Het is alsof de tijd even stilstaat. Pap is zijn oude baas tegengekomen toen hij broodjes ging halen. De man die er indirect voor heeft gezorgd dat hij zijn baan is kwijtgeraakt, door samen met de andere directeuren geld weg te sluizen en vervolgens het bedrijf failliet te laten gaan.

Mijn moeder kijkt mijn vader niet-begrijpend aan. 'Wat duut die hier ien de winkel?'

'Nou, bliekbár wont heej hier. Ien 't âlde huus van de femilie Voermans.'

O god. Een ijskoude rilling trekt over mijn rug. Dat is het huis waar Aiden woont. Hoe in de wereld krijg je het verzonnen dat de enige persoon in de afgelopen tien jaar met wie ik vriendschap heb weten te sluiten de zoon van mijn vaders voormalige baas is? Dat is een plottwist die ik nooit in mijn verhalen zou kunnen bedenken, maar hé, ik ben dan ook absoluut niet goed in plottwists.

Nu vertrekt ook de mond van mijn moeder in een strakke streep. 'Huh,' doet ze. 'Wat hebbe zillie hier nòw wér te zūke? Stelleke aachterlijke batjákkers.'

Het liefst wil ik weglopen. Me verstoppen voor de wereld. Maar als ik nu naar boven ga en het familieontbijt skip, willen mijn ouders weten wat er aan de hand is en dat wil ik ze niet vertellen.

Hoofdschuddend gaat mijn vader aan tafel zitten, waarna hij zijn hoofd in zijn handen laat zakken. 'Dat heej meej nòw op aege groond lâsteg kumt valle. Hier heb ik dus hieëlemól génnen zin ien.'

'Misschien kunnen we hem wegpesten?' oppert Quinn.

'Quinn.' Mam werpt haar een strenge blik toe. 'Hoe duk heb ik òw nie gezeet dat peste noeëts mug?' Maar haar stem zegt iets heel anders. Haar stem zegt dat ze Evert maar wat graag uit Heiveen weg wil pesten.

Ik weet niet hoe ik me moet voelen. Ook ik heb absoluut geen hoge pet op van Evert en dat is nog zwak uitgedrukt. Maar als hij weggepest wordt dan gaat Aiden ook weg en dat wil ik niet. Voor zover ik tot nu toe gezien heb is Aiden geen slecht mens. Misschien lijkt hij qua karakter gewoon heel erg op zijn moeder of zo, ook al ken ik haar niet.

Stilletjes neem ik plaats aan tafel. Gelukkig ben ik nooit de spraakwaterval van de familie geweest, dus ik hoop dat het niet opvalt als ik me nu gedeisd hou. Ik doe alsof ik al mijn concentratie nodig heb voor het opensnijden van een ciabatta.

'Waarom komt Evert in Heiveen wonen?' vraagt Quinn zich hardop af. 'Hier is toch niks waar hij de baas van kan worden?'

Heel vaag herinner ik me iets wat Aiden zei toen we bij de Scaletta's naar het Songfestival zaten te kijken. Zijn vader zou voor het grootste bouwbedrijf van Peeleind gaan werken. Inderdaad in een leidinggevende functie.

Mijn vader bromt alleen maar: 'Dén meens kan d'n baas van alles werre as heej dat wil. Dat is typisch án dat sort giērige diēve, die prestiere ut um stieëds már ongestraft rond te blieve loeëpe.'

Ik snap zijn frustratie wel. Deze man heeft ons leven zoals we dat kenden aan een eind geholpen. Geen kanonskogel vloog door de lucht, geen bloed doordrenkte de aarde, geen bom viel uit de hemel, maar toch was in één klap alles anders. Een stille financiële worsteling achter gesloten deuren, want het is natuurlijk not done om je omgeving te laten merken dat het niet goed gaat.

'Dus Evert en Lena woeëne nòw ien Heiveen?' Het lijkt nu pas echt tot mijn moeder door te dringen.

'Jao,' zucht mijn vader vermoeid. 'Um dén klootzak wér iedere dág tege te kòmme is wel ut laeste waor ik op zaat te waachte. Ut is ok âltied utzellefde liedje. Dén bankier wert dik en dén werkende meens wert dun.'

Mijn moeder schudt afkeurend haar hoofd. 'Waorum kòsse ze nie gewoeën ien – waor wonde ze, Neejegein? – bliēve? Ze hebbe toch nog enne zoeën? Han ze op zien minst nie daor kunne bliēve tot heej zien schól haaj afgemákt?'

'Hij studeert al.'

Meteen zijn alle ogen aan de tafel op mij gericht. Shit, het was niet de bedoeling dat ik dat zou zeggen.

'Hoe wette geej dat?' vraagt mijn moeder op het moment dat mijn vader zijn ogen tot spleetjes knijpt en zegt: 'Dén jòng. Dat is um, hè?'

Nu kan ik het niet meer ontkennen. Het enige wat ik nog kan doen is proberen mezelf te verdedigen. 'Ik wist niet dat Aiden de zoon van Evert was.'

'Ik wil nie mer dá'che mit dén jòng umgot,' zegt mijn vader kalm.

Ik stoot een ongelovig lachje uit. 'Ik ben bijna achttien. Jij kunt niet bepalen met wie ik omga.'

'Zoeëlang geej ien dit huus wont, kan ik dat zeker wel.'

'Maar hij is hartstikke aardig! Hij helpt me bij het uitvinden wat ik wil.'

'Dat kan me nie schille. Evert leek ien urste ienstansie ok harstikke aardig. Dat is allieën már mojje praot. Die hieële femilie bestöt uut manipulatieve grejers. Dankzeej hun zitte we nòw ien dizze shit.'

Ik knijp zo hard in mijn broodje dat de hagelslag die ik erop gestrooid heb als een regenbui op mijn bord neerklettert. Dit gaat hij niet menen. Heb ik eindelijk een nieuwe vriend gemaakt, mag ik van mijn ouders niet met hem omgaan. Alleen maar omdat zijn vader dingen gedaan heeft die niet zo netjes waren.

'Lesley, weej gaon hier nòw nie ovver stechele,' zegt mijn vader streng voor ik zelfs maar iets heb kunnen zeggen.

Alsof het zin heeft om met hem in discussie te gaan. Als hij eenmaal ergens van overtuigd is, is het bijzonder moeilijk om hem daarvan af te brengen. Ik heb geen andere keus. Misschien dat hij later nog bijdraait, maar in het ergste geval zal ik echt moeten stoppen om met Aiden om te gaan.

Gelukkig heb ik Emilia en Joey nog. Misschien kunnen zij me helpen.


Radio NergensWhere stories live. Discover now