Het boek der eerlijkheid

By Mystery_Writers_

14.9K 939 511

Dit boek is bedoeld voor het anoniem plaatsen van eerste hoofdstukken. Waarom anoniem? Omdat de meningen dan... More

De uitleg
Mystery Writer nummer één
Mystery Writer nummer twee - The dancer and the bad boy
Mystery Writer nummer drie - How to get your dragon
Mystery Writer nummer vier - The end
Mystery Writer nummer vijf - Art
Mystery Writer nummer zes - Myra
Mystery Writer nummer zeven - Hattered
Mystery Writer nummer acht - Offline
Mystery Writer nummer negen
Mystery Writer nummer tien - Two in one
Een testje der eerlijkheid
De Mystery Writers
Mystery Writer nummer elf - Mijn naam is Bo
Mystery Writer nummer twaalf -
Mystery Writer nummer dertien - Lief dagboek
Mystery Writer nummer veertien - Get it done!
Mystery Writer nummer vijftien - Messteken
Mystery Writer nummer zestien - Engelbewaarder
Mystery Writer nummer zeventien - Broken
Mystery Writer nummer achttien - Nee
Mystery Writer nummer negentien - Slaap zacht
Mystery Writer nummer twintig - Changing life (Engels)
BELANGRIJKE MEDEDELING
Een testje der eerlijkheid
De Mystery Writers
Mystery Writer éénentwinting
Mystery Writer tweeëntwintig
Mystery Writer drieëntwintig - Bezigheidstherapie
Mystery writer vierentwintig
Mystery Writer vijfentwintig - Het kind van Eragaux
Mystery Writer zesentwintig
Mystery Writer zevenentwintig
Mystery Writer negenentwintig
Mystery Writer dertig - Vloed
Testje der eerlijkheid
De Mystery Writers
Goed begonnen is half gewonnen!
Mystery Interview
Mystery Writer éénendertig
Mystery Writer tweeëndertig - Snode plannen
Mystery Writer drieendertig - Black Magic
Mystery Writer vierendertig
Mystery Writer vijfendertig - Here is to the mondays
Mystery Writer zesendertig - Toch maar geen pizza
Mystery Writer zevenendertig - Het laatste gevecht
Mystery Writer achtendertig - Nothing but the beach
Mystery Writer negenendertig - Anders
Mystery Writer veertig - Leanne's Zwaard
Belangrijke mededeling!
Een testje der eerlijkheid
De Mystery Writers
Mystery Writer eenenveertig
Mystery Writer tweeënveertig
Mystery Writer drieënveertig -Eerste schooldag-
Mystery Writer vierenveertig - Gewoon Zoë -
Mystery Writer vijfenveertig
Mystery Writer nummer zesenveertig
Mystery Writer nummer zevenenveertig - Dag des Oordeels
Mystery Writer nummer achtenveertig - A New Sydney Chapter
Mystery Writer negenenveertig
Mystery Writer vijftig
Een testje der eerlijkheid
De Mystery Writers
Mystery Writer eenenvijftig - I'll see you there in Neverland
Mystery Writer tweeënvijftig - Danger
Mystery Writer drieënvijftig
Mystery Writer vierenvijftig - Dear Bully
Mystery Writer vijfenvijftig
MELD JE AAN!!
Mystery Writer zesenvijftig
Mystery Writer zevenenvijftig

Mystery Writer achtentwintig

155 11 4
By Mystery_Writers_

Waarin ik mijn geweldige, maar bescheiden leven omschrijf

Een wijze man genaamd Winston Churchill zei eens: "Alle grootse dingen zijn simpel en veel kunnen worden uitgedrukt in slechts één woord: vrijheid, gerechtigheid, eer, plicht, genade, hoop."
Deze uitspraak zegt trouwens ook dat mijn leven alles behalve groots is, want ik ben te gecompliceerd om slecht in één woord beschreven te kunnen worden.

Bedankt, Winston.

Noem me egoïstisch als ik zeg dat ik niet in één woord kan worden beschreven. Noem het interessant-doenerij als je dat wilt. Maar het is de harde waarheid. Ik was nooit voorbestemd om een groots leven te leiden waarin ik het leven van honderden mensen veranderde, zoals Churchill, of door mijn genialiteit de term "intelligentie" aan mijn naam werd gekoppeld, zoals Einstein. Dat ben ik totaal niet, hoewel Benjamin Franklin en ik dezelfde voornaam delen.
Nee, mijn leven bestaat uit opstaan, school, huiswerk, Julie en slapen. En hier en daar een beetje eten. Maar veel bijzonders is het ook niet.

Ik verlang niet naar een groots leven. Wat mij betreft is de vergetelheid zo slecht nog niet. Ik zou alleen willen dat ik het leven een beetje leuker kon maken, door bijvoorbeeld wat vrienden te maken op school of een naschoolse activiteit te gaan doen. Of bijvoorbeeld, door Brooklynn Monroe mijn vriendinnetje te maken.

Yep. Brooklynn Monroe.

Zij is wel in één woord te beschrijven: goddelijk.

Ze leid dan ook een groots leven, als populairste, knapste en liefste meisje van de school. Als ze naar je lacht, is het moeilijk om niet gelijk terug te lachen. Ze is mijn eeuwige crush, die teruggaat naar de peuterschool waar ze mij haar koekje gaf nadat de mijne op de grond was gevallen. Ze is één van de aardigste personen die ik ooit heb ontmoet. En ze is het vriendinnetje van de grootse, meest arrogante bad-boy van de school.
Noah Janson, de altijd-leren-jacks-dragende, problemen-zoekende, sterk-gebouwde "gangster" die met zijn "scherpe kaaklijn" en "imponerende ogen" de harten van vele meisjes wist te veroveren voor hij bij Brook aankwam.

En ik haat hem.

Niet alleen omdat ik denk dat hij Brook alleen gebruikt, nee, hij steelt, rookt en is gewoon een hele grote eikel. Ik snap niet hoe hij en Brook samen kunnen zijn. Die vraag komt bij me op wanneer ik twee McFlurry Kitkats bestel en terugloop naar het tafeltje waar Julie afwezig naar haar telefoon zit te staren.
Ik ga tegenover haar zitten en zet de ijsjes op tafel. Ze werpt er een blik op en gaat dan ongestoord verder.
'Nou, Juliette, jij ook nog een fijne verjaardag,' zegt ik sarcastisch. Ze klikt haar telefoon weg en stopt hem in haar broekzak. 'Ja, sorry. Ik ben er niet helemaal bij vandaag. Jij ook gefeliciteerd,' mompelt ze verontschuldigend.

Grappig verhaal eigenlijk: we zijn op dezelfde dag jarig. De eerste keer dat we elkaar ontmoetten was op onze vijfde verjaardag. Toen haatten we elkaar want ik had mijn kinderfeestje, en zij de hare, en omdat we dezelfde mensen uit hadden genodigd, hielden we een soort van competitie waarin degene met de meeste gasten een cadeautje kreeg van de verliezer. We zagen elkaar zelfs als vijanden.
Maar aangezien het hartje zomer was en iedereen op vakantie was, kwam er niemand en waren we gedoemd onze verjaardagen samen te vieren. Die middag heb ik haar op een ijsje getrakteerd omdat mijn vader me al vroeg had geleerd dat en hoe ik een gentleman moest zijn, en sindsdien waren we onafscheidelijk.
Drie verjaardagen later realiseerde ik me pas, toen er wéér niemand was gekomen, dat ze misschien wel helemaal niet op vakantie waren en gewoon niet wilden komen. Wie had er nou "toevallig" ieder jaar een afspraak bij de tandarts op 27 juli?

Maar nu zijn we aangeland bij mijn en Julie's zeventiende verjaardag in de zomervakantie voor ons laatste schooljaar, in een McDonalds terwijl het buiten regent. Wie houdt er nou niet van het weer in Nederland, toch?
De regen maakt me meestal wel rustig. Het getik op de ramen zorgt er altijd voor dat ik mijn hoofd leeg kan maken en even niet hoef te denken aan alle minder leuke dingen die die dag zijn gebeurt op school.

Behalve als het in hartje zomer regent, wanneer de zon eigenlijk zo hard hoort te schijnen dat als je niet oplet, het water uit je opblaasbad zo verdampt en je in een leeg zwembad springt en je been breekt.

Ik spreek uit ervaring.

Maar goed. Ik zit dus in de McDonalds van mijn McFlurry te snoepen wanneer ik merk dat Julie op het punt staat in huilen uit te barsten. Ze leunt namelijk met haar kin op haar hand en ze kijkt de hele tijd omhoog, alsof ze zo de tranen tegen probeert te houden. Haar donkere haar valt als een gordijntje voor haar gezicht. Ik pak een sliert vast en houd het omhoog zodat ik haar gezicht kan zien.

'Eh, Juul?'

Ze draait haar hoofd en kijkt me met grote ogen aan. Mijn gezicht betrekt. 'Heb ik iets fout gedaan? Wilde je misschien een andere smaak ofzo, of moet ik frietjes bestellen? Wil je-'

Ze onderbreekt me met een weemoedige lach. 'Nee, nee Ben. Dat is het niet.'

'Wat is het dan?'

Ze schudt haar hoofd.

'Juliette, ik ben een man. Ik kan geen gedachten lezen of op magische wijze weten wat er in je omgaat zoals jij dat altijd weet van mij. Ik kan nu zien dat je verdrietig bent en je moet me vertellen waarom dat is. Dus alsjeblieft, vertel het me.'
Hierom moet ze lachen en verschijnt er een twinkeling in haar ogen wanneer ze me aankijkt, maar die lach verandert al gauw weer in een trieste glimlach en haar ogen worden waterig.
Ze schudt haar hoofd weer. 'Oh, Bennie, kijk ons nou toch zitten.'

'Ik begrijp nog steeds niet wat je bedoelt.'

'Ik bedoel: kijk ons nou toch eens zitten. We eten ijs terwijl we thee zouden moeten drinken op een dag als deze. We zitten met regen opgescheept terwijl ieder ander nu ergens in een ver land de zon op zijn huid voelt branden. En bovenal: het is onze zeventiende verjaardag. Over een paar weken begint ons laatste jaar. Gaan we die net zo spenderen als alle andere hiervoor? Huiswerk maken en films kijken? Totaal geïsoleerd van alle anderen die naar feestjes gaan en dronken worden en hun maagdelijkheid verliezen, als dat al niet eerder is gebeurd? Wat moet er van ons worden, Ben?'

Daar heb ik geen antwoord op.
Natuurlijk, het liefste zou ik op de eerste dag een stunt uithalen die me een wildcard zou geven voor een jaar vol populariteit waarin ik Brooklynn voor me zou winnen en beste vrienden zou worden met een groepje uber-coole discogangers, maar dat zal nooit gebeuren, hoe hard ik ook zou proberen. Aan de andere kant vind ik het prima met Julie alleen. Ik houd wel van een routine. Misschien dat ik daarom op drumles wilde. Zodat ik het ritme kon bepalen en zo het nummer naar mijn hand kon zetten. Of misschien zit er helemaal geen filosofische, psychologische reden achter en wil ik er wel eens gewoon op los rammen.

Eén van de twee.

Ik staar haar even aan en ze slikt en slaat haar ogen neer.
'Maar ik dacht dat we hadden afgesproken dat we van dit jaar een awesome jaar gingen maken?' Ik trek een pruillip. Ze kijkt me aan en het duurt maar twee seconden voor er een glimlach op haar gezicht doorbreekt. Ze grinnikt. 'Derp.'

'Ik spreek geen gametaal, dat weet je toch?'

'Je zou het moeten leren. Dat blijf ik je zeggen.'

Ik glimlach en neem een grote hap van mijn ijsje waar ik spijt van krijg wanneer een plekje achter mijn linker oogbal vreselijk begint te bonken. Ik trek een gezicht. 'Auwie, brainfreeze.'

'Sukkel.'

'Drol.'

'Dank je.'

Als de pijn min of meer is weggezakt en ik mijn ogen weer kan openen, ontdek ik een ware grijns op het gezicht van Julie. Zulke bewaart ze alleen voor mij waneer ze echt vrolijk is. Misschien is ze wel ongesteld, aangezien haar stemming al drie keer is veranderd, dit uur. Afgelopen winter gaf ze er één prijs toen ik haar voor Kerst het dure parfum dat ze al maanden wilde gaf en ze het briefje las dat ik erbij had gedaan, waarop stond: "Kan ik eindelijk 's met je over straat zonder dat iedereen om zich heen zit te kijken om te zien waar de vistent staat. Liefs, de Kerstman".

Ze wist gelijk dat ik het was.

Van die dingen.

'Zie je, Julie, je hoeft je echt geen zorgen te maken. Het komt helemaal goed met jou. En met mij, nou ja, daar vinden we wel wat op. Toch?'
Haar stem klinkt zacht wanneer ze zegt: 'Ja. Ja, het komt wel goed. We gaan er een mooi jaar van maken, Bennie, het wordt een mooi jaar voor ons.' Ze neemt een hap van haar McFlurry die inmiddels wel enigszins gesmolten moet zijn. Ze laat de drap van haar lepel weer in het bakje vallen en trekt een vies gezicht.
'Moet ik hem voor je opeten? vraag ik hoopvol. Als antwoord schuift ze haar ijsje mijn kant op.

IJs is IJs, of het nou gesmolten is of niet.

Dan schuift de deur open en als ik mijn hoofd in de richting van de ingang draai, zie ik daar de reïncarnatie van de engel zelf.

Brooklynn.

Mijn ogen groeien zo groot als schoteltjes en ik vergeet even hoe ik moet ademhalen wanneer ze haar blonde haar over haar schouder gooit en met een air van zelfvertrouwen en charme naar een tafeltje vlak naast die van ons toeloopt. Ik draai mijn hoofd snel naar het raam, maar het is al te laat. Ze heeft me gezien.

'Ben?'

Haar stem klinkt zo liefelijk als madeliefjes in de frisse ochtenddauw. Ik knijp mijn ogen even samen en draai dan langzaam om. Ik pers er een glimlach uit en probeer mijn hand omhoog te heffen om te zwaaien, maar het proces wordt onderbroken doordat ik mijn hand tegen de onderkant van de tafel stoot. Ik wrijf erover.

'Auuwheeey Brook! Hoe... hoe, he- heey! Jij... jij ook h-hier?'

Oh nee God zeg me dat ik dat net niet zei.

Ik zie vanuit mijn ooghoek dat Julie de grootste moeite doet om haar lachen in te houden. Brook kijkt haar aan met een opgetrokken wenkbrauw.

'Hij heeft last van het raarheidssyndroom. Hoi Brooklynn.'

'Hey Juliette.'

Ze kijkt me nog een keer bezorgd aan, alsof ik echt ziek ben.

'Brook! Daar ben je!'
Mila, de vriendin van Brook, bijna net zo knap als zij, is in de deuropening verschenen en zwaait even wanneer Brook omkijkt. Ik kan nog veel van haar leren.
Brook gooit haar haren naar achteren en haalt daarna nonchalant haar schouders op. 'Eh, nou veel beterschap dan, hè,' zegt ze met een glimlach. Dan draait ze zich om en loopt naar Mila toe die haar een knuffel geeft en haar druk kwebbelend op de hoogte brengt van wat die en die nou weer hebben getweet.

Als ze buiten gehoorafstand zijn, laat ik mijn hoofd met een pijnlijke klap op de tafel vallen. Julie barst in lachen uit.

'Hahaha! Je had je hoofd moeten zien man! Onbetaalbaar!'

Julie weet natuurlijk van mijn crush af, en ik denk dat Brook ook wel een vermoeden heeft, maar nu heb ik dat toch wel duidelijk gemaakt.

'Kwam er echt niks anders bij je op?' hikt Julie schaterlachend.

'Ik was onvoorbereid!' breng ik in, maar het heeft geen zin: ze lacht te hard om me te kunnen horen. Mensen kijken om maar het kan haar niks schelen en na een tijdje begint de humor ervan ook tot me door te dringen. Ik lach met mijn hoofd in mijn handen terwijl ze de tranen uit haar ogen veegt.
Als we een beetje zijn bijgekomen, sta ik op en gooi de lege bakjes in de prullenbak. 'Ze wist wel je naam nog,' zeg ik tegen haar en ze knikt instemmend. 'Ja, we hebben Duits en Engels samen. Ik zit meestal voor haar.'
'Oh. Dat wist ik niet.'

Ik loop naar buiten, de parkeerplaats op, en wil net de straat oversteken om mijn fiets die daar staat te pakken, als ik bijna wordt aangereden door een zwarte peperdure Mercedes. De auto komt tot stilstand en toetert een keer hard waardoor ik nog erger schrik en een spastische beweging maak. En dan stapt de man van mijn dromen uit.

Correctie: de man van mijn nachtmerries.

Ik moet vol wanhoop toezien hoe dé bad-boy Noah Janson zijn auto parkeert, eruit stapt en met een kwaad gezicht mijn kant op komt lopen. Ik hoop met heel mijn hart dat hij gewoon langs me heen loopt en ik hoor Julie scherp ademhalen, maar de Goden hebben het niet goed met me voor vandaag.

'Kijk uit, dwerg. Je had bijna een deuk in mijn auto gemaakt.' Hij torent boven me uit en ik trek mijn hoofd naar achteren om onze neuzen elkaar niet te laten raken waardoor ik een rare onderkin creëer.
Dan trekt hij zijn hoofd terug en bekijkt me van top tot teen.
Hij grijnst een duivelse grijns. 'Wat is je naam?'

Ik weet niet zeker hoe ik op deze vraag moet reageren, dus ga ik mijn opties na.

1) Zeg hem je naam en loop de kans dat je het hele schooljaar gepest wordt.
2) Zeg niks en word uitgemaakt voor idioot of doofstomme.
3) Zeg een andere naam en je bent van al je problemen af.

Omdat drie mijn beste optie lijkt, besluit ik om daarvoor te gaan en ik wil al beginnen aan de eerste lettergreep.

Dan bedenk ik me dat ik een verschrikkelijke improvisator ben en geen naam kan bedenken.

Oh help.

Noah kijkt me ondertussen afwachtend aan en zelfs Julie probeert ongezien mijn elleboog aan te raken om me weer bij zinnen te brengen, maar niets helpt.

'Ik vroeg je wat, dombo.'

Ik geef het op. 'Ben.'
'Nou, Ben. De volgende keer dat je een vinger uitsteekt naar mijn auto, zal ik je ouders persoonlijk het verschrikkelijke nieuws komen brengen dat hun zoon op gruwelijke wijze is gestorven. Begrijp je dat, Ben?' zegt hij spottend.
Ik knik heftig en knijp mijn ogen dicht tegen zijn speekselaanval op mijn gezicht. Daarna loopt hij langs me heen - hoewel het lijkt alsof hij recht dóór me heen probeert te gaan, want hij botst zo hard tegen me op dat ik wankel en zou zijn gevallen als Julie er niet had gestaan om me op te vangen.

Als ze me weer overeind heeft gezet, zijn haar wangen om één of andere reden rood. Beschaamd kijk ik naar de grond. 'Ehm, s-sorry voor... dat.'
Ze glimlacht naar me. ''t Is oké. Noah is een lul. Ik snap niet dat iemand als Brook hem verkiest boven... jou.'
Ik kijk op in haar bruine ogen en zie dat ze me aanstaart. 'Thanx, Juul.'
Ze lacht verlegen en loopt dan weg om haar fiets te pakken. Ik loop haar achterna. 'Mag hij eigenlijk al rijden?' vraag ik hardop.
'Hij is al achttien, heeft zijn derde jaar over moeten doen.'
'Aha.'

Dan realiseer ik me iets.

'Juul?'

'Jaa?'

'Hij weet mijn naam.'

'Eigen schuld,' grinnikt ze, waarna ze er zacht 'dombo' aan toevoegt.
'Auch. Die deed pijn.' Ik haal mijn hand van mijn stuur af en leg hem op mijn hart.

'Hij zei precies hetzelfde.'

'Het kan me niet schelen wat hij van me denkt.'

'Dus het kan je wel schelen wat ik van je denk?'

'Natuurlijk! Dat weet je toch?'
Ze reageert niet.
Dan zeggen we een tijdje niks meer. We fietsen automatisch naar mijn huis omdat haar ouders steeds vaker ruzie hebben en de sfeer daar altijd een beetje gespannen is, maar ik weet de exacte reden waarom niet, ze wil er niet veel over loslaten als ik erover begin. Daarom stel ik geen vragen en is ze altijd welkom om bij ons te komen eten, wat ze dan ook vaak doet. Altijd eigenlijk, ze gaat meestal alleen naar huis om te slapen, hoewel ze de logeerkamer naar haar zeggen heeft ingericht. Mijn moeder is haar beste vriend, mijn vader haar favoriete oom. Zo beschrijft ze het altijd.

Ik vind het fijn hoe de dingen gaan zoals ze nu gaan. Ik ben er blij mee, ook al is ons leven soms niet heel spannend of afwisselend. We hebben een leuk verleden samen, we leven in het heden en hebben plannen voor de toekomst. Dat is genoeg voor mij.

Ik rijd de achtertuin in en zet mijn fiets op de standaard. Daarna open ik het slot van de achterdeur en loop de keuken binnen. Julie doet de deur weer dicht. We pakken wat te eten. We zetten een film op. Daarna bestellen we pizza en kijken we als het donker wordt op de veranda naar de sterren. Het leven is goed.

Als ik mijn ogen sluit, dwalen mijn gedachten af naar Brooklynn en haar betoverende ogen die me automatisch laten glimlachen. 'Waar denk je aan?' hoor ik Julie zeggen, en omdat het stom klinkt als ik het hardop uitspreek, zeg ik: 'Het leven is goed.'
Ze ademt diep in en uit en ik voel haar naar me kijken. 'Ja, je hebt gelijk, Benjamin. Het leven is goed.'
Daarna staat ze op en pakt haar fiets. Ik ga overeind zitten en zie hoe ze haar ene been over het zadel zwaait en net voor de deur van de schutting nog even halt houdt. 'Welterusten, Benjamin.'

Ik glimlach en voel plotseling hoe moe ik ben.
'Welterusten, Juliette.'

Daarna rijdt ze weg op haar fiets en loop ik naar boven. Ik douche, poets mijn tanden, zet de ventilator aan en ga in bed liggen.
Met de gebeurtenissen van die middag nog op mijn netvlies, val ik in een droomloze slaap.

Continue Reading

You'll Also Like

3.9K 56 40
☆V O L T O O I D☆ Dit verhaal gaat over een meisje die te maken krijgt met vreselijke dingen! zoals: een scheiding van haar ouders en een ruzie tusse...
4.1K 125 22
Milo heeft een moeilijk verleden gehad waar hij nu nog last van heeft. Hij heeft moeite met eten en heeft trauma flashbacks. Mentaal gaat het slecht...
2.7K 36 29
Een boek over een meisje die bij de bankzitters komt wonen, maar niet zomaar een meisje ze is namelijk depressief en de jongens willen haar graag hel...
22.1K 22 5
Een verhaal om lekker van te genieten