Hoe het begon

16 0 0
                                    

Ik word wakker in een donkere ruimte. Alles wat ik denk te zien lijkt wel te draaien. En de hoofdpijn.. die hoofdpijn is nog wel het ergst. Het lijkt alsof iemand alle inhoud van mijn hoofd omgekeert heeft. Ik tast de vloer en de muren af. Maar zoals ik eigenlijk al verwacht had was er geen uitgang ofzoiets te vinden. Mijn ogen wennen langzaam aan het donker. Steeds beter kan ik de vormen van de voorwerpen om me heen onderscheiden. Met een klap word ik naar achter gesmeten wanneer de ruimte waarin ik opgsloten zit ineens begint te bewegen. Ik grijp om me heen naar iets waar ik me aan vast kan houden. Uiteindelijk lukt het me om in de hoek van de ruimte te gaan zitten. Ik maak me zo klein mogelijk. Hoe langer ik zit hoe meer mijn ogen dicht beginnen te vallen. Na een paar minuten kan ik er geen weerstand meer aan bieden en val ik weer in slaap.

Ik word weer wakker als de ruimte waar ik in zit met een schok tot stilstand komt. Geluiden van kettingen die langs elkaar, en over de grond schuiven komen van buiten de kleine ruimte. Na wat voor mij voelde als een paar uur, maar in werkelijkheid waarschijnlijk maar een paar minuten was, hield al het geluid op. Voor het eerst sinds ik wakker werd is het muisstil om me heen.

Langzaam sta ik op. Het word even zwart voor mijn ogen zodat ik even moet blijven staan voor ik verder kan met mijn onderzoek. Ik loop nu rustig langs alle muren. Nergens zit er een deurkruk of scharnier of iets anders wat erop zou kunnen wijzen dat zich daar een uitgang bevind. Helemaal nergens.. dat kan niet.. hoe ben ik hier anders gekomen?

Juist op het moment dat ik mijn zoektocht op wil geven komt er een lichtstraal recht van boven. Ik kijk omhoog. Alles wat ik zie is een straal met helder wit licht. De lichtstraal word langzaam steeds breder.

Ik scherm mijn ogen met mijn handen af van de lichtstraal. Als mijn ogen gewend zijn aan het licht doe ik nog een poging met omhoog kijken.

Er valt niet heel veel te zien behalve de zon die recht in mijn gezicht schijnt.

Nu ik met goed fatsoen rond kan kijken zie ik dat er opgestapelde kratten tegen de zijkanten staan. Ik pak de kratten en leg ze in het midden van de ruimte neer. Als ik dat gedaan heb klim ik op de kratten en probeer uit de donkere kamer te klimmen. Als het eindelijk gelukt is kruip ik overeind en kijk om me heen. Ik sta niet eens ergens in de middel of nowhere wat ik wel had gedacht.. maar waar ik wel sta is niet veel beter dan de middel of nowhere.

Overal om me heen staan hele grote gebouwen. En dan bedoel ik niet van die luxe gebouwen en hotels. Nee ik bedoel hele grote gebouwen die half afgebroken zijn. Ook zijn er bij veel gebouwen zwarte plekken te zien van een brand die daar waarschijnlijk een flinke tijd geleden heeft gewoed. Ik begin langzaam vooruit te lopen. Stapje voor stapje kom ik dichter bij het grootste gebouw hier.

Als ik zo dichtbij ben dat ik de muur kan aanraken stop ik. Mijn ogen glijden van de onderkant van het gebouw naar de bovenkant en weer terug. Het ziet er niet heel stabiel uit maar ik zal toch wat beschutting moeten zoeken voor de nacht. Het is nu al koud en de schemering is nog niet eens in komen zetten. Ik zet langzaam maar vastbesloten mijn voet over de drempel en stop weer. Ik luister maar er gebeurt niks. Als ik mezelf ervan overtuigt heb dat ik echt alleen ben loop ik verder het gebouw in. Ik loop van kamer naar kamer maar overal is hetzelfde te vinden. Geen meubels of lichten, nee, alleen stof, stof en nog eens stof. Owh ja, en muizen.

Héél erg veel muizen. Bij elke kamer die je inloopt sprinten er wel een stuk of 10 muizen weg. Ik besluit een gokje te wagen en de trap op te lopen in de hoop daar een kamer te vinden waar geen muizen zijn.

Het geluk lijkt eindelijk eens aan mijn kant te staan en ik vind een kamer die muisloos is. Het is inmiddels donker buiten. En dus ook binnen. Ik loop naar de hoek en laat me daar op de grond zakken, voor de derde keer vandaag val ik als een blok in slaap.

They Cant Break Me!Where stories live. Discover now