Hoofdstuk 6

291 25 1
                                    

Ik zit aan tafel, samen met Foxy, Eric en Bastiaan. Het is tien over zes en we zijn net klaar met de eerste trainingsdag. Nu zitten we in de eetzaal aan ons avondeten.

"Zo, deze dag was zwaar," zeurt Eric.

Ik grom. "De eerste dag is altijd zwaar."

"Waarom zo chagrijnig," vraagt Bastiaan, terwijl met zijn vork in een boon prikt. "Vertel het eens."

Ik schud mijn hoofd. "Het is gewoon... die Vayèn zit me dwars."

"Ach trek je toch niet zo van dat kind aan," antwoordt Bastiaan. "Zij is gewoon een trut."

Ik haal mijn schouders op. "Als jij het zegt, dan zal het wel zo zijn."

Niemand zegt nog iets, we eten gewoon ons bord leeg en gaan op weg naar de slaapzaal. Ik ben doodop door deze dag, vooral omdat ik veel inspanning niet gewend ben. Ik heb namelijk een heel rustig wolvenleventje geleid.

In de slaapzaal maak ik mijn bed op voor de nacht, hoewel het nog vroeg is. Maar de rest doet hetzelfde en iedereen ziet er doodmoe uit. De eerste dag was waarschijnlijk een beetje te veel van het goede.

"Jij hebt toch je angstlandschap gedaan?" vraagt Foxy opeens terwijl ze haar kussen opschudt.

Ik kijk haar aan en knik.

"Ik hoorde dat veel mensen het vreselijk vinden," zegt ze.

"Ja, dat zal wel," antwoord ik. "Het was ook vreselijk."

Ze kijkt me met opgetrokken wenkbrauw aan. "Dat kan niet. Jij was echt ongelooflijk snel, Gypta."

Wacht, was zij erbij of zo?

"Hoe weet je dat?" vraag ik een beetje te kil.

Ze haalt haar schouders op. "Gewoon. Ik hoorde dat."

Ik haal mijn schouders op en richt me weer tot mijn bed. Als ze erachter komen wat ik ben, wat zal er dan gebeuren? Ze kunnen me in ieder geval niet vermoorden, dan zouden de Spelen al een stuk minder interessant zijn voor de kijkers. Maar ze zouden me in de arena wel kunne straffen, maar ik zou niet weten wat. Dit moet ik goed verborgen houden.

Eric en Bastiaan komen bij ons staan. 

"Zin om iets te gaan doen," vraagt Eric.

Mijn bed is netjes en klaar voor de nacht. Ik draai me om. "Wat?"

"Gewoon. Beetje chillen of zo?" vraagt hij.

Chillen. Dat heb ik nooit echt gedaan. "Waar dan?"

Hij haalt zijn schouders op. "Weet ik veel. Buiten misschien, als we het terrein af mogen."

"Dat zal vast wel niet mogen," zegt Foxy. "Alles wordt hier extreem goed beveiligd. Heb je die ramen al gezien? Vier lagen kogelvrijglas, alsof we elk moment bestormd kunnen worden door een leger op hol geslagen apen met vuurwapens."

Ik lach. Haar reactie klinkt stom, maar er zit wel een hilarische kant achter.

"We kunnen het in ieder geval vragen," zegt Eric.

We staren hem droog aan.

"Eric," zegt Bastiaan. "Dat onzelfzuchtige gedoe moet echt kappen. Kom eens bij de moderne gemeenschap."

Ik lach opnieuw. "Moderne gemeenschap, welk boek heb jij ingeslikt?"

"Die ene met één bladzijde," antwoordt hij. "Beetje peper erop en het smaakt heerlijk, hoor."

We schieten in de lach.

"Kom we gaan het gewoon vragen," grinnik ik. "Misschien is dat idee zo slecht nog niet."

The wolf and the gamesWhere stories live. Discover now