The wolf and the games

By maudje700

10.2K 754 275

Dit verhaal gaat over Gypta. Ze bezit de speciale gave om in een wolf te veranderen, net zoals alle anderen i... More

Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
A/N
Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 11
A/N
Ik ben teruggg!! :)
Hoofdstuk 12
Hoofdstuk 13
Baby geitjess :) :)
Hoofdstuk 14
Hoofdstuk 15
Hoofdstuk 16
Hoofdstuk 17
Hoofdstuk 18
A/N
Hoofdstuk 19
Hoofdstuk 20
Hoofdstuk 22
Hoofdstuk 23
Hoofdstuk 24
Hoofdstuk 25
Hoofdstuk 26
Hoofdstuk 27
Hoofdstuk 28
Hoofdstuk 29
Hoofdstuk 30
Hey

Hoofdstuk 21

248 22 7
By maudje700

We lopen door het bos, achter een kudde reeën aan. Ik was me niet bewust van het feit dat de anderen nog niet gegeten hadden, nadat ik gister een lekker maaltijd had. Foxy geniet lekker van het gras.

Als we een ree hebben afgezonderd van de groep, beginnen Eric en ik aan de samenwerking. We jagen het dier op totdat het uitgeput is en daarna spring ik op zijn rug, om hem tegen de grond aan te drukken. En aangezien ik Eric de speciale techniek heb geleerd om de keel dicht te knijpen, is hij nu degene die het dier doodmaakt.

"Bastiaan!" roep ik. "Het eten is opgediend!"

Bastiaan komt tussen de bomen door aangevlogen met een muisje tussen zijn snavels geklemd.

"Wat heb jij daar nou weer?" Eric trekt een wenkbrauw op.

Bastiaan zet zijn klauwen in de grond. "Gewoon, een voorgerechtje."

Hij snuift, maar slikt de muis in zijn geheel door en begint dan de huid van de ree eraf te scheuren.

Ik zet mijn tanden in het vlees en neem er een grote hap van. Hoewel ik geen honger heb, eet ik toch zoveel ik kan. Je weet nooit wanneer de volgende keer is dat je weer eet.

Foxy komt aangegaloppeerd. Ze remt af precies voor het karkas en trekt haar neus op.

"Gadverdamme." Ze kijkt weg. "Dat hoef ik niet te zien. Dat is zielig."

Ik lach. "Voor ons is het gewoon eten hoor."

Ze snuift. "Ik snap niet waarom carnivoren altijd maar vlees moeten eten. Kunnen jullie ook niet leven van gras of zo?"

Ik schiet in de lach en loop naar haar toe.

"Ik snap juist niet waarom hérbivoren niet gewoon vlees eten," zeg ik met een grijns. "Er is toch zeker niets mis mee?" Ik loop weer terug en eet weer verder.

"Hállóo," zegt Foxy bazig. "Alleen omnivoren eten alles. Dat weet je toch wel, hoop ik?"

Ik zet mijn tanden in een rib en trek het hele bot eruit. Vervolgens werp ik het naar Foxy toe. Ze deinst achteruit en ik schiet in de lach.

"Natuurlijk snap ik dat wel," antwoord ik, nog steeds met een grijns op mijn gezicht. "En ben jij serieus bang voor een botje?"

Foxy draait zich om en steekt haar kont in de lucht. De ultieme belediging.

Ik trek me er niets van aan en eet gewoon gulzig verder. Ik ga deze discussie niet verder aan.

Als we uitgegeten zijn gaan we terug naar de plek waar we ook wakker werden. En zoals altijd is het ongeschonden en ziet het eruit zoals we het hebben achtergelaten.

Ik plof neer in het gras. Ik had echt wel verwacht dat deze Spelen wat intensiever zouden zijn. Maar ik had het zoals gewoonlijk weer mis. Nou ja, we zijn pas een week hier en dus op de helft, maar er kan nog van alles gebeuren.

Eric gaat voor de groep staan en kijkt om zich heen. Vannacht, toen we allemaal even wakker waren, hebben we heb als leider aangewezen, wat betekent dat hij verantwoordelijk is voor ons allemaal en dus ook onze levens.

Hij staat een beetje slungelig om zich heen te kijken. Ik heb geen idee waar hij naar kijkt, maar in ieder geval niet naar een van ons. Dan begint hij te praten.

"Ik stel voor dat we verdertrekken," zegt hij met een hoge stem, waarschijnlijk om macht te tonen. "We kunnen niet op één plek blijven."

"Dat is waar," antwoord ik. "Waar gaan we heen?"

Foxy staat op en loopt dichter naar ons toe.

"We kunnen naar de woestijn gaan," zegt ze. "Daar zal vast wel niemand zijn."

Ik kijk haar droog aan. "Welke woestijn?"

"Je weet wel, die ene bij de plek waar we begonnen."

"Oh ja," zeg ik. "Die was ik helemaal vergeten." Nu voel ik me dom.

Eric knikt. "Het is misschien een goede plek."

"Ik voel een maar komen," zegt Bastiaan, die nu ook dichterbij is gekomen. "Zeg maar op."

"Maar," begint Eric, "het is er heel erg droog en we zullen er rekening mee moeten houden dat er heel weinig voedsel en water zal zijn. Het kan onze dood worden, houd dat in je achterhoofd."

Misschien is het wel helemaal niet zo'n goed idee om daarheen te gaan. Ik wil nog wel even blijven leven, ik geniet er nu zelfs van. Zo kalm en rustig.

"Boeiend," zegt Foxy. "Ik neem graag risico's, dat weet je."

"Je mag best alleen gaan," flapt het er bij mij uit. Ik heb meteen spijt dat ik het heb gezegd.

Ze kijkt me boos aan. "Wat bedoelde je daar nou weer mee?"

Ik schud mijn hoofd. "Sorry, zo bedoelde ik het niet. Het... flapte er gewoon uit, zeg maar."

Ze knikt alleen maar en draait zich om. Vervolgens loopt ze in tegengestelde richting weg.

"Hé, waar ga je heen?!" vraagt Bastiaan. "We zijn een groep!"

Foxy blijft staan en draait zich langzaam om.

Ze trekt een grimas. "Ik heb er niet zo'n zin meer in, oké? Dus laat me gewoon gaan." En ze loopt weer verder.

We kijken elkaar even aan, wisselen blikken uit. Daarna schieten we achter haar aan en ik trek een sprintje om haar in te halen.

"Hé, je moet niet weggaan," zeg ik. "Niet nu."

Ze kijkt me vol walging aan. "En hoezo niet? Je mag me toch niet."

"Hè?"

"Denk maar niet dat ik dom ben. Ik weet dat je me niet mag."

Ik schud mijn hoofd. "Er maalt zeker van alles door je hoofd?"

"Nee."

"Denk na." Ik schud opnieuw mijn hoofd. "We zijn toch vriendinnen. Of zijn we nu ineens vijanden?"

Ze tuit haar lippen, voor zover ze dat kan als paard.

"Nou?" vraag ik met overslaande stem. Ik snap eigenlijk niet waarom ik boos ben, maar ik ben het toch.

"Weet ik veel," zegt ze. "Jij bent hier degene die denkt dat ze alles is."

Ik trek een wenkbrauw op. "Je gedraagt je echt abnormaal vandaag."

"Nee!" schreeuwt ze spontaan. "Nee, ik gedraag me niet abnormaal. Dat doe jij."

Ik snuif, maar ik ga hier geen antwoord op geven. Ik negeer haar gewoon en loop weg, in de richting van Eric.

"Wat heeft zij?" vraagt hij, als ik naast hem ben komen staan.

Ik haal mijn schouders op. "Dat weet ik ook niet. Ze denkt dat ik haar haat of zoiets. En ze zegt dat ik denk dat ik alles ben."

Vanuit mijn ooghoeken zie ik Foxy op ons afkomen.

"Maar dat is natuurlijk niet zo," zegt Eric. "Ik weet dat jij niet zo bent." Een kleine glimlach krult omhoog.

Ik kijk hem aan. "Dat is lief van je. Gelukkig is er nog iemand die me begrijpt."

Hij stoot een kort lachje uit. "Natuurlijk begrijp ik je."

Foxy komt met korte, onzekere stapjes dichterbij. Ergens heb ik de aandrang om heel snel weg te lopen, zodat ik haar kan ontwijken. Ik wil het ook. Vandaag, zo voelt het, wil ik even helemaal niets meer met haar te maken hebben. Ze heeft het al te bond gemaakt. En dit is het resultaat.

Ik loop naar voren en trek Eric met me mee. Hij loopt gehoorzaam met me mee, zoals hij altijd doet wanneer ik ergens anders heen wil.

"Ik wil even weg bij haar," zeg ik, om het uit te leggen voordat hij het vraagt.

Hij knikt. "Snap ik."

We lopen door, gewoon zo ver als ik wil. Het is fijn om iemand te hebben als Eric. Iemand die je begrijpt en naar je luistert wanneer dat nodig is. En ergens heb ik dan dus ook wel écht het gevoel dat Eric mijn vriendje is. Ik draai mijn kop de andere kant op en glimlach. Hij hoeft het niet te weten, want ik vind het ook wel een beetje beschamend.

We naderen het vlakke gedeelte waar we zijn begonnen al. Het is ongelooflijk hoe snel we beneden kunnen komen. Maar dat is ook wel logisch als je een grote wolf bent die vijf meter per seconde kan afleggen, alleen al als -ie loopt.

Opeens besef ik dat we Bastiaan daar ook hebben achtergelaten.

"Hoe moet het nu met Bastiaan?" vraag ik. Ik kuch. "Die hebben we daar namelijk ook achtergelaten."

Eric haalt zijn schouders op. "Ik denk dat hij en Foxy het zelf wel uitvogelen. Ze zullen ons vanzelf gaan zoeken. We zijn immers bondgenoten."

Dat weet ik zo net nog niet, wil ik zeggen. Maar ik houd het voor me, want misschien heeft het een negatieve invloed als ik het vertel.

Ik besluit de stilte voort te laten duren terwijl we doorlopen, totdat Eric besluit die weer te doorbreken.

"Wanneer zouden ze terugkomen?" vraagt hij.

Ik zucht. "Ooit, een keer."

Eric knikt alleen maar. Ik heb het gevoel dat we allebei niet heel erg spraakzaam zijn naar elkaar toe vandaag. Maar dat hoeft ook niet. Er bestaan genoeg manieren om elkaar te begrijpen. En wij doen dat dan ook door middel van lichaamstaal.

We bereiken het midden, de plek waar we uiteindelijke begonnen zijn. Het ziet er anders uit sinds we er weg zijn gegaan. Het lijkt wel alsof hier een bloedbad heeft plaatsgevonden. Overal ligt bloed en stukjes huid, en het ruikt er ook niet al te fris. Er liggen ook over hoop gehaalde hoopjes bladeren en ik zie de kenmerkende scheuren in de aarde, waar klauwen hun weg hebben gevonden.

Echter zie ik geen lijken. Maar die worden opgehaald wanneer er iemand dood is gegaan. Ze worden opgehaald met een klein vliegtuigje die een laadbak van onderen laat verschijnen, waarna twee mannen het lijk binnenhalen.  Ik heb het alleen nog maar op televisie gezien.

"Zullen we hier blijven?" vraagt Eric, terwijl hij het terrein tot zich opneemt.

"Ik weet het niet," antwoord ik. "Ik heb het gevoel dat het hier niet veilig is, gezien alle overhoop gehaalde plekken hier."

"Daar heb je gelijk in."

We lopen nog een beetje door en dan zie ik opeens iemand lopen. Het is vaag te zien want het loopt ver weg, maar het komt me duidelijk bekend voor. Iets klopt er niet.

"Daar loopt iemand," zeg ik, knikkend naar de plek waar ik de persoon net zag. "Zullen we er gaan kijken?"

Eric knikt moeizaam. Ook hij merkt blijkbaar dat er hier iets niet klopt.

Ik loop door het midden heen, dwars door het bloed en alle scheuren, tot ik de plek bereik waar ik de persoon had gezien. Hij liep echt hier, maar nu is diegene verdwenen als sneeuw voor de zon.

"Wie zag je?" vraagt Eric.

Ik haal mijn schouders op. "Weet ik niet. Maar hij kwam me bekend voor."

"Hmm." Hij denkt eventjes na over een goed antwoord. "Ik heb misschien al een idee wie het zou kunnen zijn."

"Wie dan?" vraag ik. Hij heeft meteen mijn aandacht.

"Ik weet het alleen niet zeker," zegt hij. "Kom maar mee, dan zal ik kijken of ik gelijk heb."

Mijn ogen priemen in de zijne. "Maar wie is het nou?" vraag ik smekend.

"Kom maar mee." Eric trekt me mee naar links, het bos in.

Een tijdje lopen we de hele tijd rechtdoor, de takken ontwijkende. Maar dan zie ik de persoon weer voorbij schieten en beginnen we te rennen. Ergens laait er een soort hoop in me op. Misschien is het een heel aardig iemand die ook als bondgenoot bij ons wil.

"Ik heb inderdaad gelijk," zegt Eric hijgend tijdens het rennen.

Ik ben benieuwd wie het zal zijn.

Eric en ik beginnen nog harder te rennen. Wanneer Eric harder rent ga ik ook harder. Het is alsof hij een soort aantrekkingskracht op me uitoefent die alleen maar sterker wordt als we dichter bij elkaar zijn.

Ik zie rode veren langsschieten, en dan besef ik ineens dat ik dat ergens van ken. Ineens staat er een grote vogel voor ons en we blijven staan. Aan de ogen te zien is het dier vrouwelijk en de kop heeft mooie oranje snavel. En de grootte valt me op. En dan weet ik ineens wie en wat het is.

Vayèn, in de vorm van een feniks.

____________________________________

Sorry dat het zo lang duurde voordat dit hoofdstuk online kwam :( Wou het gisteren online zetten, maar toen was wattpad weer bezig met van alles en nog wat *zucht*. Maar goed, ik hoop dat jullie het hoofdstuk leuk ervaren hebben! :D

Continue Reading

You'll Also Like

180K 11K 36
'Mensen zijn zo zwak' hoorde ik hem daarna zeggen. Ik liet mijn mond open vallen, wat een eikel! 'Dat je het even weet meneer egocentrisch' hoorde ik...
1K 4 1
Mijn eerste keer
111K 6.3K 52
(Dit verhaal gaat ooit herschreven worden) Overal over de hele wereld krijgen tieners die zestien zijn geworden een brief waarin staat of ze meedoen...
164K 11.6K 76
Wanneer Feline sterft, komt ze in de hemel terecht. Maar er heerst complete chaos, omdat de demonen, en hun prins, er alles aan doen om de hemel onde...