Geen uitweg meer

By Karbonkel

15.6K 714 117

Wat doe je als je geen uitweg meer ziet? Wat als je er helemaal doorheen zit en er niemand is om je te helpen... More

Proloog
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 11
Hoofdstuk 12
Hoofdstuk 13
Hoofdstuk 14
Hoofdstuk 15
Hoofdstuk 16
Hoofdstuk 17
Epiloog

Hoofdstuk 6

733 32 4
By Karbonkel

Het was zomervakantie.

Sander lag naast mij op bed. Ik had inmiddels drie maanden een relatie met hem. Nog een week en ik zou op vakantie gaan naar Laag-Soeren. Mijn arm was weer helemaal in orde en van de ruzie tussen mij en Emma was niets te merken. Emma was over Sander heen en had inmiddels een relatie met Joris, één van Sanders beste vrienden. Zoë en Joëlle negeerde mij nog steeds. Mama sloeg me nog steeds, wel iets minder, zodat ik misschien kon zwemmen tijdens mijn vakantie. Ze dronk nog steeds enorm veel.

Sander zoende mij en ik zoende hem terug. Zijn handen kropen onder mijn shirt. Hij trok ze weg en keek mij geschrokken aan.

‘Waarom heb je zoveel pleisters op je rug?’ vroeg Sander geschrokken. Ik slikte. Wat ging ik nu zeggen? Hoe kon ik me hier onderuit lullen? Ik zuchtte en keek Sander aan, recht in zijn mooie ogen.

‘Ik ben gewoon niet zo handig,’ zei ik snel. Ik zoende hem weer, om de aandacht van mijn verminkte lichaam weg te halen. We stopte met zoenen en keken elkaar seconde lang alleen maar aan. Ik verdronk in zijn ogen en duizenden vlinders gierde door mijn lichaam. Een veilig gevoel overspoelde mij, ik voelde me veilig bij Sander. Ik hield van hem.

Sander ging bovenop mij liggen en begon mij heftig te zoenen. Het deed pijn omdat hij op mijn sneeën en blauwe plekken leunde, maar ik negeerde het. Sander trok zijn shirt uit en ik werd nog verliefder toen ik zijn gespierde bovenlichaam zag. Ik lachte naar hem en sloot mijn ogen. Ik verzamelde moed en trok uiteindelijk met veel moeite mijn shirt uit. Naast het bed liet ik het stuk stof vallen. Sander keek mij geschrokken aan, mijn hele lichaam zat vol plekken en schrammen. Mijn initialen die op mijn buik stonden waren gelukkig nauwelijks zichtbaar.

‘Wat heb je gedaan?’ vroeg hij geschrokken toen hij zag hoe bont en blauw ik was. Ik slikte, de waarheid kon ik niet vertellen, dus ik bedacht snel een smoes waarom ik er zo belabberd uit zag.

‘Ik zei toch al dat ik niet zo handig ben, ik ben van mijn fiets gevallen en kwam in een bramenstruik terecht,’ zei ik snel. Sander lachte.

‘Sukkeltje.’

‘En bedankt weer,’ zei ik.

‘Je bent wel mijn lieve sukkel.’ Sander zoende mij weer.

De volgende ochtend werd ik wakker. Ik zag hoe alle kleding van mij en Sander door mijn kamer verspreid lag. Ik lachte, we hadden nog niet zo lang een relatie, maar toch voelde ik me goed bij afgelopen nacht. Het was geweldig.

Mama zat in de auto te wachten. Ik zoende Sander en lachte naar hem. Emma omhelsde Joris. Mama zou ons naar Laag-Soeren brengen en de moeder van Emma zou ons weer ophalen. Sander wist niet wat mama mij aandeed en dacht dat zijn vriendin gewoon heel onhandig was, anders liet hij mij vast niet gaan en had hij voorgesteld om mij en Emma samen met Joris weg te brengen in zijn auto. Ik omhelsde Sander nog even, maar toen ik zag dat Emma al naar de auto liet bevrijdde ik me uit de omhelzing en liep ik ook naar de auto toe. Ik ging op de achterbank zitten, Emma zat voorin, anders werd ze wagenziek. Ik hoopte dat mama voor de verandering niets had gedronken. Ik zwaaide naar de jongens en mama startte de auto.

Mijn mesje lag thuis veilig opgeborgen, zo kon ik mezelf niets aandoen tijdens de vakantie. We hadden er enorm veel zin in met zijn tweeën, de eerste vakantie zonder ouders. We reden door Lelystad heen toen we even stopte om iets te drinken. Mama bestelde zowaar een alcoholvrij drankje. We hadden plezier en voor het eerst sinds tijden had ik het gevoel dat mama een mens was en geen monster. Ook al sloeg ze me gisteren nog, het was mijn moeder en stiekem hield ik wel van haar, ook al verdiende ze het niet. Na een pauze van een kwartier vervolgde we onze route. Mijn mobiel ging af.

Goede reis en veel plezier, ik mis je nu al. Xx

Ik lachte toen ik het sms’je zag, maar antwoordde niet. Ik was nu op vakantie met Emma, niet met mijn mobiel die verbonden was met iedereen thuis.

Ik had Zoë en Joëlle twee weken voor de zomervakantie verteld wat mama mij aandeed, maar ze geloofde mij niet. Ze wilde niet geloven dat ik mishandeld werd, ook niet toen ik mijn rug liet zien. Sindsdien sprak ik ze al helemaal nooit meer. Ik hoopte dat ze niets over mijn verhaal zouden zeggen tegen andere. Op school ging ik alleen nog om met de vrienden van Sander en met Emma.

Ik staarde voor me uit en lachte wat met Emma. De weg voor ons leek oneindig lang, maar mijn zin in de vakantie werd er niet minder door. De achterbak lag volgelden met tassen en tentstokken. Ik bedacht me nog dat ik maar één handdoek mee had, wat misschien wel heel weinig was. En de waslijn? Daar hadden we geen seconde over nagedacht.  Ik bedacht erover te zwijgen en het op de camping wel uit te zoeken.

De weg vervolgde en ik keek uit het raam. Een aantal koeien stonden in de wei te grazen, ze aten van het gras en kauwde verdomd lang. De bomen belemmerde na een tijdje het zicht op de verdere omgeving.

De tegenliggers reden voor mijn gevoel veel sneller dan was toegestaan op het smalle landweggetje. Ik vroeg me af of we nog wel goed reden, maar volgens het navigatiesysteem ging alles nog volgens schema. We zouden om drie uur aankomen.

Emma leunde met haar hoofd tegen het autoraampje aan en gaapte. Mama zette de radio iets harder. The A team van Ed Sheeran klonk door de auto heen. Bijna kreeg ik de neiging om mee te zingen, maar ik bedacht me op tijd dat ik dan mijn lievelingslied zou verknallen. Emma sloot voor een paar seconde haar ogen en even had ik het idee dat mama die neiging ook had.

‘Ben je moe mam?’ vroeg ik. Ze knikte alleen maar. Emma wist natuurlijk dat ik het alleen maar vroeg om het te laten lijken alsof mama en ik een gewone moeder-dochterrelatie hadden en er niets aan de hand was. Maar mijn hele leven was geruïneerd door die slechte relatie tussen ons. Ik mocht er niet te veel aan denken, ik ging op vakantie met mijn beste vriendin het was nu tijd voor leuke dingen. Als sinds de basisschool was Emma mijn beste vriendin en ondanks die enorme ruzie van bijna drie maanden geleden kon niets onze vriendschap verknallen.

Ik weet nog precies hoe Emma en ik elkaar ontmoet hadden. We gingen naar groep 1 en wilde allebei met dezelfde pop spelen. Vanaf dat moment speelde we altijd samen. Ten minste dat hebben onze moeders ons altijd verteld, ik kon me er niets van herinneren. Pas vanaf groep drie waren we echt onafscheidelijk en deden we echt alles samen. De zandbak was ons favoriete speelplekje. Om de dag speelde we met elkaar, soms tot ergernis van onze ouders die ons nogal druk vonden. In groep zes hadden we een klein meningsverschil dat na een halve week alweer de wereld uit was geholpen. In groep acht was ik bang om Emma kwijt te raken, zij had een hoger niveau bleek uit de test op school en zou daardoor misschien naar een andere school gaan. Ik raakte helemaal in paniek, ik zou mijn beste vriendin kwijt raken! Wat moest ik doen? Uiteindelijk koost Emma voor dezelfde school als ik. In de brugklas ontmoette we Zoë en Joëlle en na twee weken hoorde ook zij tot onze vaste kliek, die toen nog uit acht mensen bestond. Door een grote ruzie die nooit meer is uitgepraat viel de groep in tweeën, maar met Emma bleef ik goed omgaan. Tot het een paar maanden geleden leek alsof al die jaren vriendschap ineens helemaal verdwenen waren. Maar wat er ook zou gebeuren, Emma en ik zouden elkaar altijd weer vinden en zouden altijd vriendinnen blijven.

Ik voelde dat de auto slingerde en sperde mijn ogen wijd open. Er kwamen nog meer tegenliggers aan en het leek drukker te worden op de weg. Ook al vond ik het een vreemd tijdstip voor de drukte. Het was half drie, begin juli, dus de meeste mensen waren nog aan het werk, of waren al ver onderweg naar hun bestemming in het zonnige zuiden. Volgend jaar zouden Emma en ik samen naar het buiteland gaan, als het zou mogen ten minste. Maar mama kennende zou het niet mogen, het zou te ver zijn en anders bedacht ze wel een andere flauwekul smoes. Het maakte haar nooit uit, als ze het leven van haar dochter maar kon bepalen en verzieken. Maar dat was een zorg voor later, we reden nu een geweldige periode tegemoet. De eerste vakantie zonder ouders.

Mama keek achterom en lachte naar mij, alsof ze wilde zeggen dat alles goed zou komen. Ik lachte terug. Voor het eerst sinds tijden hoefde ik niet bang te zijn voor mama.

Ik zag hoe het stuur naar rechts draaide en merkte dat de auto afweek van de weg.

‘Mama, kijk uit!’ gilde ik.

We kwamen steeds dichterbij een boom langs de weg. In mijn ogen zag ik ons er tegen aan rijden. Maar dat kon niet gebeuren. Ik keek achterom en zag hoe de vrouw in de auto achter ons de macht over het stuur verloor. Er klonk een harde knal.

Mama gilde en werd stil toen ze met haar hoofd tegen het stuur aan knalde. Ik hoorde het glas van de auto breken en versplinteren.

‘Emma!’ gilde ik uit toen ik zag dat haar hoofd uit het autoraam hing, ze had er de hele tijd tegen aangeleund. Haar korte haar plakte aan haar bebloede gezicht en haar witte shirtje werd langzaam rood. Er zat een diepe snee in haar arm. Het bloed drupte in het groene gras. Ik voelde een immense pijn in mijn benen en schreeuwde. Mijn hoofd bonsde. Met mijn hand greep ik naar mijn hoofd. Het plakte en voelde vies en vochtig aan. Ik bekeek mijn hand en zag het bloed van mijn hoofd. Ik slaakte een gil.

‘Help!’ riep ik uit. Iemand moest ons helpen!  De boom was 10 centimeter van Emma verwijderd en haar gezicht was door het bloed niet meer te zien. Ik keek naar mama, en zag hoe het bloed van haar gezicht op de grond drupte. De tranen sprongen in mijn ogen. Ik voelde het licht worden in mijn hoofd en alles om mij heen draaide.

‘Help!’ schreeuwde ik nogmaals, zo hard als ik kon. De angst vloog mij om het hart. Straks zouden ze dood gaan! Ik probeerde me te bewegen maar het lukte niet, mijn benen zaten bekneld tussen de stoel van mama en de achterbank. Ik zat muurvast.

‘Help ons!’ schreeuwde ik met het laatste beetje energie dat ik had.

Ik viel weg. Alles werd zwart voor mijn ogen en mijn hele lichaam deed pijn. Roerloos lag ik op de achterbank terwijl mama en Emma dood bloedde. Oké misschien bloedde ze niet dood, maar het zat er tegen aan.

Een tijd later, het leek wel een eeuwigheid, klonken de sirenes luid door de straten. Ze kwamen hierheen, naar het ongeval. Met mijn ogen gesloten bleef ik roerloos op de achterbank liggen. Ik hoorde Emma zachtjes kreunen. Ik probeerde wat te zeggen, maar er kwam geen geluid over mijn lippen. Ik was helemaal weg.

De ambulance kwam aangereden en stopte vlakbij de auto’s. De vrouw uit de achterste auto werd in het gras neergelegd. Ze had een enorme hoofdwond, maar verder eigenlijk niets.

‘Help de mensen uit die andere auto maar,’ zei de vrouw. De ambulancebroeder reageerde er niet op en bracht de oudere vrouw naar de ambulance.

‘Ik heb niets, zij wel!’ riep ze in paniek. De tranen stonden in haar ogen terwijl ze naar de auto’s wees. De ambulancebroeder had er geen boodschap aan en legde de vrouw in de ambulance.

‘U gaat mee voor controle. U heeft een ernstige hoofdwond,’ vertelde de man. De vrouw knikte gedwee en liet zich uiteindelijk meevoeren met de ambulance.

Twee andere ambulances kwamen aangereden met gillende sirenes. Snel sprongen de ambulance broeders uit de wagen en rende ze naar de voorste wagen, dat was die van ons.

Het voorste portier werd opengemaakt, net op dat moment kwam ik bij. Ik wilde wat roepen maar er kwam geen geluid over mijn lippen. Ik zag hoe Emma uit de auto viel. De man hield haar tegen en tilde haar slappe lichaam op. Hij legde mijn beste vriendin op de brancard. Ze rende met Emma naar de ziekenwagen. Ik zag vanuit mijn ooghoeken hoe ze aan het zuurstof werd gelegd en hoe de ambulancebroeders haar gezicht schoonmaakte.

‘Spoedgeval! Mogelijk veel bloed verloren,’ constateerde een van de ambulance broeders direct. Ik zag hoe het bloed uit Emma’s blote armen en benen bleef stromen. De rode vloeistof bedekte haar hele lichaam, je kon haar nauwelijks meer herkennen. Het schoonmaken van haar wonden had geen enkele functie.

Ik wist dat het serieus was, Emma was er vreselijk aan toe. De deuren van de ambulance werden gesloten en ik hoorde hoe de ambulance met gillende sirenes wegreed.

Mama werd ook uit de auto getrokken. Ze legde haar neer in het gras en voelde haar hartslag.

‘Lichte hartslag,’ constateerde de enige vrouw van het gezelschap. Ik zag hoe ze mama begonnen te reanimeren. Ze drukte op haar borst en bliezen lucht in haar longen. Ik wilde gillen, maar het lukte niet. Het leek op een nachtmerrie, waarin ik verstijfd raakte van angst maar niets meer kon. Maar ik wist dat dit de werkelijkheid was. Mama en Emma lagen echt dood te bloeden voor mijn ogen. En ik lag muurvast op de achterbank. Ik hoorde hoe een andere ambulance met gillende sirenes steeds dichterbij kwam. Dat zou die van mij wel zijn, ik wilde alleen niet dat het nodig was. Ik wilde mama en Emma helpen.

Op het veld langs de weg was het een chaos. Afzetlinten zette een deel van de weg af, zodat nieuwsgierige automobilisten er niet bij konden.  Ik merkte dat het verkeer langzaam reed op de weg en hoe er langzaam een file ontstond.

De twee mannen kwamen met een zuurstofkapje aangerend. Ik zag hoe ze die over mama’s mond en neus legde. Mama werd op de brancard gelegd en werd in de net aangekomen ambulance gelegd. Die was dus niet voor mij, dacht ik.

Ik lag daar nog, met mijn benen vastgeklemd tussen de stoelen die helemaal aan puin waren gereden. Mijn hoofd deed pijn. Schreeuwen lukte niet, er kwam geen geluid over mijn lippen, het lukte niet. Ik voelde me mislukt, het was allemaal mijn schuld dat we hier waren.

Opnieuw werd het helemaal zwart voor mijn ogen en voelde ik me langzaam weg zakken. Ik kon niets meer zien, horen of zeggen. Ik voelde alleen nog maar de pijn en angst van binnen, maar ook dat werd langzaam minder. Het voelde goed, als een verlossing.

De ambulance broeder sjorde aan mijn armen om mij los te krijgen, maar ik zat helemaal klem.

‘Ik heb hulp nodig!’ schreeuwde de man. Er kwam een vrouw aangerend, met alle kracht die ze bezat probeerde ze de stoel opzij te duwen, het was tevergeefs, ik zat muurvast. 

Ik kwam weer bij door de harde knal van de achterste auto. Ik hoorde een hard geluid van loeiend vuur. De ambulancebroeders schrokken zichtbaar. Mijn hart sloeg een slag over en mijn adem stokte toen ik merkte dat de achterste auto in vlammen opging.

 ‘Maak haar verdomme los!’ schreeuwde de vrouw in paniek. Ze zagen hoe het vuur zich snel verspreidde.

Ik werd misselijk van angst en keek de ambulancebroeders smekend aan.

‘Help,’ fluisterde ik. Toen werd alles weer zwart voor mijn ogen. Ik sloot mijn ogen en zakte weg in een diepe slaap.

Bijna de hele achterste auto stond inmiddels in brand. Het vuur kwam dichterbij mij en het enige wat ik daarvan meegekregen heb was de warmte, die heerlijke warme lucht die langzaam op mij afkwam. De twee ambulancebroeders begonnen als bezetene aan de stoel te trekken terwijl het vuur dichterbij kwam. De vrouw rende naar de ambulance toe om te zoeken naar iets dat mij kon bevrijden. Ze kwam terug met een grote ijzeren stang. Ze duwde de stang tussen de achterbank en de voorste zitting, in de hoop dat er beweging tussen kwam.

Het vuur begon zich uit te bereiden tot onze auto en kwam gevaarlijk dichtbij mij. Angst kon ik niet voelen, ik was immers  bewusteloos en had geen idee wat er aan de hand was.

De stoelen kwamen een klein beetje in beweging, maar nog steeds zat ik klem.

‘Verdomme!’ gilde de vrouw. Ze duwde de ijzeren stang nogmaals tussen de stoel en de achterbank en zette zoveel mogelijk kracht. Er kwam weinig beweging in, het lukte gewoon niet. Maar ze wilde me redden. Ik was een kind, ze kon mij niet dood laten gaan, dat mocht gewoon niet. Ik wilde niet verbranden in de auto en ik wist dat de vrouw dat niet zou laten gebeuren, ik voelde het, ook al was ik er niet bij.

De man begon weer aan mijn armen te trekken terwijl de vrouw aan de stoelen bleef trekken. Mijn arm raakte het vuur.  Een helse pijn schoot door mijn arm, die ik voelde door mijn slaap heen. Snel trok de man mijn arm weg. Met man en macht werd er aan mij getrokken en uiteindelijk kwam er beweging in. Mijn arm raakte het vuur opnieuw, dat nu op een paar centimeter bij mij vandaan woedde.

De man trok mij uit de auto en legde mij op de brancard. De auto ging langzaam in vlammen op en de plek waar ik net nog lag was nu één grote vlammenzee. Er werd een zuurstof kapje over mijn mond en neus gedaan. Ik ademde sloom, zo sloom dat het bijna zorgelijk was. Ik ademde schokkerig. De vrouw voelde mijn polsslag en knikte dat het goed zou zijn. Ik werd in de ambulance gelegd en de vrouw nam naast mij plaats.

Eindelijk was ik dan in die ambulance, iets wat ik altijd al een keer wilde uit nieuwsgierigheid, alleen dan niet op deze manier.

Continue Reading

You'll Also Like

29.7K 362 33
Milou is 15 en moet van haar ouders op internaat, echt de hel! En ze zit ook nog een keer op de kamer met de badboy van de school! Hoe zou dit aflope...
283K 5.9K 71
Ik ga ergens op een bankje zitten op het plein. Het is een beetje verscholen in een hoekje. Ik wil ook nog niet te veel opvallen. Ik zie een aantal m...
84K 1.1K 143
Vervolg op Hij Was Het Al Die Tijd! Dus lees die eerstt.