanneer Cèsely op haar zestiende door een ernstig ongeval in het ziekenhuis belandt, komt er een abrupt eind... More

Notitie van de auteur
Colofon
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 3

1.4K 95 40
By CIRaccon

Joanna

Toen ze zaten op de stoelen voor het bureau, de handen stevig ineen geklemd, liet de arts een digitale weergave van gekleurde vlekken zien. Aan de vorm was duidelijk te zien dat ze keken naar een scan van de hersenen. Cèsely's hersenen. Joanna slikte even. Ze hoorde het stemmetje in haar hoofd luider roepen en drukte angstvallig haar zorgen weg.

"Uw dochter heeft pasgeleden een aantal dagen last gehad van een zeer hardnekkig virus heb ik begrepen."

De informatie over de gezondheid van een patiënt was voor elke behandelende arts beschikbaar. Joanna kon enkel knikken.

"Uit bloedonderzoek blijkt dat het een combinatie is geweest van meerdere virussen, iets wat uw dokter al vermoedde, begrijp ik uit zijn notities." Hij staarde even naar zijn scherm.

"Het gevolg van deze griep was een hemolytische anemie. Bloedarmoede," zei hij ter verduidelijking. "Klaagde uw dochter weleens over hoofdpijn?"

"Ja, zeer veel de afgelopen dagen. Ik ... ik had haar thuis moeten houden."

"Het ongeval is indirect veroorzaakt door de hoofdpijn, maar de gevolgen hadden ook plaatsgevonden als uw dochter thuis was gebleven, mevrouw Brink. Met uitzondering van de snee, maar zoals ik al zei, daar verwacht ik geen permanente schade van."

Hij draaide zijn scherm. "Uit de CT-scan, als u even met mij mee wilt kijken, is gebleken dat de bloedarmoede een nadelig bijeffect heeft gehad." Hij wees naar een donker vlek in de scan. "Hier ziet u een vernauwing in de bloedvaten die ontstaan is ten gevolge van de klap van de val: een hersenbloeding. Uit het bloedonderzoek kwam echter ook naar voren dat er zich in de hersenen een verminderde hoeveelheid zuurstof bevindt, ten gevolge van de bloedarmoede. De twee factoren samen, de val en het tekort aan zuurstof, hebben uw dochter in een gevaarlijke positie gebracht."

Joanna keek naar de mond van de arts en deed haar best de woorden te volgen die hij uitsprak. Het lukte haar nauwelijks. Iedere keer dat hij een woord zei dat ze niet begreep sloeg haar hart op tilt en bij elk woord dat ze wel begreep stond haar hart bijna stil. Ze vroeg zich af of het trillen van haar handen veroorzaakt werd door haarzelf of door haar man.

Aidens gezicht zag bijna zo wit als de muur van het kantoor rondom hen. Op haar eigen gezicht lag vast een vergelijkbare uitdrukking. Onbegrip, schok, ontkenning. De arts vervolgde bijna meedogenloos zijn verhaal.

"Als uw dochter niet gevallen was met haar scoot, dan was er vandaag, morgen of ergens in de komende dagen een moment gekomen waarop het zuurstoftekort haar hersenen zou hebben afgesloten. Ze zou dan in een coma terecht zijn gekomen. Door de val zijn we gelukkig op tijd achter het zuurstoftekort gekomen en ze ligt nu aan een infuus. Vanwege een zwelling in haar hersenen wordt uw dochter in een kunstmatig opgewekte coma gehouden totdat het gevaar geweken is. De behandeling moet vrij snel effect hebben. Binnen een paar uur moet de zwelling afnemen en kunnen de medicijnen voor de kunstmatige coma worden stopgezet."

Hij stopte met praten en het duurde een paar minuten voordat Joanna door had dat hij klaar was met zijn uitleg. Het duizelde haar van alle medische termen. Het enige dat ze had onthouden was dat haar dochter in een coma lag. Kunstmatig opgewekt weliswaar, maar toch een coma en dat klonk nooit goed.

"Komt... komt ze dan uit de coma?"

"Als alles goed is wel, maar dat is afwachten. Zodra ze wakker is zal ik of een collega u op de hoogte brengen. Ik neem aan dat u hier wilt blijven? Het zal waarschijnlijk een paar uur duren voordat we u meer informatie kunnen bieden."

Joanna voelde zich niet in staat te reageren. De arts stond op ten teken dat het gesprek voorbij was. Hij had vast nog veel te doen, toch wenste ze dat ze meer tijd had.

Er waren zoveel vragen, zoveel onduidelijkheden. Ze had niet veel begrepen van wat de arts had gezegd en ze had het gevoel dat ze rondjes bleef draaien rondom dat ene woordje: coma.

Uitroepen zoals 'wacht' en 'stop' sprongen in haar gedachten op, maar ze kwamen haar mond niet uit en gespannen verliet ze samen met haar man het kantoor.

Zwijgend namen ze weer plaats op de kuipstoelen in de wachtkamer. Een paar uur, ze hoefde maar een paar uur te wachten, dat konden ze wel doen.

Toen er een snik uit haar keel ontsnapte voelde ze Aidens arm achter haar rug. Haar ogen brandden en ze legde haar hoofd op zijn schouder.

Cèsely zou de belangrijke examens missen. Joanna trok een scheef gezicht, waarom moest ze daar nou weer aan denken? Scenario's van verhalen over coma's speelden zich af in haar hoofd. Steeds weer opnieuw. Bijna geen van allen liep goed af.

Een hersenbloeding, een zwelling, wat zouden daar de gevolgen van zijn? Had het nog erger kunnen zijn geworden wanneer ze nooit gevallen was? Had een coma uit zuurstoftekort meer gevaar opgeleverd? De dokter had het laten doorschijnen alsof dat inderdaad het geval was. Moest ze er dan dankbaar voor zijn dat haar dochter zo koppig was geweest vanmorgen? Dankbaar voor de toets die niet ingehaald kon worden? Dankbaar voor de val?

De arts had gesproken over een snee in Cèsely's been, maar de andere verwonding was zoveel ernstiger dat ze niet meer had gevraagd waaruit de wond bestond. Hoe diep was de snee? Alleen oppervlakkig? Waar was de scoot eigenlijk?

Weer zo'n onnozele gedachte. Wie maakte zich druk om een scoot wanneer je dochter in een coma lag?

Ze voelde meer dan dat ze zag hoe Aiden opstond en ze keek op. Haar man liep naar het koffieautomaat. Hij keek met een vragende blik om, maar Joanna schudde haar hoofd. Haar maag kwam in opstand bij elke gedacht aan eten of drinken. Ze was te zeer van streek om nu iets binnen te kunnen houden. Misschien later.

Met een bekertje hete koffie in zijn hand, nam Aiden weer plaats naast haar. Ze zag aan de frons op zijn gezicht dat door zijn hoofd ook vele zorgen spookten. Hij zou geen zin hebben om te praten, zo goed kende ze hem wel.

Een gesprek zou moeten wachten tot later, wanneer hij tijd genoeg had gehad om deze eerste bulk informatie een beetje te verwerken. Ze zouden alleen maar ruzie krijgen als ze nu haar zorgen zou uiten. Aiden zou haar zelfverwijt onredelijk vinden en hij zou zich hulpeloos voelen in zijn poging haar te troosten. Het liefst had ze een potje zitten huilen, maar zo sterk als hij nu voor haar probeerde te zijn, zo sterk moest zij voor hem zijn.

Tijd om te huilen zou er genoeg zijn, achteraf, wanneer de spanning geweken was. Wanneer Cèsely weer wakker was en mee naar huis mocht. De hoofdpijn zou dan verdwenen zijn, het gevaar geweken. Misschien over een dag of twee?

Het werd langer. Veel langer.

---

Vanaf het moment dat de medicatie die Cèsely in slaap hield werd stopgezet, telde Joanna de minuten af totdat de arts zou komen om te melden dat haar dochter wakker was.

Dat verwachtte moment kwam en ging voorbij. Ze klemde haar mobiel krampachtig tussen haar vingers en propte hem tenslotte onderin haar tas. Ze wilde niet zelf op zoek gaan naar mogelijke gevolgen, daar zou ze alleen maar beroerder van worden.

Aiden stond na drie uur op en begon te ijsberen.

Vier uur en twee keer zoveel kopjes koffie later kwam er eindelijk een verpleegkundige hun kant op. "Meneer en mevrouw Brink?"

Joanna stond op en ging naast haar man staan. Ze probeerde aan het gezicht van de vrouw te zien of ze goed nieuws of slecht nieuws had, maar de vrouw keek neutraal. Daar was ze vast op getraind, dacht ze. Breng slecht nieuws zo onbewogen als je kunt.

"Ik ben bang u te moeten meedelen dat uw dochter nog niet wakker is geworden. De medicatie is ondertussen uit haar bloed verdwenen, maar het had niet het gewenste effect. De arts is bang dat de bloedarmoede toch een coma heeft veroorzaakt bovenop de kunstmatig opgewekte coma die nodig was om de zwelling te laten afnemen. Hij is op dit moment bij haar en er worden nog enkele onderzoeken gedaan om te bepalen hoe diep de coma is. Dat duurt nog een half uur tot een uur, verwacht hij."

De verpleegkundige wachtte even of er vragen kwamen, maar geen van beide ouders kon een woord uitbrengen.

"Het spijt me. Is er nog iets dat ik voor u kan doen?"

Toen er ook op haar vraag geen respons kwam, knikte ze het echtpaar toe en ging ze verder met haar bezigheden.

De arts kwam na een klein uurtje en vertelde bijna hetzelfde als dat de verpleegkundige even tevoren had gemeld. Cèsely sliep nog steeds. Haar vitale functies waren stabiel. Ze had weer genoeg zuurstof in haar bloed, maar ze werd niet wakker. Ze zou worden verplaatst naar een privé kamer en daar zouden haar ouders eindelijk bij haar mogen.

Met knikkende knieën liep Joanna de kleine kamer in. Witte muren, witte lakens, geen media. Dit was een kamer die enkel en alleen was bedoeld voor een patiënt die sliep.

Het gezicht van haar dochter was ook wit, bijna net zo wit als het kussen waarop haar hoofd lag. Bijna net zo wit als de windsels van het verband dat rondom haar hoofd was gewikkeld. Had de arts iets verteld over een operatie? Of was dit tegen de zwelling? Joanna wist het niet meer. Ze wist alleen dat het er vreselijk uitzag. Haar kleine meisje.

Ze beet op haar lip en greep Cèsely's hand vast. De hand was slap, een beetje koud en hij leek wel transparant. Blauwe aderen tekenden zich af in de holte van haar elleboog, vanaf het punt waar een infuus haar verbond met de noodzakelijke vloeistoffen tot aan de plaats waar de korte mouw van het witte nachthemd begon.

Het linkerbeen lag onder de witte deken, het rechterbeen was echter vanaf de voet tot de knie ingewikkeld met verband. Ze hadden nog steeds niet gevraagd naar de aard van de wond.

Er stond één stoel naast het bed en Joanna ging zitten. Met een vinger wreef ze zacht over de bleke wang van haar dochter. Hoe lang zouden ze moeten wachten? Ze wilde vragen hoelang een coma mocht duren? Wat was de maximale tijd waarbinnen je moest ontwaken, wilde je niet meer schade overhouden? Was er wel een maximale tijd? Zouden ze op een gegeven moment een beslissing moeten nemen? Ze had zich nooit echt verdiept in de wetgeving rondom deze situatie. Bestond er een regel die aangaf hoelang een mens in coma mocht blijven voordat het ziekenhuis een grens trok? Eén week? Twee weken? Een maand?

"Oh, Cèsely." Ze kon een snik niet binnenhouden en verborg haar gezicht in haar vrije hand. Ze voelde de greep van Aiden op haar schouder en kon haar tranen niet langer tegenhouden.

---

Tegen de avond, toen de situatie nog steeds onveranderd was, besloten ze samen dat Aiden naar huis zou gaan. Ze hadden tenslotte nog een kind. Hoe lief de buurvrouw ook aanbood een paar dagen op Daan te passen, Joanna wist dat de kleine jongen zijn ouders nodig had. Hoe weinig antwoorden en troost ze hem nu ook konden bieden.

Zelf bleef ze in het ziekenhuis. Met een druk op een knop werd een extra bed uit de muur geschoven, maar de slaap vatten kon ze niet. Ze lag de hele nacht op haar zij en staarde naar het roerloze lichaam van haar dochter. Lichtjes op een display gaven aan dat alles nog steeds hetzelfde was en af en toe kwam er zachtjes een verpleegkundige binnen die het een en ander controleerde en weer verdween.

Ook de volgende dag bracht nog geen verandering. Aiden kwam 's morgens en nam Daan mee. De kleuter wilde per se zijn zus zien en zijn vader had geprobeerd hem zo goed mogelijk voor te bereiden op wat hij te zien zou krijgen.

Daan stond heel stil en staarde enkel naar het bed waarin zijn zus lag. Toen draaide hij zich om en vroeg fluisterend wanneer ze wakker zou worden zodat hij zijn knutselwerkje kon laten zien. Joanna nam haar zoontje in haar armen en knuffelde hem stevig voordat ze hem losliet en zijn vader hem naar school bracht.

Het was vrijdag. Misschien kon haar moeder morgen en overmorgen komen om bij Daan thuis te blijven.

---

Vijf dagen gingen voorbij zonder verandering en uiteindelijk liet Joanna zich overhalen om thuis te wachten in plaats van in de eenzame witte kamer.

Aiden was na de vierde dag weer naar zijn werk gegaan. Hij moest bezig blijven. Joanna kon zich niet concentreren en kreeg verlof van haar werkgever. Ze dwaalde doelloos door het huis, zorgde plichtgetrouw voor de maaltijden, bracht en haalde Daan naar en van de kleuterschool en deed het huishouden met het enthousiasme van een slapende kat.

De handelingen kwamen routinematig, haar hoofd was er niet bij. Elke dag, nadat ze Daan bij school had afgezet, reed ze door naar het ziekenhuis en zat ze een uur bij Cèsely.

Eén week ging voorbij en nog één. Ze wist dat Aiden zich verdiept had in de reglementen rondom comapatiënten, maar Joanna had hem gevraagd om het haar niet te vertellen. Ze had gezien hoe zijn mond strakker was gaan staan na elke regel die hij had gelezen en ze begreep dat het geen goed nieuws was. Hoelang zouden ze moeten wachten? Hoelang zouden ze nog mogen wachten?

Na de tweede week had de arts hen tijdens een gesprek uitgelegd dat de snee op Cèsely's been, gelukkig niet diep en inmiddels volledig genezen was. Haar hersenactiviteit was nog goed en haar lichaam reageerde positief op de voedingsstoffen die het kreeg. De zwelling in haar hersenen was weg en al het verband was nu verwijderd. Hij kon geen verklaring geven voor de reden dat ze niet wakker werd en vroeg het echtpaar enkel om geduld te hebben. Aiden had iets willen zeggen, maar na een blik op zijn vrouw had hij zijn mond weer gesloten.

Later die dag was hij alleen teruggegaan naar het ziekenhuis en ze wist dat hij het een en ander had besproken over de duur van de coma. Joanna sloot haar gedachten af voor alles wat de kansen voor haar dochter kon verminderen en hield zich wanhopig vast aan het positieve nieuws dat Cèsely stabiel was.

---

Een zacht kunstmatig licht in de slaapkamer gaf aan dat de morgen op het punt stond door te breken. Joanna opende haar ogen en telde in gedachten de hoeveelheid seconden totdat het licht op volle sterkte was. Het was een geluidloze wekker en bood de slaper een geleidelijke manier van wakker worden.

De twintigste dag.

Joanna ging rechtop zitten. Het leek wel alsof haar hoofd een nieuwe kalender had aangemaakt, één die begon bij de dag dat Cèsely in het ziekenhuis belandde. Dat was dus twintig dagen geleden. Naast haar snurkte Aiden nog zacht. Hij zou zo wakker worden, wanneer zijn hersenen het licht dat door zijn gesloten oogleden scheen geregistreerd hadden.

Ze stond op en wilde net aan haar dagelijkse routine beginnen toen een zacht zoemen haar afleidde. Het duurde even voor ze doorhad dat het de huistelefoon in de hal was. Toen rende ze zo vlug ze kon naar beneden.

Continue Reading

You'll Also Like

6 0 1
yey
119 17 4
'Ik wou dat alles perfect zou zijn. Ik had alles uitgewerkt in mijn hoofd, maar toen smeet hij roet in het eten. Ik had het kunnen weten, niets loopt...
1.6M 35.5K 46
Kacy Brooks (17) gaat naar een internaat nadat haar ouders zijn gestorven wegens een auto-ongeluk. Ze krijgt te horen dat ze bij een jongen op de kam...
506 32 14
Wanneer je denkt dat er niks meer fout kan gaan, gaat het fout.