Mare ademde diep in en toen niesde ze luid.
'Gezondheid.' Zei de diepe, kalme stem van Charles.
'Bedankt. Moeten we altijd in dit verlaten krot oefenen? Het is hier stoffig.' Vroeg Mare.
'Waar wil je anders oefenen? Je hebt geen idee wanneer je vader en je zus thuiskomen, dus bij jou thuis is uitgesloten.' Zei Charles.
'Kunnen we niet bij jou thuis oefenen?'
'Je weet best dat dat niet gaat.'
'Je zegt altijd dat dat niet gaat, maar je verteld nooit waarom.' Zei Mare en ze kon de nieuwsgierigheid in haar stem nauwelijks verbergen. Charles zuchtte.
'Het Ministerie van Toverkunst heeft het niet zo op Leglimentie. Ze vertrouwen dat soort mensen niet. Ik sta op hun lijstje en ze houden mij en mijn huis in de gaten. Zolang ze geen link leggen tussen jou en mij, kom je niet in de problemen. Maar ik zei al dat ze mijn huis in de gaten houden.'
'Ik dacht dat je voor het Ministerie van Toverkunst werkte. Kun je dan niet een beetje met die documenten sjoemelen? Al is het om het jezelf makkelijker te maken.' Vroeg Mare.
'Was het maar zo simpel, Mare, maar dat valt niet onder mijn afdeling. Ik werk op het departement van toezicht op magische wezens. Ik heb geen toegang tot die documenten.'
'Werk jij op het departement van toezicht op magische wezens? Maar daar vallen weerwolven onder! Niet dat ik klaag, maar waarom heb je me niet aangegeven? Dit kan je je job kosten!'
'Ze komen er toch niet achter. En daarbij, vriendschap is belangrijker. Je vertrouwd mij en er is geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt om dat vertrouwen te schaden.' Hij glimlachte en Mare keek naar zijn grijze ogen die altijd tot diep in je ziel leken te boren.
'Dank je. Niet veel mensen zijn zo vertrouwensgezind met weerwolven.'
'Geen probleem, maar misschien moeten we verder met de occlumentie.'
Mare knikte en sloot haar ogen weer.
'Ik tel tot drie.' Zei Charles. 'Dan zal ik proberen om je gedachten binnen te komen, jij probeert me erbuiten te houden. Klaar? 1... 2... 3!'
Mare's gezichtsuitdrukking was er een van pure concentratie. Een tijdje gebeurde er niks, maar toen opende ze haar ogen weer.
'Heel erg goed. Volgens mij is dit de eerste keer dat je me volledig hebt uitgebannen. Dat is een hele prestatie.' Zei Charles onder de indruk.
'Ik kan het niet geloven! Ik kan eindelijk occlumentie!' Riep Mare enthousiast.
'Niet zo snel! Het is een begin, maar je bent nog lang niet klaar. Denk je dat in het echte leven er rustig zal worden afgeteld zodat je tijd hebt om je voor te bereiden?' Zei Charles.
'Daar had ik niet aan gedacht. Dus wat doen we nu?' Vroeg Mare.
'Sluit je ogen. Ik zal proberen je gedachten binnen te dringen, jij probeert me buiten te houden. Ik zeg niet wanneer ik het probeer. Het kan nu meteen zijn of het kan vijf minuten duren. Concentreer je.' Zei Charles. Een tijdje lang gebeurde er niets. Een minuut streek voorbij en toen plots... Mare voelde hoe haar gedachten doorboord werden. Ze probeerde hem buiten te sluiten, maar het was al te laat. Ze bleef proberen hem buiten te duwen terwijl ze werd meegenomen op een reis door haar eigen herinneringen.

'Wie wil der es proberen?' Vroeg Hagrid. Mare keek om zich heen. Niemand in de klas leek echt in de buurt van de Hippogrieven te willen komen.
'Niemand?' Vroeg Hagrid teleurgesteld. 'Mare, wil jij niet es proberen.'
Mare haalde diep adem en liep naar voren.
'Geweldig, je komt vast hardstikke goed overeen met Sneeuwschim hier.' Hagrid trok een albino Hippogrief naar Mare toe. Sneeuwschims rode ogen staarden naar haar en zijn witte veren glansde in het zonlicht. Nerveus maakte Mare een buiging. Bijna meteen zakte Sneeuwschim ook door zijn geschubde knieën en Hagrid glunderde.
'Probeer 'm nu es te aaien.' Zei hij.
Mare zette nerveus een paar stappen naar voor en strekte haar hand uit richting de Hippogrief. Sneeuwschim zette ook een paar stappen naar haar toe en ze aaide hem over zijn snavel. Dat leek hij erg fijn te vinden.
'Waarom kruip je niet es op z'n rug. Dan kun je es gezellig samen vliegen.' Zei Hagrid.
'Hagrid, je weet dat ik niet van vliegen hou.' Zei Mare.
'Kom op, je vind het vast tof. 'T is heel erg verschillend dan met een bezem.' Hagrid pakte Mare op en zette haar op de rug van de Hippogrief. Zodra ze erop zat spreide Sneeuwschim zijn gigantische vleugels, nam hij een aanloopje en steeg hij op.
Hagrid had gelijk, het was heel anders dan een bezem, en ineens leek een bezem zo slecht nog niet. Mare's armen waren stevig om de nek van de Hippogrief geslagen en ze kneep haar ogen dicht. Ze hoorde Sneeuwschim zachtjes krassen. Het klonk zo geruststellend. Langzaam deed ze haar ogen open. Ze zag de grond onder haar doorrazen. Maar het leek plots zo eng niet meer. Ze begon te genieten van de wind door haar haren, het mooie uitzicht en het gevoel van vrijheid dat het vliegen bracht. Ze ontspande zich en lachte breed. Langzaam glipte de gladde veren tussen Mare's vingers door. Ze gaf nog een gil, maar het was te laat en ze viel naar beneden. In haar val zag ze iets wit voorbij schieten en onder haar opende zich twee gigantische vleugels. Sneeuwschim was naar beneden gevlogen en ving haar op, net voor ze de grond raakte. Mare sloeg meteen haar armen om zijn hals.
'Ik denk dat we nu wel naar beneden kunnen, Sneeuwschim.' Zei Mare zacht, maar Sneeuwschim daalde niet. Hij kraste weer geruststellend en uiteindelijk deed Mare weer haar ogen open. Het duurde even, maar ze begon weer van het vliegen te genieten. Ze ontspande zich weer, maar lette op dat ze haar grip niet verslapte zodat ze niet weer zou vallen. Langzaam begon Sneeuwschim te dalen en ze landde soepel terug in de weide.
'Hartstikke goed, Mare. Echt tof.' Zei Hagrid, die haar van Sneeuwschims rug tilde en haar weer op de grond zette.

De zus van Anna ZwartsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu