(Uitverkoren 3) De macht

By MissTop40

21.7K 1.9K 550

Om haar vader in leven te houden, moet Deia voldoen aan eisen die Nestor stelt. Doet ze dit niet dan zal ze h... More

1.1
1.2
2.2
3.1
3.2
4.1
4.2
5.1
5.2
6.1
6.2
7.1
7.2
8.
9.
10.
11.1
11.2
12.
13.1
13.2
14.1
14.2
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.

2.1

699 67 12
By MissTop40

Het is dat Arthur mijn hand vasthoudt, anders was die slap langs mijn lichaam gevallen. Met een zachte ruk maak ik me alsnog los uit zijn greep. Mijn blik kruist de zijne en in zijn ogen zie ik dat hij al weet wat ik ga doen.

"Het spijt me," kan ik alleen maar fluisterend uitbrengen.

Nestor schraapt zijn keel om de aandacht weer naar zich toe te trekken. "Je mag met welke andere jongen dan ook trouwen. Zoek maar iemand uit. Ik zal ervoor zorgen dat je dit keer in ieder geval een eigen trouwring krijgt."

Hoofdschuddend staar ik naar de ring om mijn vinger. Ik wil geen eigen trouwring. Ik wil dat Arthur bij me blijft.

"Zo jongedame, aan jou de keuze. Ga je op deze eisen in of wordt het toch de doodstraf voor je dierbare vader?"

Het lukt me niet om mijn blik uit die van Arthur los te rukken. Ik wil nog honderd keer tegen hem zeggen dat het me spijt, nog duizend keer, maar er komt geen geluid uit mijn keel. Dankzij mij is nu ook zijn toekomst kapot.

Arthur slaat zijn ene arm om mijn middel en de andere om mijn bovenlichaam. Als in slowmotion komen zijn lippen op me af. Zijn kus is zo intens dat het met naar adem doet happen.

Als hij eindelijk – duidelijk met tegenzin – zijn lippen van de mijne haalt, kijkt hij me nog één seconde lang doordringend aan voordat hij zich van me losmaakt en zwijgend naar zijn vader toe loopt. Vlak achter Nestor blijft hij staan en draait zich om, zijn blik strak op mij gericht.

De consul lijkt nog steeds te vragen om een antwoord, als is het overduidelijk wat ik zal doen. Hij wil het me horen zeggen.

Ik slik moeizaam. "Ik ga voor de eisen."

"Heel verstandig van je," vindt Nestor. "Dus waar wacht je nog op? Ga je je huwelijk nog ontbinden of hoe zit dat?"

"Ho even," klinkt een stem vanuit het volk. Met een paar grote passen stapt een gestalte op me af. Het is Marlon, mijn voormalig persoonlijk beveiliger, die naast me komt staan en de consul strak aankijkt. "Hoe weten we zeker dat u Vidar echt vrijlaat? We willen bewijs zien dat hij nog leeft en dat hij de rest van zijn dagen niet in gevangenschap zal doorbrengen."

Nestor knijpt zijn ogen tot spleetjes. "Bemoei je er niet mee, Acirus. Wil jij zijn plek innemen?"

"Ik wil bewijs," houdt Marlon vol.

"En waarom zou er iemand naar jou luisteren?"

Het wordt tijd dat ik ingrijp, voor dit nog verder uit de hand loopt. "Omdat ik anders het huwelijk niet ontbind en dus met Arthur getrouwd blijf. Pas als ik bewijs heb gezien, zal ik alle eisen inwilligen. Nog meer dan dat. Dan trouw ik met Marlon."

De jongen naast me knippert verward met zijn ogen. "Wacht, wat? Vraag je me nu ten huwelijk?"

Nee idioot, ik dwing je mijn spelletje mee te spelen. Maar dat zeg ik natuurlijk niet hardop. In plaats daarvan laat ik mijn hand in de zijne glijden. Liefjes glimlachend kijk ik hem aan. "Ja. Nu hoeven we onze liefde niet meer verborgen te houden. Eindelijk krijg ik de kans om met mijn echte, ware liefde te trouwen." Het kost me moeite om gelukzalig naar hem te blijven lachen terwijl ik dit zeg, maar het is voor het goede doel. Nestor laten denken dat hij mijn leven er alleen maar beter op maakt met die eisen van hem. Al weet ik bij nader inzien niet of dit wel zo'n goede zet is.

Als ik weer naar de consul wil kijken, maak ik de fout om de blik van Arthur te vangen. Hij ziet er door en door gekwetst uit. Niet alleen omdat ik afstand van hem heb genomen, maar ook vanwege Marlon. In zijn ogen is te zien dat hij het moeilijk vindt om in te schatten hoeveel er waar is van dit vreselijke toneelstukje. Ik hoop maar dat hij overtuigd genoeg is van mijn liefde voor hem om te begrijpen dat ik nooit iets met Marlon zou beginnen. Al kan ik het hem ook niet kwalijk nemen als hij dat wel zou doen. Marlon en ik hebben tenslotte al eens gezoend.

"Goed," bromt Nestor. "Carver, ga de gevangene halen en breng hem naar de rechtbank." Hij werpt het hoofd van de soldaten een strenge blik toe.

"Wordt geregeld, hoogheid," zegt soldaat Carver en hij haast zich weg.

Tevreden kijkt Nestor weer naar mij. "Zo, laten wij maar eens een bezoekje brengen aan de rechter. Ga je ook mee, Arthur?"

Ik sla mijn ogen neer als ik achter de consul aan richting de rechtbank loop. Ik wil de pijn niet van Arthurs gezicht af hoeven lezen. Ik ben alleen maar slecht voor hem geweest. Wat dat betreft is het maar beter ook dat er vandaag nog een einde komt aan ons huwelijk.

In de rechtszaal is Fergus DeLisle, de vader van Arachne, zoals gewoonlijk druk in de weer met allerlei contracten en andere juridische zaken. Verbaasd kijkt hij op naar de groep mensen die onaangekondigd zijn domein betreedt. "Nestor. Wat kan ik voor je doen?"

"Ik heb hier twee mensen die hun huwelijk graag zouden ontbinden."

Die zin klopt niet. Hij heeft helemaal niemand bij zich die een huwelijk wil ontbinden, alleen twee personen die daartoe gedwongen worden.

"Aha," knikt Fergus. "Om welk huwelijk gaat het?'

Ik haal diep adem en zet dan een stap naar voren, zodat ik recht voor zijn werktafel sta. "Dat van Arthur en mij."

"Na een week al? Dat hebben jullie dan ook niet lang volgehouden," merkt de rechter droogjes op. Iets in zijn houding doet me afvragen of hij niet allang weet dat Arthur met zijn dochter gaat trouwen. Het lijkt me onwaarschijnlijk dat Nestor hem niet meteen in zou lichten. Die twee zijn dikke vrienden. Eén van de zoveel redenen waarom Arachne de perfecte huwelijkskandidaat is voor de consulszoon.

"Zorg er maar voor dat het geregeld wordt. Ik sta hier niet voor mijn lol." Ik weet wel dat het niet beleefd is om de rechter zo af te snauwen, maar ik heb nu even geen zin om beleefd te doen. Ik heb al genoeg aan mijn hoofd met die eisen en mijn vader en alles.

Een hand landt op mijn schouder. Het is Marlon die in mijn oor fluistert. "Zou je dat nou wel doen? We hebben nog steeds geen bewijs gezien dat hij überhaupt nog in leven is."

Dat zal best, maar mijn leven wordt hoe dan ook verwoest. Ik kan het risico net zo goed lopen. Arthur ben ik toch al kwijt. "Laat maar, Marlon. Ik wil ervan af zijn."

Fergus begint tussen zijn papieren te rommelen en haalt er iets tussenuit. "Hier heb ik een scheidingsformulier. Als jullie daar allebei je handtekening en de datum van vandaag onder zetten, is het geregeld."

"Prima. Heeft u een pen?" Inmiddels is mijn stem dik van de ingehouden tranen, maar ik weet het tenminste voor elkaar te krijgen om niet ter plekke in huilen uit te barsten.

"Die heb ik zeker." Fergus grist een pen van zijn werktafel en geeft die aan mij.

Ik lees de tekst die op het formulier staat niet eens door, maar zet meteen mijn handtekening. Ik meende het. Dit kan maar beter zo snel mogelijk achter de rug zijn.

Na mij is het de beurt aan Arthur. Hij laat zijn blik wel eerst vluchtig over de regels schieten voordat hij de punt van de pen richting het papier brengt. Uiterst langzaam zet hij zijn handtekening, alsof het iets uitmaakt of ons huwelijk nog een paar seconden langer duurt. Dan drukt hij twee vingers tegen de plek waar mijn handtekening staat. Ik hoop maar dat de inkt geen vlekken op zijn vingers achterlaat. Tenzij ons huwelijk daardoor weer geldig verklaard wordt, dan mag hij wat mij betreft helemaal onder de vlekken komen te zitten.

Uiteindelijk draait hij zich om en sjokt met hangende schouders naar de deur waardoor we ook binnen zijn gekomen. Zonder acht te slaan op zijn vader, of wie dan ook, sloft hij naar buiten.

Het doet me pijn om hem zo ongelukkig te zien. Nog meer pijn doet het om te realiseren dat het mijn schuld is. Dit gaat hij me nooit vergeven. Ik ben mijn grote liefde voor altijd kwijt. Net als mijn moeder, alleen is het bij Arthur en mij niet de dood die tussen ons in staat.

Arthur is nog maar net door de deuropening verdwenen als soldaat Carver erdoor naar binnen komt. Mijn hart maakt een sprongetje als ik zie dat hij iemand achter zich aan sleept. "Pap!" Blij ren ik op hem af.

Op een beter afstand blijf ik staan. Mijn vader ziet er slechter uit dan ik hem ooit heb gezien. In feite is hij slechts herkenbaar aan zijn donkere haar dat futloos langs zijn gezicht hangt. Hij is nog magerder geworden en zijn kleren zitten vol vlekken van opgedroogd bloed. Zijn handen zijn achter zijn rug geboeid, wat hem een extra hulpeloze uitstraling geeft. Maar het meest opvallende is de brandwond op zijn wang die hij heeft opgelopen toen de gevangenis afbrandde. Dit is de eerste keer dat ik de verschroeide en bobbelige huid bij daglicht zie. Het geeft me het gevoel dat dit mijn vader niet meer is, ook al weet ik dat dat een belachelijke gedachte is.

Hij glimlacht zwakjes als hij me ziet. "Deia." Mijn naam komt met veel moeite over zijn gebarsten lippen. Hebben ze hem de afgelopen week wel iets te eten of drinken gegeven?

"Pap, wat goed om je weer te zien. En je bent vrij nu. Ik heb mijn huwelijk met Arthur verbroken om je weer te kunnen zien."

Mijn vader staart me alleen maar aan alsof zijn hersens de afgelopen week zo ernstig beschadigd zijn dat hij geen normale zinnen meer kan begrijpen. Het zou me niks verbazen. Maar dan dringt het tot me door.

"O, dat weet je natuurlijk nog helemaal niet. We waren getrouwd."

"Dat had je voor mij niet hoeven doen." Hij wendt zijn blik af, alsof hij zich ergens schuldig over voelt.

"Wacht even," onderbreekt Nestor ons gesprek. "Deianeira, voordat ik je vader definitief vrijlaat, wil ik je op het hart drukken dat er serieuze sancties op staan als je de eisen alsnog overtreedt. Mocht je op welke wijze dan ook niet gehoorzamen dan zal ik een passende straf verzinnen."

"Dat is goed. Laat hem nu alstublieft gaan." Ik kan echt niet langer aanzien hoe hij daar zo zwak op zijn benen staat, alsof hij elk moment kan instorten om het voor altijd te begeven.

Nestor knikt naar Carver en die maakt de handboeien los. Pap wankelt even als hij zijn armen weer beweegt. Zo te zien is het al lang geleden dat hij dat heeft kunnen doen.

Bezorgd sla ik mijn armen om hem heen. "Wat hebben ze in vredesnaam allemaal met je gedaan? Je ziet er vreselijk uit. Kom, we gaan meteen naar huis om je een beetje op te knappen."

"Dat lijkt me geen goed idee," klinkt de stem van Marlon achter me. "Jij moet nu naar school. Je examen begint zo."

"Ik ga dat examen niet maken. Dit is belangrijk."

"Niet zó belangrijk. Ik breng je vader wel naar huis en zorg dat je moeder ervan op de hoogte is. Jij gaat naar school. Vanavond kun je voor hem zorgen."

"Hij heeft gelijk, Deia," brengt pap moeizaam uit. "Haal je diploma. Ik heb het niet gedaan, jij moet het wel doen." Dan draaien zijn ogen weg en zakt hij in elkaar op de grond.

Paniekerig kniel ik naast hem neer. "Pap, gaat het? Hoor je me? Iemand, doe iets!"

"Kan er iemand een glas water halen?" Ondanks de situatie klinkt Marlons verzoek meer als een bevel.

"Ik ga wel," klinkt plotseling een bekende stem. Als ik opkijk, zie ik Nevis staan. Wat doet zij hier?

Marlon ziet haar ook, want in zijn ogen verandert iets. Sinds ik weet dat hij verliefd is op haar, ben ik hem met hele andere ogen gaan bekijken. "Dank je, Nevis."

Mijn vingers gaan door mijn vaders lange haar. Er zitten overal klitten in. "Alsjeblieft pap, niet doodgaan. Dat mag niet. Je bent net vrij."

"Ik zorg ervoor dat hij niet doodgaat, oké?" zegt Marlon. "Ga jij maar naar school. Als je terugkomt, is hij weer bij."

Ik wil weigeren, maar dan schieten zijn laatste woorden weer door me heen. Hij heeft zijn diploma niet gehaald en wil dat ik dat wel doe. Dit is mijn enige kans.

Met een zucht kom ik overeind. "Oké, maar ik kom meteen naar huis als ik het laatste antwoord op heb geschreven."

"Dat is prima. En als er iets gebeurt dan beloof ik dat ik het je meteen laat weten."

"Fijn," verzucht ik opgelucht. "Dan ga ik maar. Tot straks misschien."

"Tot straks." Marlon knijpt even in mijn hand. "Mijn toekomstige vrouw."

Dat is genoeg om me haastig naar de deur te doen strompelen. Ik wil even niet meer herinnerd worden aan wat ik tegen Nestor gezegd heb. Ik moet de dingen een voor een aanpakken. Eerst dat examen maar eens maken.

Terwijl ik naar school toe loop, probeer ik mijn ademhaling weer een beetje onder controle te krijgen. Me daarop focussen zorgt er tenminste voor dat ik even niet met andere dingen bezig ben. Het lukt me zelfs om dat vol te houden totdat ik het schoolplein bereik.

Op het bankje aan de rand van het plein zit Arthur naar zijn aantekeningen te staren. Mijn hart wordt verscheurd als ik de pijn op zijn gezicht weer zie. Bijtend op mijn lip stap ik op hem af en ga naast hem zitten. "Het spijt me echt heel erg."

"Wat? Dat je met Marlon gaat trouwen? Je ware liefde?"

"Je weet best dat dat niet waar is. Ik begrijp ook niet waarom ik dat zei. Nou ja, behalve dan om je vader te laten denken dat hij mijn leven niet helemaal verwoest heeft, maar dat had ik natuurlijk niet moeten doen. Jij bent mijn ware liefde."

"Het leek je anders behoorlijk makkelijk af te gaan om te doen alsof het niet zo was."

"Arthur..." Ik weet niet wat ik tegen hem moet zeggen om het goed te maken. Misschien komt dat omdat ik het niet goed kan maken. Ik heb alles voorgoed verpest. "Ik hou echt van je. En kijk, ik heb deze nog." Ik hou mijn hand met de ring omhoog.

Arthur haalt alleen maar zijn neus op. "Die is niet eens van jou, maar van je moeder."

"Maar jij hebt hem om mijn vinger gedaan. Weet je waarom ik hem er niet af doe? Omdat dit het laatste is wat ik van jou zal hebben."

"Niet waar. Mijn spullen liggen nog bij jou thuis." In al die tijd heeft hij me nog steeds niet aangekeken. Dat frustreert me.

"Wedden dat die straks weg zijn? En anders krijg je wel weer nieuwe. Jouw familie kan dat betalen."

Eindelijk kijkt hij op, alleen is de woede in zijn ogen niet wat ik hoopte te zien. "Gaan we weer het zielige arme meisje uithangen?"

"Nee. Ik ga naar binnen. Veel succes met je examen." Ik buig me naar hem toe en laat mijn lippen nog één keer de zijne raken. Dan sta ik op en zet koers richting schoolgebouw.

"Deia?"

Verwachtingsvol draai ik me om.

"Jij ook succes."

Als vanzelf trekken mijn mondhoeken omhoog. "Dank je."

De glimlach blijft op mijn gezicht kleven tot ik allang binnen ben. Misschien kunnen Arthur en ik op z'n minst vrienden blijven, ook al zal Nestor dat nooit accepteren. Ik wil hem niet helemaal uit mijn leven wissen.

Continue Reading

You'll Also Like

11 5 6
De wereld is veranderd, De wereld is gebroken, De wereld is aan het huilen, De wereld is toe aan een nieuwe start. (niet af, en ga hem waarschijnli...
53.6K 4.2K 43
Na de Eliminatie verandert Deia's leven volledig. Eén gebeurtenis op een feest ter ere van de overwinnaars zet een serie gebeurtenissen in gang waard...
1.6K 103 47
Wanneer er vreemde dingen gebeuren, komt Liva erachter dat ze een gave heeft. Informatie opzoekend en doodsbedreigingen krijgen van de bewoners van D...
61 4 5
Dit is een boek waarin ik mijn fantasie verwerk. Je zult hier vele referenties vinden naar films, boeken, series of andere dingen. Het zullen niet al...