The Next Generation of Gods

By __whereismymind

13.3K 55 62

De Olympische goden regeren deze wereld al meer dan tweeduizend jaar, maar hun heerschappij loopt op zijn ein... More

Welkom (terug)!
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 1

667 20 26
By __whereismymind

1: HET BEGIN

◯ ◯ ◯

Het is niet zo dat me iets gevraagd werd of zo. Ik lag er gewoon opeens. Neergekwakt op de harde witte grond.

Ik heb een harde smak gemaakt op het koele marmer. Mijn linker arm doet behoorlijk veel pijn, en mijn hoofd klopt een beetje. Het eerste wat me opvalt aan de omgeving is dat het er erg warm is. Ik zweet me onmiddellijk kapot in mijn hoodie en trainingsbroek.

Zwaar gedesoriënteerd hijs ik mezelf omhoog, om vervolgens tot de conclusie te komen dat ik hier niet alleen ben. Ik schrik me wezenloos als ik zie dat nog -snel geteld- elf andere kinderen van mijn leeftijd om me heen verspreid liggen.

'Wat...?' Weet ik uit te brengen. Een paar zitten verbaasd om zich heen te kijken, en weer anderen duwen zichzelf beduusd omhoog.

Ik zet voorzichtig een stap naar voren, en voel iets kraken onder mijn voet. Vlug trek ik mijn been terug, en zie mijn gloednieuwe telefoon liggen. Ik mompel een "oh mijn god" als ik het ding opraap en de schade bestudeer. Er loopt een grote barst vanaf de camera tot de homebutton.

Ik klik hem aan en zie dat de display het gelukkig nog wel doet. Links bovenin staat geen service, en de tijd geeft 11:02 aan. Vreemd, voordat ik hier naar toe werd gezapt was het net tien uur 's ochtends.

'Waar zijn we?' hoor ik opeens.

Ik kijk op en zie iedereen focussen op een meisje met onyx kleurig haar. Haar uiterlijk is oosters, zuid-Aziatisch waarschijnlijk, en om haar nek glinsteren een heleboel edelstenen.

'I-ik begrijp het niet.' zegt een meisje met bruin haar. Haar gezicht ziet eruit alsof ze heel erg diep nadenkt. 'Is dit een of andere zieke grap?'

'Dit kan niet.' zegt een zwart harige jongen op zijn beurt. 'Het bestaat niet dat je van het ene op het andere moment op een andere plek kan zijn.'

Het bruinharige meisje kijkt om zich heen. 'Dit is niet Victoria.'

Een ander meisje met een Spaans uiterlijk voegt daar aan toe: 'En dit is zeker geen Buenos Aires.'

Het doet me alleen maar minder van de hele situatie begrijpen. Wie is Victoria en waarom heeft zij het over Buenos Aires?

Een jongen met fel blauwe ogen spreekt mijn gedachten uit. 'Ik snap er helemaal niks meer van.'

Mijn oog valt op een gebouw achter ons, een tempel. Er hangt een spandoek tussen twee enorme pilaren met een tekst erop in een taal die ik niet kan lezen.

'Wat is dat?' vraag ik, en ik wijs naar het doek.

Er is wat geroezemoes van mensen die mompelen dat ze het niet kunnen lezen, behalve één meisje. Ze fronst en zegt verbaasd '"De Olympiërs heten jullie welkom". Maar dat is raar.'

'Goh, nee, want de rest van dit hele gebeuren is wel normaal.' zeg ik sarcastisch. Ik begin er een beetje klaar mee te raken. Ik heb geen idee wat er aan de hand is, ik heb het snikheet, mijn telefoon is kapot, en mijn hoofd doet pijn.

Blijkbaar ben ik ook niet de enige want het bruinharige meisje snuift en trekt haar staart aan.

'Als iemand enig idee heeft wat er aan de hand is zou diegene dat dan nu alsjeblieft willen zeggen.'

Het blijft stil.

'Oké, in dat geval ben ik weg hier.' ze stampt weg tot waar het marmer ophoud, en niemand maar aanstalten om haar te volgen.

Maps!

Google maps! Het schiet me opeens te binnen, en ik unlock gelijk mijn telefoon. Als ik de app open doet het eerst heel raar. Het kompas draait, en de kaart zoomt telkens in en uit. Daarna verandert plotseling de hele layout van de app, in een nieuwe bronzen kleur, en met verschillende licht stipjes. Maar ik kan onze locatie achterhalen.

'Griekenland.' zeg ik terwijl ik een street view aanklik.

'Huh?' vraagt iemand.

'We zijn in Griekenland, en volgens de coordinaten... boven op de Akropolis.' Verbaasd kijk ik op. Ik ben nog nooit in Griekenland geweest maar ik ben ik vrij zeker van dat de tempel op de Akropolis nog maar half overeind staat.

'Dat kan kloppen, het spandoek is ook in het Grieks. Ik kom van Kreta, vandaar dat ik het kan lezen.' zegt het meisje van het spandoek.

'Maar hoe verklaart dat dan dat we bovenop de Akropolis staan?' vraagt een jongen met een Aziatisch uiterlijk. 'Die is toch kapot?'

Ik heb werkelijk geen idee, maar voor iemand nog iets kan zeggen komt het bruinharige meisje terug gestampt.

'We zitten hier vast.' deelt ze mee. Haar irritatie niveau zit behoorlijk hoog.

'Wie zijn jullie überhaupt?' Een jongen met een donkerbruine huidskleur scant de groep. Zijn blik blijft even hangen bij het meisje met het Spaanse uiterlijk. Er schiet een uitdrukking over zijn gezicht die iets van ontzag heeft. Maar dat kan ik ergens wel begrijpen want ze is bloedmooi.

'Zijn we gekidnapt?' Vraagt het meisje met het oosterse uiterlijk. Haar stem trilt licht. Niemand maakt aanstalten om haar te troosten maar ik zie het jongetje met het zwarte haar wel een medelijdende blik toe werpen.

'Daar lijkt het wel op.' zeg ik. Er klinkt wat paniekerig gemompel. 'Ik bedoel het is een optie maar laten we er maar niet vanuit gaan.' voeg ik er snel aan toe als ik zie dat bij het oosterse meisje de tranen in haar ogen schieten.

Jeez, we zitten echt behoorlijk in de shit.

'Als we hier nog langer blijven staan krijg ik een zonnesteek.' zegt de jongen met de donkerbruine huid. Hij staat er nog redelijk relaxed bij, maar zijn blik gaat nerveus door de groep.

'Wat moeten we doen?' vraagt een jongen met een fel roze Nike trui. 'Ik begin hier een beetje in paniek te raken en als iemand niet snel met een idee komt ga ik hoogstwaarschijnlijk flauwvallen.'

'Wat nou als we gewoon naar binnen gaan?'

Alle hoofden draaien de kant op van een jongen met kabels van armen, en een borst waar ik minimaal drie keer pas. Toch krijgt hij het voor elkaar om timide over te komen.

'Ik bedoel, we kunnen niet echt een andere kant op toch?' vraagt de Hulk onzeker.

Daar zit zeker wat in. En, wat kan er nou voor afschrikwekkends en gevaarlijks in een tempel zitten. Die zijn toch beschermd door de goden of zo.

'Ik denk dat we het er inderdaad maar op moeten wagen.' zegt het spaanse meisje. Ze glimlacht vriendelijk naar de Hulk, en hij haalt zichtbaar opgelucht adem.

'Precies want om hier nou te blijven staan is ook dom. Daar komen we helemaal niet verder mee.' klinkt het instemmend.

'En wat daar binnen dan ook mag zijn, het verwelkomt ons wel met een spandoek. Spandoeken zijn altijd goed nieuws.'

Mij valt het op dat nu ondanks iedereen met de Hulk heeft ingestemd om de tempel in te gaan, niemand aanstalten maakt om dat ook daadwerkelijk te gaan doen. Ik scan de groep, en besef me opeens dat eerder mijn broer er achter komt dat ik weg ben we misschien wel een dag verder zijn. De enige die me verder zou missen is mijn beste vriendin, maar zij zal niet meteen alarm slaan omdat ik wel vaker een paar dagen van de aardbodem ben verdwenen.

Waar heb ik mezelf in godsnaam in verzeild laten raken? Hebben deze andere kinderen familie die zich nu afvraagt waar ze zijn?

Voordat deze gedachtes me breken sluit ik ze uit. Dat heb ik al zo vaak moeten doen dat het heel makkelijk gaat. Mijn blik wordt weer helder net als mijn hoofd.

'Oké, ik krijg het idee dat jullie het helemaal niet erg vinden om hier buiten een aantal nachtjes te kamperen.' verbreek ik de stilte. Ik sjor wat aan mijn hoodie. Als ik had geweten dat ik binnen twee seconden in Griekenland zou zijn had ik wel even een t-shirt uit de kast gepakt. Als we hier nog langer blijven staan ben ik bang dat ik in een plasje gesmolten Ivy verander.

'Je hebt gelijk dit is uitstel van executie.' stemt het Spaanse meisje met me in.

'Om heel eerlijk te zijn heb ik er niet echt behoefte aan om geëxecuteerd te worden.' meld het zwart harige jongetje met opgeheven vinger.

Een paar mensen moeten grinniken, en hij heeft het op de een of andere manier voor elkaar gekregen om de spanning die in de lucht hing wat losser te maken. Helaas weet hij dat zelf ook want hij staat breed te grijnzen.

Aha, hij is het ik-lach-het-hardst-om-mijn-eigen-grap-type.

'Ik loop wel voorop,' zeg ik. Het klinkt alsof ik veel meer zelfvertrouwen heb dan in werkelijkheid. Ik ben niet snel bang, maar ik weet hier gewoon niet wat ik kan verwachten. Aan de andere kant haat ik kamperen.

'Ik loop met je mee,' zegt de jongen met de fel blauwe ogen. Hij geeft me een glimlach.

Als ik naar hem toeloop klik ik mijn telefoon aan. Puur uit automatisme, maar zie tot mijn verbazing een streepje wifi verschijnen. Vlug loop ik richting het signaal, en zie een tweede en nog een derde opkomen.

Vol enthousiasme log ik in om naar WhatsApp te gaan. Wifi betekend dat ik mijn broer gewoon een appje kan sturen waar ik ben!

Plotseling bots ik tegen iets op. Ik kijk omhoog, in twee licht blauwe ogen.

'Oeps,' grijns ik schaapachtig. De jongen grinnikt. Hij zet een paar stapjes opzij.

Ik werp een blik op mijn mobiel, en er verdwijnen twee streepjes.

'Nee,' mompel ik. Ik loop weer richting het signaal, en typ ondertussen een berichtje naar Riley dat ik geen idee heb waar ik ben en hoe laat ik thuis zal zijn. Vervolgens bots ik weer tegen de jongen aan.

'Zeg, als je me niet aardig vind mag je het ook gewoon zeggen.' lacht hij.

Ik kom weer zo enorm dom over. Hoe kan je nou twee keer binnen dertig seconden tegen dezelfde persoon aanbotsen? Maar het signaal is weer sterk, het lijkt zelfs alsof het vanaf hem afkomt.

'Heb jij iets van een draagbaar wifi kistje bij je of zo?' vraag ik sceptisch. Als dat namelijk zo is vraag ik me af waarom ik er nog nooit van heb gehoord, en er zelf een in bezit heb. Dat zou het leven zo veel makkelijker maken.

Ik werp een blik op mijn telefoon en zie dat het berichtje wel wordt verzonden maar niet wordt afgeleverd. Vreemd. 

'Nou nee,' zegt hij. We lopen in middels richting de ingang van de tempel, en de rest volgt ons. Sommigen heel dichtbij, en sommigen komen met volle tegenzin in beweging. Als ik achterom kijk zie ik het Oosterse meisje moed bijeen rapen.

'Het is iets heel geks,' gaat de jongen verder, 'maar ik heb al mijn hele leven overal verbinding. En mensen in mijn omgeving ook. Volgens mij is er een foutje gemaakt in mijn telefoonbundel of iets in die richting.'

'Dat klinkt niet als een foutje, dat klinkt als een cadeautje van het universum. Volgens mij mag iemand jou heel erg daarboven.' zeg ik met een knik naar de lucht.

Hij grinnikt, en steekt zijn hand uit. 'Ik ben Chrystoff trouwens, maar je mag me gewoon Chrys noemen.'

Ik neem zijn hand aan. 'Ivy, en ik heb niet echt een kortere versie van mijn naam.'

Hij lacht, maar dat stopt abrupt als we beide bijna een stap de tempel in zetten. Ik kijk hem aan, en ik zie dat zijn kaak gespannen is. Mijn blik gaat naar achter ons, en daar zie ik het Spaanse meisje en de donkere jongen. Ze knikken, en ik neem het aan als teken dat we door mogen gaan.

Chrys en ik stappen het gebouw in, en krijgen goed zicht op de binnenkant. Het hoge plafond, de grote pilaren, verschillende standbeelden, en waaronder één enorm beeld aan het eind van de zaal. Het is een vrouw met een groot schild aan haar voeten en een uil op haar arm. Het is opgetrokken uit wit marmer, met sommige details goud, zoals het hoofd op haar schild en de snavel van de uil.

Ik zet een paar passen naar voren, en de rest druppelt ook langzamerhand binnen.

Ik weet niet precies wat ik had verwacht, maar helemaal niks in ieder geval niet. De jongen in de roze trui komt naast me staan en kijkt om zich heen.

'Nou,' begint hij, 'dit is nogal een anticlimax.'

Zodra hij de x uitspreekt galmt er een klik door het gebouw. Alsof een heel groot iemand met zijn vingers knipt.

Een vlaag paniek giert door mijn lichaam, wetende dat er nu iets gebeurt waardoor het waarschijnlijk moeilijk wordt om nog terug te gaan.

Iedereen staat stil, verstijfd van schrik. En dan ontstaat er in het midden van de zaal een fel licht. Het bouwt zich langzaam op tot het de hele breedte van de zaal in beslag neemt. Ik voel hoe de jongen naast mij mijn arm vast pakt. 'Volgens mij was ik iets te vroeg.' fluistert hij, half tegen mij en half tegen zichzelf.

'Ik denk het ook.' fluister ik terug.

Langzaam dimt het licht nadat het zijn hoogtepunt heeft bereikt, en er ontstaan donkere schimmen. Ze nemen steeds meer vorm aan, en na een seconde of drie zie ik duidelijk de contouren van mensen.

Achter me happen mensen naar adem als het licht steeds meer afneemt. De mensen zitten op grote tronen, snel geteld zijn het er dertien, en voor hun staan ook een aantal stoelen. Ze stralen allemaal op de een of andere manier. Niet een fel licht, maar een hele lichte gloed dat ook langzaam aan af lijkt te nemen.

Het raarste is nog wel dat ze er allemaal uitzien alsof ze zo uit de oudheid zijn komen lopen.

Ik vergeet haast om bang te zijn, totdat de middelste man zijn mond opentrekt.

'Ik dacht al bijna dat jullie niet meer durfden te komen!'

◯ ◯ ◯

Hoofdstuk 1 dames en heren! Ik ben nu al zo blij met de herschrijving. Super super super bedankt dat jullie nog steeds mijn boek willen lezen, en voor de nieuwe lezers: welkom, ik hoop dat je het leuk gaat vinden! Laat me weten wat jullie vonden van het eerste hoofdstuk!

Liefs, B


Continue Reading

You'll Also Like

115K 9.4K 46
Genesis en Duvall zijn meegenomen door heer Griffin en worden gevangen gehouden in zijn zwaarbewaakt fort. Maar er klopt iets niet. Griffins gedrag i...
39.6K 723 34
wat als je 4 bent en in Casa del huts woont? wat als je matthys kleine kindje bent?
3.5K 87 59
hey, dit is mijn bankzitters verhaal en ik hoop dat jullie hem een beetje tof vinden. ik ben beginnende schrijven maar hoop dat het allemaal duidelij...
80.2K 2.7K 24
Mia is een weerwolf. Net zoals vele anderen, maar er bestaan ook nog andere wezens. Er zijn 4 rijken. Het rijk van de vampieren. Het rijk van de we...