R26

Від Leen-ieh

9.5K 648 91

Більше

R26
Hoofdstuk 1 - Gewoon de beste
Hoofdstuk 2 - Dansen door Geschiedenis
Hoofdstuk 3 - Problemen?
Hoofdstuk 4 - Koningin der Dans
Hoofdstuk 5 - Liefde Voor Eigen Ras
Hoofdstuk 6 - Kennismaking Met... Mij
Hoofdstuk 7 - Robot, Robot & Een Hoop Mensen
Hoofdstuk 8 - Alleen in de Oceaan
Hoofdstuk 9 - God of Monster?
Hoofdstuk 10 - Vriend of Vijand
Hoofdstuk 11 - Zoals Vroeger & Toekomst Ontmoeten
Hoofdstuk 12 - Dansen tot het Leven
Hoofdstuk 13 - Ken ik je dan?
Hoofdstuk 14 - Kom terug
Hoofdstuk 15 - Hard en Stoer
Hoofdstuk 16 - Het Kan Anders
Hoofdstuk 17 - Schat, weet je...
Hoofdstuk 18 - Ik wil... Wil ik jou?
Hoofdstuk 19 - Thuis...?
Hoodstuk 20 - Pijn
Hoofdstuk 21 - Verliefd op een Lastpost
Hoofdstuk 22 - Lieve, Kleine Leugentjes
Hoofdstuk 23 - Toch geen vrienden?
Hoofdstuk 24 - Ons Leven
Hoofdstuk 25 - Laat Niet Gaan
Hoofdstuk 26 - Is Er Een Dokter In De Zaal?
Hoofdstuk 28 - Levens Redden
Hoofdstuk 29 - Geesten
Hoofdstuk 30 - Verkeerd Spelletje
Hoofdstuk 31 - Hatelijk
Hoofdstuk 32 - Superman Redden
Hoofdstuk 33 - Liefde als Remedie
Hoofdstuk 34 - Dit is wie ik ben
Hoofdstuk 35 - Rennen naar Liefde
Hoofdstuk 36 - Ver van Huis (Deel 1)
Hoofdstuk 36 - Ver van Huis (Deel 2)
Hoofdstuk 37 - Mag ik me Verwonderen?
Hoofdstuk 38 - Voortouw nemen
Hoofdstuk 39 - Was ik geboren om te sterven?
Hoofdstuk 40 - Vechten
Epiloog
Woord van de auteur

Hoofdstuk 27 - Iemand Om Voor Te Sterven

170 15 0
Від Leen-ieh

I've got nothing left to live for

Got no reason yet to die

But when I'm standing in the gallows

I'll be staring at the sky

Because no matter where they take me

Death I will survive

And I will never be forgotten

With you by my side

Cause I don't need this life

I just need…

Somebody to die for

Somebody to cry for

When I'm lonely

(Hurts - Somebody to Die for)

(Kimberley)

Drie dagen, vier nachten en drie uur. Zo lang zitten we al hier op dat kruispunt in de tunnels. De rugzak van Valentine is al leeg en de mensen beginnen nu aan die van Hope. Ze kunnen dus nog iets meer dan twaalf dagen leven. Vijftien, met de rugzak van Vince er nog bij. Al weet ik niet als daar iets bruikbaars inzit. Misschien wapens. Maar niet iets wat ik kan gebruiken, ik heb alles al. Misschien wat meer olie... Kris heeft in zijn rugzak vijf olieblikjes zitten en in mijn extra vak heb ik er nog drie. Dus... Als ik om de twee dagen eentje drink, zal ik het wel overleven. Maar ondertussen heb ik niks te doen om de tijd te doden.

Het is mijn beurt om wakker te blijven terwijl de rest slaapt. Het is nu acht uur stipt. Valentijn komt er aan, merk ik. Wat steekt dat. De Dag van de Liefde is niks zonder geliefde. Als ik er al een heb.

Met Vince gaat het slecht. Hij heeft een beademingsapparaat nodig om te ademen en zijn hart slaat soms een slag over volgens dat primitieve meeneem-apparaat van Kris. Ik zou het graag in elkaar slaan, zo frustrerend is het.

Samen met Vince houd ik de wacht.

Ik weet dat het een domme gedachte is, maar als dat nu juist de gedachte is die me overeind houdt? Ik speel wat met zijn haar, dat zo warrig, kleverig en aan de achterkant bebloed is. We willen ons water niet aan hem verspillen - ik zou het geen verspillen noemen, maar dat doen zij wel - dus laten we - ze - het maar zo.

Het ergste is dat ik weet dat ik dit kan oplossen. Maar ze zullen me hem nooit mee laten nemen naar boven.

Het ziekenhuis weet hoe ze dit moeten oplossen. Die automatische robots daar weten meteen wat het is en hoe ze het moeten oplossen. Met robots hebben ze vaak hetzelfde probleem, dat ze beschoten zijn tussen hun belangrijke draden. Dan halen ze het er heel verfijnd uit en leeft de robot nog lang en gelukkig.

Maar genezen hersenen net zo snel? Genezen hersenen wel? God, ik wou dat ik die vraag gesteld had tijdens mijn opleiding.

'Vince... Laat me niet achter. Ik weet niet of je me kunt horen... Maar alsjeblieft?' Ik leg mijn hoofd naast hem neer op de koude grond. Het machinetje biept nog eens, om aan te tonen dat zijn hart weer even stilstaat. Ik weet ondertussen wat ik moet doen. Op z'n hart drukken tot het weer goed is. Ik geef m'n volle kracht terwijl ik niet probeer te huilen en duw. 'Bij ons blijven, Vince! Bij mij!' Hij luistert. Het ritme van het machinetje wordt weer regelmatig. 'Godzijdank', fluister ik. Daarna leg ik me weer neer. Dit is altijd zo'n paniekmoment.

Thomas rolt om in zijn slaap en legt daarbij zijn arm over Hope heen. Het is zo'n vriendelijk gebaar dat ik de ruzie van daarnet even vergeet. Wat zou ik graag zo'n moment hebben met Vince...

Ik sluit mijn ogen even en leg mijn hoofd wat dichter naar hem toe. Die menselijke warmte die hij normaal uitstraalt, voel ik nu niet. En als robot kan ik hem niet warm houden. Ik ben van ijzer. Ik ontrek alleen maar warmte om mezelf groter te maken. Als reactie op die gedachte verschuif ik mezelf wat naar de andere kant, waar het minder warm is. Hoe koud Vince ook aanvoelt, hier is het nog altijd kouder. Dat is positief, toch?

'Hou je van hem?' Ik open terug mijn ogen en zie dat Hope ons nadenkend aankijkt. Ik kan geen antwoord geven. Hoe moet ik nou weten wat liefde is? Ik ben een wezen gemaakt van ijzer en logica. Ik heb geen échte emoties, alleen maar ingeplante chips die zodanig ingesteld zijn dat ik ga denken dat ik weet hoe Emoties moeten voelen. Alleen logica.

Ik steun op mijn ellebogen om haar aan te kunnen kijken. 'Dat weet ik niet.'

Ze denkt nog even na, waarbij ze haar hoofd schuin houdt. 'Liefde is vlinders in je buik. Liefde is alles voor die persoon over hebben, en met alles dus ook je leven. Liefde is dat gevoel dat je krijgt als je die ene persoon aanraakt. Die vonken...' Vonken? Ik denk aan Vince en mij wanneer we elkaar aanraken... Ik dacht dat de vonken uit mijn besturingssysteem kwamen... 'Maar wat vraag ik ook. Je leeft niet, jij kunt dat niet voelen. Maar ik zeg je dit: liefde is vooral vertrouwen. Volgens mij zal Vince je niet meer vertrouwen wanneer hij wakker wordt...' Ze glimlacht triomfantelijk.

Ik frons en houd mijn hoofd net zo schuin als het hare. 'Nou, bedankt.' Ik ga niet in op haar 'Vince gaat je niet leuk meer vinden'-toevoeging.

Hope glimlacht en haalt haar schouders kort op. 'Geen dank hoor.'

We zijn even stil. Van alle overlevende mensen hier is Hope de enige die echt tegen me praat met volzinnen, kwaad of niet. De anderen zeggen meer iets van 'hmm' en 'nee' of 'ga weg'. Kris is een uitzondering, hij praat wel tegen me als de rest slaapt, maar wanneer ze wakker zijn doet hij mee met de korte antwoorden. Vuile verrader.

'Ik kan Vince helpen', zeg ik uiteindelijk. Ze kijkt me aan met samengeknepen ogen. Ze vertrouwt me voor geen cent.

'Waarom zou je dat doen? Je houdt niet eens van hem.'

'Maar ik geef wel om hem!', zeg ik zo fel dat ik er zelf van verschiet. 'Meer dan jou, alleszins, aangezien jullie me hem niet laten helpen.' Dat laatste zeg ik erg stil. Maar Hope, met haar primitieve mensengehoor, vangt het toch op.

'En hoe zou jij hem willen helpen?!' Ze gaat kwaad rechtstaan. 'Je zou hem alleen maar pijn doen met hem wakker te maken! Als hij hoort dat je hem al die tijd bedrogen hebt, zal hij kapot zijn! Daarbij, waarom zou ik je vertrouwen? Je vertelde me zonet dat je een robot bent en je hebt ook nog verzwegen dat Ellen er ook één was!'

Ze heeft gelijk. En dat weet zij, en dat weet ik.

'Ik kan er niks aan doen dat jullie zo dom zijn!' Hope zet haar handen op haar heupen.

'Nu laat ik je hem zeker niet meenemen!'

'Ik moet jouw toestemming niet hebben, vuil me...'

'Hou op!', klinkt het van achter Hope. 'Hou op met dat domme gekakel! Wat zijn jullie, 5?' Het is Valentine. Haar eerste volle zin in dagen. 'Jullie maken iedereen wakker.'

'Alleen jou, zo te zien.' Ik grijns gemeen. Als zij bitchy mogen doen, dan mag ik dat ook.

Valentine rolt met haar ogen. 'Je nacht zit er op. Ga slapen.'

'Ik ben je huisdier niet, mens. Ik beslis zelf wel wanneer ik niet meer bij jullie wil zijn. Slapen is trouwens een menselijke zwakte.' Hope doet haar mond open, maar ik ben haar voor. 'Jij zou ook beter terug gaan slapen, Hope, misschien zie je er dan beter uit. Al is daar weinig kans op...' Haar mond valt open, maar klapt dan weer toe. Verontwaardigd draait ze zich om en legt zich neer zo'n twintig meter bij ons groepje vandaan. Haha. 'Jij misschien ook, Valentine?'

Ze kruist haar armen. 'Jij bent ook zo humeurig als je te weinig slaap krijgt, Kimberley.' Ik haal mijn schouders op.

'Dat is jouw probleem niet.'

'Dat ik er niet uitzie, is ook niet de jouwe', kaatst ze terug. God, wat is ruziën vermoeiend. Misschien toch maar in slaaptoestand gaan...

Even overweeg ik het, maar als ik de moordlustige blik in Valentines ogen zie, bedenk ik me vlug. Nee, deze nacht ga ik niet slapen.

Zo'n vijf uur later wordt iedereen langzaamaan wakker. Ik heb niet geslapen, noch deed Valentine. Hope was zo'n rillend hoopje ginder ver, zij zal ook wel niet geslapen hebben.

Als ochtendritueel neemt iedereen een zuurstofpil in. Ze hebben zo'n hele doos mee. Er zitten er wel honderd in! Als ik die steel, dan zijn ze na 24 uur wachten dood. Ik grijns in mezelf. Mensen laten zo makkelijk hun zwakke plekken zien.

Kris kijkt me af en toe zijdelings aan, alsof hij iets wil duidelijk maken. Ik snap hem niet, dus na de vijfde keer begin ik hem te negeren.

Zo gingen die drie voorbije dagen dus voorbij. Zittend, pratend, stilletjes lachend, fluisterend en wijzend, overleggend, maar vooral saai. Ik doe alleen mee aan het zit-gedeelte. Maar ik ben vastbesloten daar verandering in te brengen. 'Zijn er andere overlevenden? Falk, bijvoorbeeld? Of misschien Shari?'

Er draaien vier menselijke hoofden in mijn richting. Ze kijken me allemaal stuk voor stuk geïrriteerd aan. Ik houd mijn handen als overgave omhoog. 'Sorry hoor, het was maar een vraag.'

Kris twijfelt als hij wel antwoord zou geven. Uiteindelijk zegt hij: 'We zijn iedereen kwijtgeraakt in de tunnels.'

'We kunnen teruggaan om te kijken', stel ik voor. Maar dat vinden drie van vier mensen nogal verdacht.

'Om je vriendjes op te zoeken, zeker?', zegt Thomas.

'Ja, en ons verraden!', roept Valentine.

'Wil je hun wapens stelen en ons neerschieten dan?', sist Hope. Wat een domme opmerking. Op mezelf heb ik al een heel leger aan wapens mee. Ik zucht.

'Laat maar, oké? Ik wou gewoon weten hoe de situatie er voor staat, want hier blijven is geen oplossing.' Ik leg mijn hoofd terug tegen de koude, vochtige muur en sluit mijn ogen.

Even later hoor ik uit Kris' mond: 'Ze heeft gelijk.' Verwonderd open ik mijn ogen, maar hef mijn hoofd niet op. 'We kunnen het proberen. Misschien kunnen we wat eten halen.'

Weer reageren ze alle drie tegelijkertijd, alle drie verontwaardigd:

'Ben je helemaal gek geworden?!'

'Overgelopen van team?'

'Tsss!'

'Hou jullie verdomde mond, vleeshopen, of ik schiet jullie stuk voor stuk neer!', schreeuw ik over de commotie heen, zwaaiend met mijn ijzeren onbedekte hand, zodat ze ophouden met hun vlezige mondje open te doen. 'Dank jullie wel. Kris, doe maar verder.'

'Als we Kimberley en Valentine op heb afsturen, dan weten we als de Koepel veilig is. We kunnen terugkeren en de rest opzoeken. Ze kunnen niet verder dan de tunnels zijn, zo dom zijn ze niet.' Het idee begint door te dringen. Toch nog wat hersens in die botte schedel.

'Waarom Kimberley?', vraagt Thomas na een korte stilte terwijl Valentine protesteert.

'Ik ga níet met haar de Koepel in. Ik vertrouw haar voor geen meter!' Ik zucht en kijk haar aan met zo'n blik die zegt 'écht? Ga je zo beginnen?'. Ze kijkt kwaad terug, het lijkt wel alsof ze haar tong gaat uitsteken, maar het net niet doet.

'Zet je over je trots heen, aap! Dit is voor het goede doel! Dan kan Kris Vince verzorgen met deftige instrumenten en heb je een plek waar je veilig bent.' Dat laatste is niet helemaal waar. Als het al leeg is, dan zullen de robots zeker camera's geplaatst hebben of boobytraps of zo. Ik ben niet dom. En Camèra al zeker niet.

Dan kom ik op een idee dat ze wel moeten accepteren. 'Als je meegaat én de Koepel is leeg, dan vertrek ik. Ik verraad jullie niet, ik praat nooit meer over jullie of tegen jullie. Je bent van me af.' Het viertal kijkt elkaar nadenkend aan. Kris haalt zijn schouders op en kijkt weg naar alles behalve mij.

'Oké', zegt Valentine zakelijk, 'maar je vertrekt niet. Je blijft, maar we mogen je uit elkaar halen voor onderzoek. Oké?' Hope vertoont plots de verschijnselen van een glimlach die ze wil inhouden om serieus te blijven. Ik heb je wel door, snol.

'Je hebt mijn voorwaarden verdraait.'

'Ik doe wat jij wilt, jij doet wat ik wil. Dat klinkt eerlijk, niet dan?' Dat klinkt het inderdaad, maar dat betekent niet dat ik het leuk vind. Accepteren met dat aanbod is ook mijn dood accepteren. 'En als de Koepel ingepalmd is, dan eis ik dat je bij mij blijft. Je loopt niet naar je soortgenootjes, roept niet naar ze, trekt niet eens hun aandacht. Begrepen?' Ik kijk Valentine koeltjes aan. Ik wil eigenlijk niet dood, maar met elke seconde dat ik blijf aarzelen, wordt de kans dat we Vince redden steeds kleiner en kleiner. Dus zeg ik: 'Ja.'

We vertrekken nog geen uur later. Het is een tijdje wandelen, maar Valentine draaft het tempo goed door. Ik denk dat ze gedreven wordt door de gedachte aan mijn naderende dood. Wreed, maar ze maakt tenminste voort. Het duurt een tijdje, maar uiteindelijk komen de tunnels me bekend voor en weet ik dat het niet ver meer is.

'Sluipen we gewoon binnen?', fluister ik, want robots hebben een uitstekend gehoor. Het is een wonder dat ze onze stappen nog niet gehoord hebben. Vooral Valentine haar harde stappen en af en toe een huppeltje naarmate we dichter komen. Ze kijkt zéker uit naar mijn dood.

'Ja', zegt ze luidop terug, 'er is een zetel waarachter we kunnen schuilen net na de poorten. Gelukkig staan ze open.'

'Hoe zie je dat?' We zijn op zo'n vijftig meter van de laatste bocht.

'Daar', ze wijst naar een putje in de muur.

'Wat is daarmee?'

'Het flikkert om de vijf minuten eens groen. Vijf seconden geleden waren er blijkbaar weer vijf minuten over.'

'Wil je wat zachter praten? Als er daar lev...' Ik had bijna "leven" gezegd,'... Technologie is, dan kunnen ze je piekfijn horen.'

'Dan schiet ik dat schroot neer.' Ik schud met mijn hoofd. Hopelijk weet ze ook wel dat ze dat niet overleeft. We gaan de bocht op, en op dit punt zwijgen we.

Volgens mij wandelt Valentine nu nog sneller. We stappen op het perron dat naast de sporen ligt en betreden de duisternis, waarbij we zo dicht mogelijk bij de muur aanlopen. En dan, eindelijk, komen we in het hart van de Koepel terecht.

'Zozo, dat ziet er veelbelovend uit...'

Продовжити читання

Вам також сподобається

De dag dat de wereld verging Від Mira

Наукова фантастика

11 5 6
De wereld is veranderd, De wereld is gebroken, De wereld is aan het huilen, De wereld is toe aan een nieuwe start. (niet af, en ga hem waarschijnli...
Adventure of The Bolt Від TheBolt

Наукова фантастика

9 1 1
The Bolt
Turentaly Від Esmeindisguise

Наукова фантастика

1 0 1
De toekomst is niet wat het geweest is. Hij is duister, maar kan vermeden worden. Wat wij nu doen beïnvloed de toekomst. Doen wij genoeg?